In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen omdat haar voertuig zodanig geparkeerd stond dat het hinder veroorzaakte voor andere weggebruikers. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene op de hoek van de Picassolaan met de Vincent van Goghlaan in Alkmaar stond geparkeerd, waardoor andere voertuigen in een bocht moesten wijken om het voertuig te kunnen passeren. Dit leidde tot verminderd zicht voor andere weggebruikers en veroorzaakte gevaarlijke situaties.
De procedure begon toen de betrokkene in beroep ging tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 8 januari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf had ervoor gekozen om niet te verschijnen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de verklaring van de verbalisant, die de situatie ter plaatse had waargenomen, in overweging genomen. De kantonrechter concludeerde dat er geen parkeerverbodsbord aanwezig was, maar dat het parkeren in strijd was met het algemene verbod van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat het voertuig hinder en gevaar kon veroorzaken.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betrokkene haar voertuig zodanig op de weg had laten staan dat dit daadwerkelijk hinder veroorzaakte, en dat de boete terecht was opgelegd. De betrokkene had aangevoerd dat anderen zich ook schuldig maakten aan dezelfde gedraging, maar de kantonrechter oordeelde dat dit irrelevant was voor de beoordeling van de zaak. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de boete bevestigd.