ECLI:NL:RBNHO:2021:8488

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
8659567 \ CV EXPL 20-6135
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en rauwelijks dagvaarden door AirHelp tegen Turk Havayollari

In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Ankara, Turkije. De vordering betreft compensatie voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Istanbul op 19 juni 2019, die meer dan drie uur vertraging opliep. AirHelp vorderde een bedrag van € 800,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. De vervoerder voerde aan dat AirHelp rauwelijks had gedagvaard, omdat er geen volledige documentatie was overgelegd en dat de procedure onnodig was aangespannen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat AirHelp de benodigde documenten, waaronder getekende assignmentformulieren en e-tickets, had overgelegd en dat de passagiers hun vorderingsrecht aan AirHelp hadden overgedragen. De rechter oordeelde dat de vordering van AirHelp ontvankelijk was en dat de vervoerder gehouden was tot betaling van de compensatie. De kantonrechter wees de tegenvordering van de vervoerder af, omdat de juridische kosten al waren begroot in de proceskosten van de hoofdzaak. Uiteindelijk werd de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 800,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente, en werd AirHelp in de proceskosten veroordeeld, die aan de kant van de vervoerder werden begroot op € 248,00.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8659567 \ CV EXPL 20-6135
Uitspraakdatum: 29 september 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 8 juli 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers [passagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Istanbul Havalimani Airport, Istanbul (Turkije) op 19 juni 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben hun gepretendeerde vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp. Airhelp heeft bij e-mail van 8 juli 2019 compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 800,00.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
De vervoerder voert aan dat Airhelp op 8 juli 2019 middels een e-mail een brief, genaamd ‘Letter Before Action’, heeft verzonden aan de vervoerder, zonder nadere documentatie. De vervoerder heeft hierop laten weten dat hij aanvullende documentatie nodig heeft. Hierna is niets meer van Airhelp vernomen tot de dagvaarding. Ook bij de dagvaarding is geen paspoortkopie van de passagiers overgelegd. Airhelp heeft de vervoerder rauwelijks gedagvaard terwijl de vervoerder nog in afwachting was van ontbrekende documenten. Na een jaar is de vervoerder gedagvaard zonder een aankondiging en zonder in de gelegenheid te zijn gesteld om de vordering te beoordelen. De vervoerder dient eerst te kunnen beoordelen of de vordering betrekking heeft op de genoemde passagiers. De procedure is dan ook onnodig aanhangig gemaakt. Onvolledige documentatie en het doorzetten van de procedure dient voor rekening en risico van Airhelp te komen.
4.2.
De vervoerder vordert bij wijze van tegenvordering bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om Airhelp en/of haar gemachtigde te veroordelen tot betaling aan de vervoerder van een bedrag van € 1.000,00 exclusief btw, te weten de kosten voor juridische bijstand en veroordeling van de passagier en/of haar gemachtigde in de proceskosten. De vervoerder stelt daartoe dat hij materiele schade heeft geleden, omdat hij in vele zaken, door de gemachtigde van de passagiers, rauwelijks is gedagvaard

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering en de tegenvordering kennis te nemen.
de vordering
5.2.
De vervoerder betoogt dat hij op grond van de betreffende vlieggegevens kan vaststellen dat de betreffende passagiers vorderingsgerechtigd zijn. De vervoerder dient echter, aan de hand van de opgevraagde documentatie, te verifiëren of de vordering betrekking heeft op de genoemde passagiers. Airhelp heeft nagelaten deze documentatie te verstrekken, aldus de vervoerder.
5.3.
De kantonrechter overweegt dat Airhelp bij dagvaarding getekende assignmentformulieren heeft overgelegd en het e-ticket van de passagiers. Vervolgens is bij conclusie van repliek een kopie van het identiteitsbewijzen van de passagiers overgelegd, aan de hand waarvan de handtekening kan worden geverifieerd. Hiermee is dan ook voldoende aangetoond dat de passagiers hun gepretendeerde vorderingsrecht hebben overdragen aan Airhelp, zodat Airhelp ontvankelijk is in haar vordering. Gelet op de erkenning van de vervoerder ligt de vordering op grond van artikel 7 van de Verordening voor toewijzing gereed.
5.4.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.5.
Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De vervoerder heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De passagier heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.6.
De vervoerder voert aan dat de onderhavige procedure onnodig aanhangig is gemaakt, omdat Airhelp een procedure had kunnen voorkomen door een volledig dossier aan te leveren. Airhelp stelt hiertegenover dat de vervoerder het, in strijd met de Verordening, onnodig lastig maakt voor passagiers om compensatie te verkrijgen. De website van de vervoerder verwijst weliswaar, na enig speurwerk, naar de rechten van de passagiers, maar niet duidelijk is hoe de claim ingediend kan worden. Bovendien is niet duidelijk hoe de documentatie moet worden overgelegd. Airhelp heeft bij haar ‘Letter Before Action’ alle benodigde documenten aangeleverd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het recht op compensatie. Indien de vervoerder slechts had gevraagd om het aanleveren van een kopie van de identiteitsbewijzen via een e-mail dan had Airhelp daar gehoor aan gegeven. Het downloaden (de kantonrechter begrijpt: uploaden) van vier documenten via een ondoorzichtige website is onbegonnen werk en kan niet gevergd worden van de passagiers of organisatie die opkomt voor de belangen van de passagiers. Het dagvaarden was noodzakelijk omdat de vervoerder geen efficiënte claimafhandeling heeft in Nederland, aldus nog steeds Airhelp.
5.7.
Vaststaat dat Airhelp de vervoerder slechts bij e-mail van 8 juli 2019 heeft aangemaand om tot betaling over te gaan. Als niet, althans onvoldoende weersproken staat vast dat de procedure voorkomen had kunnen worden indien de vervoerder alle benodigde documentatie voor datum dagvaarding had ontvangen. De vervoerder heeft daarbij gemotiveerd weersproken dat deze documentatie reeds bij e-mail van 8 juli 2019 is overlegd. Uit het betoog van Airhelp begrijpt de kantonrechter dat zij één jaar maanden na het verzenden van haar eerste en enige e-mail, tot dagvaarden is overgegaan, omdat het uploaden van vier documenten (waarvan zij er al reeds één had gestuurd), te weten een kopie paspoort, een volmacht, het e-ticketnummer en een officiële brief waarmee de vordering wordt ingesteld, onbegonnen werk zou zijn.
5.8.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het betreffen vier documenten die voor de onderhavige gerechtelijke procedure noodzakelijk zijn, en tijdens de procedure ook zijn overgelegd. Niet gebleken is dat het uploaden van deze documenten dusdanig veel inspanning vereist dat dit niet van een professionele gemachtigde kan worden verwacht dan wel dat de vervoerder dit onmogelijk heeft gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan ook gelet op deze proceshouding, waarbij Airhelp op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, sprake van rauwelijks dagvaarden. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om niet de vervoerder maar Airhelp conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten.
de tegenvordering
5.9.
De vervoerder stelt dat hij door de handelswijze van Airhelp in veel zaken rauwelijks is gedagvaard. Hierdoor heeft hij juridische bijstand moeten inwinnen en heeft hij materiele schade geleden. De vervoerder vordert de kosten van de advocaat in deze zaak ter hoogte van € 1.000,00 exclusief btw. Airhelp heeft niet schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering. De kantonrechter zal, mede gelet op de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering en de wijze van procederen door beide partijen, zowel de schriftelijke reactie van Airhelp (conclusie van repliek) als de schriftelijke reactie van de vervoerder (conclusie van dupliek) meewegen bij de beoordeling van de tegenvordering.
5.10.
De kantonrechter heeft gelet op hetgeen naar voren is gebracht door partijen inzake de vordering Airhelp reeds veroordeeld in de proceskosten. Er is dan ook geen aanleiding om Airhelp inzake hetzelfde feitencomplex te veroordelen tot het betalen van de juridische kosten van de vervoerder. Deze juridische kosten liggen immers al besloten in het (toegewezen) liquidatietarief. De tegenvordering wordt dan ook afgewezen. De nevenvorderingen volgen hetzelfde lot.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder. Gelet op de samenhang met de zaak van de vordering en het feit dat Airhelp niet heeft gereageerd in de zaak van de tegenvordering, zullen de proceskosten in de tegenvordering aan de kant van Airhelp worden begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 juni 2019 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt Airhelp in de proceskosten, die aan de kant van de vervoerder worden begroot op een bedrag van € 248,00 aan salaris gemachtigde, en verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
de tegenvordering
6.3.
wijst de tegenvordering af;
6.4.
veroordeelt de vervoerder in de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Airhelp begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter