Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een boete die aan betrokkene was opgelegd voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had een aantal voertuigen op zijn naam laten registreren, waarvoor hij een geldbedrag had ontvangen. Met deze voertuigen zijn meerdere verkeersovertrredingen begaan. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard.
Tijdens de zitting op 8 januari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak vervolgens beoordeeld en geconcludeerd dat betrokkene, gezien zijn psychische gesteldheid, niet in staat was de gevolgen van zijn handelen te overzien. De kantonrechter heeft de termijnoverschrijding bij de officier van justitie als verschoonbaar aangemerkt, en heeft geoordeeld dat de overheid zorg moet dragen voor een zorgvuldige kentekenregistratie.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd, waarbij de boete werd gematigd tot nihil. Tevens is bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.