In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 15 september 2021, in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, staat de vraag centraal of eiser recht heeft op een tegemoetkoming in planschade. Eiser, eigenaar van een pand dat door een nieuw bestemmingsplan in waarde is verminderd, had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming van € 18.000,-. Het college had dit verzoek afgewezen, met als argument dat de waardevermindering niet correct was vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat bij de taxatie van schade in de vorm van waardevermindering, overgangsbepalingen buiten beschouwing moeten worden gelaten, ongeacht of het gaat om directe of indirecte schade. De rechtbank stelt vast dat het advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) niet aan de besluitvorming ten grondslag had mogen liggen, omdat het niet correct rekening hield met de waardevermindering van het pand. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij de waardering van het pand moet uitgaan van het gebruik als één woning. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1496,- en moet het griffierecht van € 178,- worden vergoed.