In deze zaak heeft Repa Conveyor Equipment B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens overtredingen van de concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbedingen die in hun arbeidsovereenkomsten waren opgenomen. De kantonrechter heeft op 3 februari 2021 uitspraak gedaan. Repa stelt dat beide gedaagden na hun vertrek bij Repa in dienst zijn getreden bij ARP Engineering en daar concurrerende werkzaamheden hebben verricht, wat in strijd is met de overeengekomen bedingen. Repa vordert een totaalbedrag van € 120.000,- aan verbeurde boetes, gebaseerd op meerdere overtredingen van de bedingen. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat Repa geen bezwaar heeft gemaakt tegen hun vertrek naar ARP, en dat zij geen concurrentie hebben aangedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van overtredingen van het concurrentiebeding en het relatiebeding, maar heeft de boete gematigd tot € 50.000,- per gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagden de bedingen hebben geschonden door zakelijke contacten te onderhouden met relaties van Repa en door concurrerende werkzaamheden te verrichten. De vordering van Repa wordt in grote lijnen toegewezen, met veroordeling van de gedaagden tot betaling van de gematigde boetes en de proceskosten.