Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen en daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, waarop betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 8 januari 2021 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat had ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene had het beroep digitaal ingediend op 23 januari 2020, terwijl dit uiterlijk op 13 januari 2020 ontvangen had moeten zijn. Betrokkene heeft geen verschoonbare reden gegeven voor deze overschrijding van de termijn, en de kantonrechter oordeelde dat de niet-ontvankelijk verklaring door de officier van justitie terecht was.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de officier van justitie in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.