ECLI:NL:RBNHO:2021:8566

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 januari 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
8690335 \ WM VERZ 20-779
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren bij blauwe streep met onjuiste parkeerschijf

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het parkeren bij een blauwe streep. Betrokkene had een boete ontvangen omdat hij de parkeerschijf niet correct had ingesteld, wat resulteerde in een overtreding van de verkeersvoorschriften. Betrokkene heeft de gedraging erkend, maar voerde aan dat hij een vergissing had gemaakt bij het instellen van de tijd op de parkeerschijf. De kantonrechter oordeelde dat deze vergissing voor rekening van betrokkene dient te blijven, aangezien het essentieel is dat de parkeerschijf bij aanvang van het parkeren correct wordt ingesteld om controleerbaarheid te waarborgen. De kantonrechter concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de opgelegde boete te matigen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8690335 \ WM VERZ 20-779
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 8 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Op verzoek van de rechtbank heeft betrokkene laten weten dat hij/zij niet naar de zitting wil komen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren bij blauwe streep terwijl op parkeerschijf niet juiste tijdstip begin parkeren is weergegeven.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft de gedraging erkend, zodat deze is komen vast te staan. Betrokkene beroept zich op de omstandigheid dat hij het tijdstip op de schijf verkeerd had ingesteld. Deze vergissing dient naar het oordeel van de kantonrechter voor rekening van betrokkene te blijven. Een parkeerschijf dient bij aanvang van parkeren juist te worden ingesteld, omdat het anders oncontroleerbaar is. De hoogte van de boetes is vastgesteld in de bijlage bij de WAHV. Er is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van feiten of omstandigheden op grond waarvan de boete behoort te worden gematigd. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: