ECLI:NL:RBNHO:2021:8361
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op Wob-verzoek inzake informatie over PepMV
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 1 oktober 2021, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eiseres heeft een verzoek ingediend op 1 april 2021 om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) met betrekking tot het gebruik van vaccins tegen PepMV en besmetting met PepMV. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op dit verzoek, aangezien de beslistermijn op 15 april 2021 verstreken was. Eiseres heeft verweerder op 28 mei 2021 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank overweegt dat, hoewel verweerder aangeeft dat de vertraging te wijten is aan capaciteitsproblemen en de behandeling van andere verzoeken, dit niet voldoende is om de overschrijding van de beslistermijn te rechtvaardigen. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Tevens wordt het beroep gegrond verklaard, en moet verweerder het griffierecht van € 360,- en de proceskosten van € 374,- vergoeden aan eiseres.
De rechtbank benadrukt het belang van tijdige besluitvorming in bestuurszaken en stelt dat de belangen van eiseres niet mogen wijken voor de administratieve achterstanden van verweerder. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.