Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
British Airways1 BA 8458 Operated by: STOBART AIR FOR BA CITYFLYER’ en ten aanzien van het tweede deel van de vlucht ‘
British Airways1 BA 8730 Operated by: BA CITY FLYER CJ’. Al hoewel hieruit volgt dat de vlucht niet is uitgevoerd door de vervoerder zijn wel vluchtnummers van de vervoerder vermeld op de boeking.
“op elke luchtvaartmaatschappij die eenvlucht
uitvoert en vervoer aanbiedt aan passagiers als bedoeld in de leden 1 en 2. Indien de luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert geen overeenkomst heeft met de passagier, doch activiteiten uitvoert die onder deze verordening vallen, wordt zij geacht dit te doen namens de persoon die een overeenkomst heeft met die passagier.”De kantonrechter overweegt dat uit het arrest in de zaak C-532/17 van het Hof volgt dat voor de vaststelling van het begrip “luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert” in het kader van een mogelijke wet-lease constructie van belang is wie de operationele verantwoordelijkheid van de vlucht draagt. Tegenover de betwisting van Airhelp heeft de vervoerder, ook mede gelet op bovenstaande, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij geen operationele verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de onderhavige vluchten. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Airhelp de vervoerder kan aanspreken tot het betalen van compensatie op grond van de Verordening.
restrictions at airport of departure with or without atfm restrictions’terwijl de vervoerder betoogt dat de restricties zijn opgelegd vanwege restricties op de aankomstluchthaven. Het opleggen van een beperking door de luchtverkeersleiding aan een vlucht kan worden gezien als een besluit van de luchtverkeersleiding in de zin van overweging 15 van de considerans van de Verordening, zodat bovengenoemde omstandigheid kan worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid. De vervoerder heeft echter nagelaten te onderbouwen dat het taxiën 8 minuten langer heeft geduurd en op welke wijze dit het gevolg zou zijn geweest van de beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. De omstandigheid dat de vluchttijd van de vlucht 5 minuten langer was dan gepland is evenmin aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Omdat slechts 12 minuten vertraging kan worden aangemerkt als vertraging ontstaan vanwege buitengewone omstandigheden dient te worden beoordeeld of de passagier zonder de buitengewone omstandigheid de overstap wel had gehaald. Dit is, gelet op de geplande overstaptijd en de minimale overstaptijd, niet het geval. Daarbij was ook de aangehouden buffer om de aansluitende vlucht te halen onvoldoende. In beginsel acht de kantonrechter een buffer van minimaal 20 minuten noodzakelijk. In het arrest van het Hof van 12 mei 2011 (Eglitis/Latvijas C-294/10) is immers beslist dat een luchtvaartmaatschappij gehouden is om in het stadium van de planning van de vlucht redelijkerwijs rekening te houden met het risico op vertraging die het gevolg kan zijn van eventuele buitengewone omstandigheden. Het Hof heeft daarbij aangegeven dat een luchtvaartmaatschappij in een bepaalde reservetijd moet voorzien om de vlucht na afloop van de buitengewone omstandigheden zo mogelijk volledig te kunnen uitvoeren. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de vervoerder dan ook, door een buffer van slechts 10 minuten aan te houden, onvoldoende rekening gehouden met eventuele vertragingen in het reisschema van de passagier. Wat er dan ook zij van eventuele bijzondere omstandigheden, niet gebleken is dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging op de eindbestemming te beperken.
5.De beslissing
griffierecht € 124,00;
salaris gemachtigde € 150,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;