ECLI:NL:RBNHO:2021:8564

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 januari 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
8690315 \ WM VERZ 20-777
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft overwogen dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd, ook al ging deze niet in op elk afzonderlijk verweer van betrokkene. De kantonrechter benadrukte dat het niet noodzakelijk is om op elk verweer in detail in te gaan, zolang de beslissing als geheel maar voldoende gemotiveerd is.

Wat betreft de gedraging zelf, oordeelde de kantonrechter dat er voldoende bebording aanwezig was om aan te geven wanneer het toegestaan was om het gebied in te rijden. Betrokkene had zich moeten vergewissen van de informatie op de borden. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene buiten de aangegeven tijden de geslotenverklaring is ingereden, waardoor de opgelegde boete terecht was. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en liet de inleidende beschikking in stand.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend bij de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8690315 \ WM VERZ 20-777
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 8 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Met betrekking tot de beslissing van de officier van justitie
Betrokkene heeft aangevoerd dat de motivering in de beslissing van de officier van justitie niet ingaat op de verweren die betrokkene in haar beroepschrift heeft aangevoerd. De officier van justitie dient op een beroep een (juist) gemotiveerde beslissing te geven. In dit geval is de kantonrechter van oordeel dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd. De kantonrechter bepaalt dat een juiste motivering niet behelst dat afzonderlijk op ieder door betrokkene aangevoerd verweer of omstandigheid wordt ingegaan. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen.
Met betrekking tot de gedraging
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is aangegeven door middel van een bord met onderbord op welke tijden het is toegestaan om het gebied in te rijden. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij/zij oplettend is op de aanwezige bebording. Betrokkene had zich moeten vergewissen of er een bord stond en welke informatie er op dit bord was vermeld. De omstandigheid dat betrokkene het bord over het hoofd heeft gezien, komt voor rekening en risico van betrokkene. Het verweer van betrokkene op het punt van de verzonken paaltjes slaagt dan ook niet. Vast is komen te staan dat betrokkene buiten de aangegeven tijden de geslotenverklaring is ingereden, zodat de boete terecht is opgelegd. Omdat de boete terecht is opgelegd, zal de kantonrechter de inleidende beschikking in stand laten. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: