ECLI:NL:RBNHO:2021:8280
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 14 juni 2021 beroep ingesteld bij de Rechtbank Noord-Holland wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn Wob-verzoek van 15 maart 2021. Dit verzoek betrof informatie over de campagneactiviteiten van de minister van Financiën in zijn rol als lijsttrekker van het CDA. Op 8 juli 2021 heeft de minister van Financiën, verweerder in deze zaak, alsnog op het verzoek beslist. Hierop heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en toestemming gegeven om de behandeling van het verzoek om vergoeding van proceskosten ter openbare zitting achterwege te laten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd. Na het sluiten van het onderzoek heeft de rechtbank uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Awb.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval is verweerder tegemoet gekomen aan het beroep van verzoeker, maar de rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Het beroepschrift is niet ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, en er zijn geen andere proceskosten aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank wijst erop dat verweerder wel verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht te vergoeden, waarvoor verzoeker zich tot verweerder moet wenden.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 24 september 2021. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen.