Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
Het klopt dat [de jongere] staat ingeschreven bij de [naam school] te [plaats] en dat zij in de tenlastegelegde periode niet naar school is geweest.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Leerplichtwet. De verdachte, een ouder, werd beschuldigd van het niet naleven van de verplichting om ervoor te zorgen dat haar dochter, die ingeschreven stond op een school, deze school geregeld bezocht. De tenlastelegging betrof de periode van 17 augustus 2020 tot en met 17 februari 2021. De verdachte voerde aan dat er sprake was van overmacht, omdat haar dochter, die hoogbegaafd is, niet de juiste ondersteuning op school kreeg en thuisonderwijs volgde. De officier van justitie betoogde echter dat er geen noodtoestand was en dat de verdachte niet alle mogelijkheden had uitgeput om passend onderwijs voor haar dochter te creëren. De kantonrechter oordeelde dat de verdachte niet had voldaan aan de verplichtingen van de Leerplichtwet en dat haar beroep op overmacht niet kon slagen. De rechter concludeerde dat de verdachte strafbaar was, maar besloot geen straf of maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden waaronder het feit was begaan. De kantonrechter wees op het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en dat de kwaliteit van het thuisonderwijs als deugdelijk was beoordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ouders om hun verantwoordelijkheden onder de Leerplichtwet serieus te nemen, terwijl ook de context van de situatie van het kind in overweging wordt genomen.