Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
primair
hij op of omstreeks 26 maart 2021 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland, aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel, te weten verlies van meerdere tanden en/of kiezen en/of een kogel die zich in de kaak van die [slachtoffer] bevindt, heeft toegebracht door met een vuurwapen in/tegen het hoofd van die [slachtoffer] te schieten;
hij op of omstreeks 26 maart 2021 in de gemeente Alkmaar, in elk geval in Nederland,
- een wapen van categorie III te weten een vuurwapen in de vorm van een geweer (merk Sidna, model Mod22M3), voorzien van een geluidsdemper, en/of
- een patroonmagazijn zijnde een wapen van categorie III, en/of
- munitie van categorie III te weten 7 of 8 patronen met kaliber .22
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 26 maart 2021 in de gemeente Alkmaar,
- een wapen van categorie III te weten een vuurwapen in de vorm van een geweer (merk Sidna, model Mod22M3), voorzien van een geluidsdemper, en
- een patroonmagazijn zijnde een wapen van categorie III, en
- munitie van categorie III te weten 8 patronen met kaliber .22
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vermogensmaatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 62,00 ziekenhuis dagvergoeding (2 dagen)
- € 385,00 eigen risico ziektekostenverzekering 2021 (ambulance)
- € 331,39 eigen risico ziektekostenverzekering 2020 in verband met gebitsherstel dat weer opnieuw moet gebeuren
- € 612,77 reiskosten naar ziekenhuis, huisarts, advocaat, rechtbank à € 0,26/km
- € 1.155,00 toekomstige schade eigen risico zorgverzekering (3 jaren)
- € 385,00 eigen risico ziektekostenverzekering 2021 (ambulance)
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
10 (tien) jaren.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 11.170,09(zegge: elfduizend honderdzeventig euro en negen cent), bestaande uit € 1.170,09 als vergoeding voor de materiële en € 10.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.