Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van betrokkene ongegrond had verklaard, heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 15 januari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene het beroep te laat heeft ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft het beroep op 29 mei 2020 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 26 mei 2020 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast heeft betrokkene de te betalen zekerheidstelling meer dan een maand te laat voldaan.
Op basis van deze gebreken heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend bij de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.