Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding. Betrokkene had een boete ontvangen voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 6 km per uur. Na het opleggen van de boete heeft betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting is betrokkene verschenen, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was de in artikel 11, derde lid, WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen, en heeft het bedrag van de te betalen zekerheid verlaagd tot € 96,00. De kantonrechter heeft vervolgens de inhoudelijke behandeling van de zaak voortgezet.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij tweemaal binnen korte tijd is bekeurd, maar de kantonrechter heeft vastgesteld dat het om twee afzonderlijke gedragingen gaat, waarvoor elk een boete kan worden opgelegd. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat betrokkene voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn snelheid aan te passen en dat de meting aan de vereisten voldeed. Daarom heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en de opgelegde boetes gehandhaafd.