ECLI:NL:RBNHO:2021:8390

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
C/15/308607 / HA ZA 20-655
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overeenkomst van geldlening en aandelenoverdracht tussen HOG ISLAND MANAGEMENT B.V. en RIG LOGISTICS B.V.

In deze zaak gaat het om een geschil tussen HOG ISLAND MANAGEMENT B.V. (hierna: Hog) en RIG LOGISTICS B.V. (hierna: Rig) over de uitleg van een overeenkomst van geldlening en de overdracht van aandelen in Ymond Offshore Logistics B.V. Hog vordert de overdracht van 60% van de aandelen in YOL, die zij zou verkrijgen in ruil voor een lening van € 35.000,- aan Rig. De rechtbank heeft vastgesteld dat Hog recht heeft op de aandelen, omdat de overeenkomst tussen partijen duidelijk was en de voorwaarden voor de overdracht zijn nagekomen. Rig had de lening terugbetaald, maar dit deed niets af aan het recht van Hog op de aandelen. De rechtbank oordeelt dat de vordering van Hog toewijsbaar is en dat Rig geen terugbetaling van de lening aan Hog verschuldigd is. De rechtbank heeft de termijn voor de overdracht van de aandelen vastgesteld op twee maanden na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 500,- per dag bij niet-nakoming.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/308607 / HA ZA 20-655
Vonnis van 29 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOG ISLAND MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Wijk aan Zee,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.M. Vessies te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RIG LOGISTICS B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.G. Moeijes te Velsen-Zuid.
Partijen zullen hierna Hog en Rig genoemd worden.

1.De zaak in het kort

Partijen in dit geschil verschillen van mening over de uitleg van de tussen hen gesloten akte van geldlening. Concreet is het de vraag of Hog op basis daarvan (nog) aanspraak kan maken op overdracht van 60% van de aandelen in Ymond Offshore Logistics B.V. en of zij hiervoor nog een (aanvullende) vergoeding verschuldigd is aan Rig. De rechtbank komt na toepassing van de zogenaamde Haviltex-norm voor de uitleg van de overeenkomst tussen partijen tot de conclusie dat de vordering van Hog tot overdracht van de aandelen toewijsbaar is en dat hiervoor geen (aanvullende) vergoeding verschuldigd is.
Daarnaast bepaalt de rechtbank dat Rig de geldlening niet hoeft terug te betalen aan Hog, omdat partijen het daarover eens zijn.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 mei 2021,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de brief van mr. Moeijes van 19 augustus 2021 met de nadere productie 8,
  • de brief van mr. M. Bitter, namens mr. Vessies, van 24 augustus 2021 met de nadere producties 30 t/m 33,
  • de brief van mr. Moeijes van 25 augustus 2021,
  • de brief van mr. Bitter van 25 augustus 2021,
  • de mondelinge behandeling op 31 augustus 2021,
  • de pleitnotities van Hog,
  • de pleitnotities van Rig.
2.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • [betrokkene 1], bestuurder van Hog (hierna: [betrokkene 1]), bijgestaan door mr. Bitter,
  • [betrokkene 2], bestuurder van Rig (hierna: [betrokkene 2]), bijgestaan door mr. Moeijes.
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Asco Holland (Logistics) B.V. (hierna: Asco Holland) [1] is een in 2010 opgerichte onderneming die zich bezig houdt met logistieke dienstverlening in de vorm van supply-vaart naar offshore platformen en de opslag/handling van materialen die door oliemaatschappijen en toeleveranciers van oliemaatschappijen worden aangeleverd. Aandeelhouders van Asco NL waren ten tijde van haar oprichting Maritiem Service Center IJmond B.V en Asco UK Ltd. (hierna: Asco UK).
3.2.
Asco UK wilde haar aandelen in Asco Holland verkopen als de andere aandeelhouder MSC daar ook toe bereid was. Dat bleek eind 2015/begin 2016 het geval.
3.3.
Begin 2016 heeft Rig de aandelen in Asco Holland overgenomen. Omdat Rig niet beschikte over de financiële middelen voor deze overname heeft [betrokkene 2] namens Rig contact gezocht met de [betrokkene 1], bestuurder van Hog.
3.4.
Ten behoeve van het overnemen van de aandelen van Asco Holland door Rig is tussen Rig (als schuldenaar) en Hog (als schuldeiser) een ‘akte van geldlening’ tot stand gekomen, gedateerd op 13 januari 2016. In de ‘akte van geldlening’ en in de e-mailberichten van [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] van 13 januari 2016 die hierop betrekking hebben, wordt voor zover van belang het volgende opgemerkt/bepaald:
e-mail [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] 16:54 uur:
“(…)
Ik heb artikel 7 enigszins aangepast. Op zich is niet van belang hoe ASCO Holland verdeeld is – dit staat al in mijn koopovereenkomst en in de akte van levering. Voor de leningsovereenkomst voegt dit m.i. weinig toe.
We willen de winkel Asco Holland hebben en ik heb de nieuwe naam (…) er al in gezet. (…)
Verder denk ik wel dat we nog een keer om de tafel moeten zitten teneinde werkafspraken te maken – hierin kunnen dan jouw wensen / eisen en mijn wensen / eisen voor zover noodzakelijk opgeschreven worden.
(…)
Op een goede samenwerking
(…)”
akte van geldlening:
“(…)
De schuldeiser verklaart aan de schuldenaar ter leen te zullen verstrekken een bedrag groot EURO vijfendertigduizend (EURO 35.000,=), hierna te noemen “de hoofdsom”.
(…)
1. Rente:
Over te hoofdsom respectievelijk het restant daarvan, is gedurende de eerste twee jaar na de overmaking van de hoofdsom, een rente verschuldigd groot vijf en half procent (5.5%) per jaar, ingaande op de datum van de overmaking van de hoofdsom, jaarlijks te betalen.

2.Aflossing

De hoofdsom, of het restant daarvan, is te allen tijde geheel of gedeeltelijk boetevrij aflosbaar.
De hoofdsom, of het restant daarvan, dient binnen twee (2) jaar na de datum van de overmaking van de hoofdsom geheel te zijn afgelost.
(…)

7.Overige bepalingen

De lening is uitsluitend bedoeld voor het verkrijgen van 100% van de aandelen Asco Holland (Logistics) B.V. hierna te worden gewijzigd in Ymond Offshore Logistics B.V.
Schuldeiser heeft het recht op 60% van de aandelen van de nieuwe besloten vennootschap Ymond Offshore Logistics (voorheen ASCO (Holland) Logistics B.V.) waarbij de schuldenaar recht heeft op 40% van de aandelen. De schuldeiser kan dit recht binnen de termijn van deze lening effectueren.
Verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden zullen in een separaat aanhangsel worden vastgelegd.
Nadat de schuldeiser de aandelen heeft verkregen zal de lening van de schuldenaar overgaan naar Ymond Offshore Logistics B.V.
(…)”
e-mail [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] 20:33 uur:
Het staat toch niet helemaal correct in de leningsovereenkomst en dat zullen we toch wat anders moeten formuleren.
Het bedrag van € 35.000,- staat nu als lening welke terug betaald dient te worden (met een rentevergoeding van 5,5% per jaar) in twee jaar.
Maar daarnaast staat ook dat je 60% van de aandelen van de nieuwe BV krijgt en dat zou dan neerkomen dat je de aandelen gratis krijgt.
Dat is natuurlijk niet wat we afgesproken hebben. Ik heb er al een behoorlijk bedrag ingestopt los van de energie en het feit dat partijen de winkel aan mij willen verkopen voor een niet al te hoog bedrag.
Het zou moeten zijn dat je voor de lening van € 35.000,- een meerderheidsbelang van 60% krijgt. Wel zullen we moeten kijken of de lening inderdaad opgenomen moet worden in de balans om zodoende renteaftrek te kunnen. Of dat in RIG Logistics moet of in Ymond Offshore Logistics weet ik nog niet.
Zullen we na de overdracht nog wel eventjes over hebben - ook over de verdere voorwaarden. [betrokkene 3] komt morgen langs voor de commissaris verklaring (tegenstrijdig belang van mij) zonder deze verklaring kan ik helemaal niets.
Spreek je morgen
[betrokkene 2]
P.S. geef s.v.p. eventjes een seintje wanneer het bedrag overgemaakt is zodat ik dit kan doorstorten naar de notaris. Ik wil uiterlijk vrijdag de overdracht tekenen.
3.5.
Hog heeft het bedrag van € 35.000,- aan Rig overgemaakt.
3.6.
Na de overname is de naam van Asco Holland gewijzigd in Ymond Offshore Logistics B.V. (hierna: YOL) om duidelijk te maken dat er geen relatie meer bestond met Asco UK.
3.7.
Op 19 januari 2016 schrijft [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] over de ‘akte van geldlening’, voor zover van belang, nog het volgende:
“(…)
Ik weet nog niet wat het beste is v.w.b. het opnemen van deze lening in de balans van Ymond Offshore (en na levering aandelen er weer uit) of als schuld in mijn BV.
Ik moet dit nog met m’n accountant overleggen.
Ook v.w.b. de management overeenkomst moet nog e.e.a. bekeken worden.
(…)”
3.8.
Partijen hadden nadien in de loop van 2016 en begin 2017 contact over een tussen hen te sluiten managementovereenkomst voor YOL. In het concept voor de ‘Management Agreement Ymond Offshore Logistics B.V.’ van 2 januari 2017 is voor zover van belang het volgende opgenomen:
“(…)
Roles and responsibilities:
[betrokkene 2]: In the role as managing director:
Management of Ymond Offshore Logistics BV, day-to-day business including but not limited to: sales, marketing, administration, operations, Health, Safety, Environment and Quality management (control and assurance).
[betrokkene 1]: In the role as non-executive director:
Advisor to the management with responsibilities in the following areas:
Strategy, Performance, Risk, People
In the event of a disagreement or dispute between the directors and/or shareholders, the decision will be left to the majority of the shareholders.
(…)
Both Shareholders/directors will have access to all YOL documentation with equal authority.
(…)
Functions & titles:
[betrokkene 2]: managing director of Ymond Offshore Logistics B.V.
Entitled to a management fee paid to RIG Logistics BV as well as a dividend, based on the percentage of
ownership or otherwise agreed by the shareholders.
[betrokkene 1]: non-executive director of YOL, initially not on a management fee but entitled to expenses on behalf and connected to YOL and an annual dividend based on the percentage of ownership or otherwise agreed by the shareholders.
(…)”.\
3.9.
Hog heeft diverse cashflowleningen verstrekt aan YOL zodat YOL aan haar lopende financiële verplichtingen kon voldoen; geld dat nodig was voor de bedrijfsvoering van YOL.
3.10.
In de periode mei tot juli 2018 hebben [betrokkene 2] en [betrokkene 1] gesprekken met Asco UK en scheepsagentuur DHSS gevoerd over de het aangaan van een joint venture tussen YOL, Asco UK en DHSS. In dat kader werd gesproken over een inkoop van Asco UK en DHSS in YOL dan wel de volledige overname van de aandelen in YOL door Asco UK en DHSS. Op 17 mei 2018 heeft [betrokkene 2] aan alle betrokken partijen bij de overname een e-mailbericht gestuurd met als onderwerp “
thoughts for new JV”en met de volgende inhoud:
“Gentlemen,
my apologies for presenting our thoughts as discussed yesterday a bit too late but please find enclosed our Dutch votes
feel free to comment”
Bij dat e-mailbericht zijn twee Word-documenten gevoegd van dezelfde datum, een notitie van DHSS met een
“Set up of operation Port of IJmuiden (JV)”en een notitie van YOL met daarin eveneens een opsomming van ideeën over de opzet van de nieuwe Joint venture tussen YOL, DHSS en Asco UK, met daaronder de namen ‘[betrokkene 2]’ en ‘[betrokkene 1]’ als ondergetekenden.
3.11.
Op 17 juli 2018 heeft Rig aan Hog een bedrag overgemaakt van € 37.541,40,- tot terugbetaling van de geldlening van € 35.000,- inclusief rente. Op 19 juli 2018 heeft Hog dat bedrag weer teruggestort aan Rig.
3.12.
Bij e-mailbericht van 20 juli 2018 (12.05 uur) schrijft [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] over de overname van de aandelen YOL door Asco UK het volgende:
“(…)
Zoals eerder al overeengekomen ben ik akkoord met de verkoop van mijn recht van 60% van de aandelen in Ymond Offshore Logistics.
Mocht er de behoefte zijn om de 60% vooraf te effectueren, dan kan dat maar dat hoeft van mij niet. Je kunt met ASCO UK de verkoop rond maken a € 160.000. En zoals gewoonlijk, bij afwijking even overleg.
Gaat de verkoop niet door, dan effectueren we de overname van de 60% alsnog.
(…)
3.13.
Bij e-mailbericht van 20 juli 2018 (13.02 uur) aan [betrokkene 1] schrijft [betrokkene 2] - voor zover van belang - het volgende:
“Duidelijk en akkoord.
En je hebt gelijk dat deze actie niet netjes van met was. Excuses hiervoor.
(…)”
3.14.
In een e-mail bericht van [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] van 29 maart 2019 wordt, voor zover van belang, het volgende opgemerkt:
“(…)
Hoe staat het met onderstaande. Blijft vervelend om je hier iedere keer voor te bellen en ook is het vervelend dat je weinig feedback geeft mbt de stand van zaken. Eens in de 2 weken is toch niet teveel gevraagd, zelfs bij drukte moet je dat voor je zakenpartner er wel voor over hebben.
Om een plan te trekken mbt de aandelen overdracht wil de volgende stappen met je in gang zetten:
  • Overzicht van de financiële kant tot nu, dat kan eenvoudig met een uitdraai en toelichting, of toegang dat de bankrekening zodat ik het zelf kan doen (beide mag ook);
  • Voltooiing van het management agreement, daar zitten we niet ver vanaf;
  • Afspraak notaris voor de overdracht.
Door bovengenoemde stappen uitvoeren in een interval van 2 weken uit te voeren zijn we met 2 maanden rond.
(…)”
3.15.
Hierop reageert [betrokkene 2] diezelfde dag in een e-mailbericht aan [betrokkene 1] als volgt:
(…)
Wordt geregeld
Het is gewoon heel erg druk en ik draai vrijwel elke dag zo'n 12-15 uur dus heb bijzonder weinig tijd over.
Ik loop best wel achter met diverse zaken maar ga dit weekend wederom het werk om proberen een inhaalslag te maken zodat ik ook het jaar 2018 kan afsluiten.
(…)
Het heeft m'n aandacht en 1 x per 2 weken een kort overleg zou inderdaad moeten lukken.
(…)”

4.Het geschil

in conventie

4.1.
Hog vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Rig Logistics B.V. te veroordelen om binnen één week na betekening van het in deze te wijzen vonnis, 60% van de aandelen Ymond Offshore Logistics B.V. aan Hog Island Management B.V. te leveren ten overstaan van een notaris van het notariskantoor [notaris], [adres];
te bepalen dat Rig Logistics B.V. een boete verbeurt van € 500,00 per dag dat Rig Logistics B.V. in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;
te bepalen dat indien Rig Logistics B.V. niet aan het ad 1 gevorderde voldoet, het door uw rechtbank te bepalen vonnis op voet van artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de wilsbeschikking van Rig Logistics B.V. ten behoeve van op te maken akten of delen daarvan.
Met veroordeling van Rig Logistics B.V. in de kosten van deze procedure.
4.2.
Hog legt samengevat het volgende aan haar vordering ten grondslag.
Tussen partijen bestaat een overeenkomst op grond waarvan Hog recht heeft op 60% van de aandelen in YOL. Hog wil dat recht effectueren. Rig weigert echter mee te werken aan de aandelenoverdracht.
4.3.
Rig voert samengevat het verweer dat het recht van Hog om aanspraak te maken op 60% van de aandelen in YOL is komen te vervallen, omdat deze aanspraak slechts gedurende de termijn van de lening (twee jaar) gold en omdat Rig de lening op 17 juli 2018 aan Hog heeft terugbetaald. Rig meent verder dat Hog geen aanspraak kan maken op de aandelen omdat deze aanspraak uitging van samenwerking van de bedrijven van Hog en YOL. Die samenwerking is niet van de grond gekomen en daarop bestaat ook geen enkel vooruitzicht. Daarbij komt volgens Rig dat Hog ten onrechte probeert van twee walletjes te eten: en de geldlening terug en 60% van de aandelen (om niet). Rig is daar niet mee akkoord.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
4.5.
Rig vordert, voor zover de rechtbank van oordeel is dat Hog recht heeft op 60% van de aandelen in YOL:
I. te bepalen dat een door Uw rechtbank te benoemen deskundige de actuele waarde van de aandelen YOL waardeert, en HOG te veroordelen aan Rig bij levering van de aandelen te betalen 60% van de door de rechtbank vast te stellen waarde van YOL, uit hoofde van koopsom;
II. te bepalen dat de akte van geldlening tussen Rig en Hog komt te vervallen en dat Rig uit dien hoofde niets aan Hog verschuldigd is;
III. althans te bepalen dat de akte van geldlening tussen Rig en Hog overgaat naar YOL.
IV. Hog te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen het salaris van de advocaat.
4.6.
Rig legt samengevat het volgende aan haar vordering ten grondslag. Het is nooit de bedoeling van Rig geweest om de aandelen in YOL om niet aan Hog over te dragen. Daar moet een redelijke c.q. marktconforme prijs tegenover staan. Het is verder nooit de bedoeling geweest van partijen om bij overdracht van de aandelen aan Hog de geldlening met een aanzienlijke rentevergoeding te laten voortbestaan met YOL als (nieuwe) schuldenaar zoals bepaald in artikel 7 van de akte van geldlening.
4.7.
Hog voert samengevat het volgende verweer. Het was de bedoeling van partijen dat de geldlening zou vervallen op het moment dat de aandelen aan Hog zouden worden geleverd. Daarmee zou Hog de prijs voor de aandelen voor een bedrag van € 35.000 hebben betaald. De vermelding in de akte van geldlening dat de geldlening in dat geval over zou gaan op YOL was zuiver boekhoudkundig. Er is nooit gesproken over een door Hog aanvullend te betalen, eventueel nader te bepalen, prijs.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie

5.1.
Gezien de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gezamenlijk behandelen.
5.2.
In geschil is wat partijen bij de akte van 13 januari 2016 hebben beoogd af te spreken en of Hog op basis van die overeenkomst (nog) aanspraak kan maken op 60% van de aandelen in YOL, al dan niet tegen betaling van de huidige marktwaarde dan wel tegen verval van de door Hog verstrekte geldlening van € 35.000.
5.3.
Of en in welke zin een overeenkomst tot stand komt, hangt volgens vaste jurisprudentie af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten verwachten (de zogenoemde ‘Haviltex-maatstaf’ [2] ). Het gaat dus niet alleen om wat een partij heeft verklaard en wat hij met die verklaring beoogde, maar ook om wat zijn wederpartij hieruit redelijkerwijs heeft mogen afleiden (gerechtvaardigd vertrouwen). Bij de uitleg van wat partijen zijn overeengekomen kunnen ook gedragingen en verklaringen van partijen na het sluiten van de overeenkomst van belang zijn [3] . Die latere gedragingen en verklaringen kunnen immers een indicatie vormen van de door partijen beoogde inhoud van de overeenkomst.
5.4.
Uit de door partijen overgelegde correspondentie in het kader van de totstandkoming van de overeenkomst, waarin wordt benoemd dat Hog een recht verkrijgt op 60% van de aandelen in YOL in ruil voor het verstrekte geldbedrag van € 35.000 [4] , de nadien tussen partijen gevoerde onderhandelingen over de te sluiten managementovereenkomst, waarin beide partijen worden aangeduid als ‘shareholders’ [5] , de cashflowleningen die Hog ten behoeve van de bedrijfsvoering van YOL heeft verstrekt, alsook uit de wijze waarop zij beiden betrokken waren bij de onderhandelingen over de joint venture met DHSS en Asco UK [6] en de correspondentie daarna [7] volgt naar het oordeel van de rechtbank dat partijen steeds een samenwerking hebben beoogd binnen YOL en de bedoeling hebben gehad dat Hog in ruil voor de door haar verstrekte geldlening een aandelenbelang van 60% zou krijgen. Dat partijen daarbij ook een samenwerking tussen (aan) Hog (gelieerde vennootschappen) en YOL hebben beoogd, in de zin dat over en weer werk zou worden uitgewisseld, is nergens uit gebleken. Rig heeft die stelling niet onderbouwd. Rig heeft ook niet onderbouwd gesteld dat partijen zijn overeengekomen dat Hog geen aanspraak (meer) zou kunnen maken op 60% van de aandelen, indien zij niet voldoende opdrachten aan YOL zou verstrekken.
5.5.
Dat Hog haar recht op 60% van de aandelen niet binnen de (kennelijk aanvankelijk beoogde) termijn van de in de akte opgenomen geldlening (twee jaar) daadwerkelijk heeft geëffectueerd, althans dat de aandelenoverdracht niet binnen die termijn van twee jaar heeft plaatsgevonden, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat Hog daarop nu geen recht meer heeft of dat dit recht is vervallen toen Rig op 17 juli 2018 het bedrag van € 35.000 met rente aan Hog terugbetaalde. Na het verstrijken van de termijn van twee jaar is met de kennelijke instemming van beide partijen de overeenkomst voortgezet. Rig heeft op of kort na 13 januari 2018 niet tegenover Hog gesteld dat haar recht op de aandelen in YOL was vervallen en/of dat zij tot terugbetaling van de geldlening wilde overgaan. Integendeel, in die periode waren partijen gezamenlijk, feitelijk alsof Hog al aandeelhouder was, in onderhandeling met DHSS en Asco UK voor een op te richten joint-venture en de overname van de aandelen van YOL door Asco UK. Hog heeft in dat kader het voorstel gedaan aan Rig om haar recht op 60% van de aandelen te verkopen, zodat het niet nodig zou zijn dat recht eerst te effectueren door een aandelenoverdracht aan Hog, en dat partijen de overname van 60% van de aandelen alsnog zullen effectueren als de verkoop aan Asco UK niet doorgaat. [8] Niet is gesteld of gebleken dat Rig in reactie daarop tegenover Hog het standpunt heeft ingenomen dat haar recht op de aandelen al was vervallen, dus dat zij niets te verkopen had of dat zij haar recht niet meer kon effectueren. Integendeel, een klein uur later heeft [betrokkene 2] gereageerd met “duidelijk en akkoord”. [9]
5.6.
Uit de gevoerde correspondentie en ook op een andere manier blijkt niet dat partijen de bedoeling hadden om Hog een keuze te geven: ofwel een aanspraak op terugbetaling van de geldlening ofwel een aanspraak op 60% van de aandelen, zoals Rig heeft gesteld. Veel meer blijkt uit de correspondentie dat Hog in het kader van de samenwerking tussen partijen binnen YOL een bedrag van € 35.000 heeft geïnvesteerd (omdat Rig geen financiële middelen had om de aandelen Asco Holland over te nemen) in ruil voor een aandelenbelang van 60% voor Hog, waartegenover Rig de dagelijkse directie van YOL ging voeren, en dat het nooit de bedoeling van partijen is geweest dat Rig het bedrag van € 35.000 zou terugbetalen. Zoals Rig ook ter zitting heeft bevestigd, had de constructie van een geldlening, en de uiteindelijke opname daarvan in de boeken van YOL zoals in de overeenkomst bepaald, een fiscale reden. Bij het sluiten van de overeenkomst heeft Rig deze bedoeling ook nog eens nadrukkelijk kenbaar gemaakt in de e-mail van [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] van 13 januari 2016 (20.33 uur). [10] Ter zitting heeft [betrokkene 1] ook bevestigd dat het nooit de bedoeling van Hog is geweest om aanspraak te maken op terugbetaling van de geldlening en dat zij dat ook na overdracht van de 60% van de aandelen aan haar, niet zal doen. Van ‘van twee walletjes eten’, zoals Rig heeft betoogd, is dus geen sprake.
5.7.
Het feit dat Rig op 17 juli 2018 plotseling eenzijdig, zonder overleg met Hog, het bedrag van € 35.000 aan Hog heeft terugbetaald, maakt het voorgaande niet anders. Het was immers niet de bedoeling van partijen dat Hog aanspraak zou maken op terugbetaling en dat daarmee haar aanspraak op 60% van de aandelen in YOL zou vervallen. Hog heeft daarom ook het bedrag per omgaande (op 19 juli 2018) teruggestort. Dat Rig dat kennelijk zelf ook heeft ingezien, blijkt uit het mailbericht van [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] van 20 juli 2018 (13.02 uur), waarin hij zijn excuses aanbiedt en stelt dat “deze actie (…) niet netjes van mij (was)”. [11] Dat die excuses alleen betrekking hadden op het zonder aankondiging terugbetalen van het bedrag van € 35.000, maar niet op het feit van de terugbetaling zelf, zoals [betrokkene 2] ter zitting heeft gesteld, acht de rechtbank niet aannemelijk, vooral ook niet omdat [betrokkene 1] een klein uur daarvoor (12.05 uur) nog het voorstel had gedaan om bij de mogelijke aandelenoverdracht aan Asco UK zijn recht op 60% van de aandelen te verkopen, of bij het niet doorgaan van de verkoop aan Asco UK, zijn recht op zijn aandelen alsnog te gaan effectueren. [12] In hetzelfde bericht waarin [betrokkene 2] zijn excuses maakt, heeft hij daarop gereageerd met “duidelijk en akkoord”. Daaruit blijk dat ook Rig vanaf toen weer ervan uitging dat Hog nog steeds recht had op 60% van de aandelen in YOL. Dat blijkt ook geruime tijd later, uit het mailbericht van [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] van 29 maart 2019 waarin hij nogmaals aandringt op de aandelenoverdracht en daarvoor een stappenplan voorstelt. [13] [betrokkene 2] reageert daarop met “wordt geregeld” [14] .
5.8.
Het voorgaande betekent dat Hog op grond van de overeenkomst tussen partijen recht heeft op 60% van de aandelen in YOL. Voor het standpunt van Rig dat de vordering van Hog tot nakoming van die afspraak naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, bestaat onvoldoende grond. Dat de overdracht van de aandelen aan Hog zal leiden tot een onwerkbare situatie voor YOL en mogelijk zelfs kan leiden tot haar faillissement, is onvoldoende gebleken. Hog heeft dat betwist, door te stellen dat zij een tussenpersoon zal aanstellen voor het contact tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Bovendien is het na de aandelenoverdracht aan Hog niet in haar belang om het op een faillissement van YOL te laten aankomen. De vorderingen van Hog in conventie zullen daarom worden toegewezen. De termijn voor overdracht van de aandelen zal, zoals ter zitting besproken, worden bepaald op twee maanden na betekening van dit vonnis. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op € 50.000,-.
5.9.
Omdat de rechtbank in conventie heeft geoordeeld dat Hog recht heeft op 60% van de aandelen in YOL, is voldaan aan de voorwaarde voor de eis van Rig in reconventie.
Uit het hetgeen in het voorgaande is overwogen en geoordeeld volgt dat de reconventionele vordering onder I niet toewijsbaar is. Die vordering zal worden afgewezen omdat hiervoor geen (rechts)grond bestaat. Zoals hiervoor is overwogen, volgt uit de overeenkomst tussen partijen dat tegenover de betaling van € 35.000 door Hog aan Rig, het recht van Hog staat op 60% van de aandelen. Een andere wijze van bepaling van de koopprijs van de aandelen bij levering zijn partijen niet overeengekomen.
5.10.
De vordering in reconventie onder II zal de rechtbank in zoverre toewijzen, dat zal worden bepaald dat Rig uit hoofde van de overeenkomst van geldlening geen terugbetaling aan Hog van het bedrag van € 35.000 met rente verschuldigd is. Partijen zijn het daarover immers eens. Aan de subsidiaire vordering van Rig onder III komt de rechtbank daarom niet toe.
5.11.
Rig zal als de in het ongelijk gestelde partij in conventie en als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Hog. De rechtbank begroot die kosten in conventie op € 2.185,99 (€ 87,99 aan explootkosten, € 656,- griffierecht en € 1.442,- aan salaris advocaat (2 punten x tarief III, uitgaande van het bedrag dat Hog voor haar recht op de aandelen heeft betaald)) en in reconventie op € 563,- (aan salaris advocaat 2 punten x tarief II x ½).
5.12.
De rechtbank ziet geen aanleiding om, zoals Rig ter zitting heeft verzocht, het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, omdat Rig dit verzoek onvoldoende heeft gemotiveerd. Dat uitvoering van het vonnis voordat op een eventueel hoger beroep zal zijn beslist, zal leiden tot de ondergang van YOL, zoals door Rig gesteld, acht de rechtbank niet zonder meer aannemelijk. De rechtbank verwijst daarvoor naar hetgeen hiervoor onder 5.8 is overwogen.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt Rig om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis 60% van de aandelen in Ymond Offshore Logistics B.V. aan Hog te leveren ten overstaan van het notariskantoor [notaris], [adres], op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Rig daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,-,
6.2.
bepaalt dat indien Rig niet aan het gevorderde onder 6.1 voldoet, dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de wilsbeschikking van Rig die is vereist voor het opmaken van de akten tot levering of delen daarvan,
6.3.
veroordeelt Rig in de proceskosten aan de zijde van Hog in conventie begroot op
€ 2.185,99
in reconventie
6.4.
bepaalt dat Rig uit hoofde van de overeenkomst van geldlening geen terugbetaling aan Hog van het bedrag van € 35.000 met rente verschuldigd is,
6.5.
veroordeelt Rig in de proceskosten aan de zijde van Hog in reconventie begroot op € 563,-,
in conventie en in reconventie
6.6.
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van der Kluit en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2021. [15]

Voetnoten

1.Hog spreekt in haar dagvaarding ook van “Asco Nederland B.V.”, maar de rechtbank begrijp dat zij daarmee Asco Holland (Logistics) B.V. bedoelt.
2.Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG:4158
3.Hoge Raad 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX:5572
4.vgl. 3.4
5.vgl. 3.8
6.vgl. 3.10 en 3.12
7.vgl. 3.14 en 3.15
8.zie 3.12
9.zie 3.13
10.zie 3.4
11.zie 3.13
12.zie 3.12
13.zie 3.14
14.zie 3.15
15.Conc.: 1289