Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
WerkSaam Westfriesland,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak verzoekt een werkneemster, werkzaam als ambtenaar, om vernietiging van haar ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft op 21 september 2021 uitspraak gedaan in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De werkneemster is op 3 mei 2021 op staande voet ontslagen door haar werkgever, WerkSaam Westfriesland, na de ontdekking van een hennepkwekerij in haar woning door de politie op 16 april 2021. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is, omdat de werkneemster betrokken was bij het opzetten en in stand houden van de hennepkwekerij. De kantonrechter stelt vast dat de werkneemster op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat haar gedragingen een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. De werkneemster had verzocht om haar weer aan te stellen en om doorbetaling van haar loon, maar dit verzoek wordt afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven en dat de werkneemster zich in een chantabele positie heeft gebracht door haar betrokkenheid bij de hennepkwekerij. Ook het verzoek om een transitievergoeding wordt afgewezen, omdat de werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De proceskosten komen voor rekening van de werkneemster.