Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- De handelingen van de dader bestaan steeds uit het overdag, op straat, plotseling en onverhoeds benaderen van zijn slachtoffers om vervolgens sieraden van de nek of pols af te trekken.
- Het betreft in alle gevallen vrouwelijk slachtoffers van hogere leeftijd.
- Tijdens de berovingen werd er door de dader niets gezegd.
- Tijdens de eerste reeks berovingen benaderde de verdachte zijn slachtoffers op de fiets en bij de latere berovingen benaderde hij zijn slachtoffers op de scooter of lopend.
- Meerdere aangevers hebben verklaard dat zij de dader reeds eerder zagen en het gevoel hadden voorafgaand aan de straatroof geobserveerd te zijn.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Motivering van de sanctie
7.Bijkomende straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde partij 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.000,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het ten aanzien van parketnummer 15-194014-20, onder 1) ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[benadeelde partij 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.000,-ingediend tegen verdachte wegens materiële (€ 1.000,-) en immateriële schade (€ 1.000,-) die zij als gevolg van het ten aanzien van parketnummer 15-194014-20, onder 8) ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[benadeelde partij 3]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 4]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 5]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 6]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 75.000,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het ten aanzien van parketnummer 15-049600-21, onder 8) ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[benadeelde partij 7]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 8]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[benadeelde partij 9]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 350,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het ten aanzien van parketnummer 15-049600-21, onder 1) ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
[benadeelde partij 10]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het ten aanzien van parketnummer 15-194014-20 onder 2) ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
VIJF (5) JAREN.
[benadeelde partij 1]geleden immateriële schade tot een bedrag van € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 2]geleden schade tot een bedrag van € 1.750,- bestaande uit € 1.000,- als vergoeding voor de materiële en € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 3]geleden materiële schade tot een bedrag van € 100,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 4]geleden materiële schade tot een bedrag van € 2.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 5]geleden materiële schade tot een bedrag van € 4.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 5] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 6]geleden immateriële schade tot een bedrag van € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 6] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 7]geleden materiële schade tot een bedrag van € 1.720,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 7] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 8]geleden materiële schade tot een bedrag van € 1.750,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 8] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde partij 9]niet-ontvankelijk in de vordering.
[benadeelde partij 10]geleden schade.