Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 maart 2021,
- de mondelinge behandeling van 11 juni 2021 die via Skype heeft plaatsgevonden,
- de pleitnota van mr. Ebbink namens Depa Vastgoed,
- de pleitnota van mr. Koekoek namens Van Middendorp,
- de akte producties van de zijde van Depa Vastgoed van 16 juni 2021,
- de akte overleggen producties van de zijde van Van Middendorp van 16 juni 2021,
- de akte uitlaten producties van de zijde van Van Middendorp van 7 juli 2021.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
De deskundige heeft bij de dakbedekkingsconstructies 1-5 meerdere gebreken waargenomen. Ik verwijs U hierbij naar de punten 7.1 tot en met 7.5.
Ik stel (…) met cliënte vast dat in uw brief van heden noch in verdere (mij beschikbare) correspondentie, gemotiveerd en onderbouwd verwezen wordt naar concrete verplichtingen zijdens cliënte. Het inspectierapport van de heer [betrokkene 2] geeft daar evenmin blijk van en bevat slechts diverse aanbevelingen. (…).
Namens cliënte verzoek ik u derhalve gemotiveerd en onderbouwd aan te geven wat de concrete verplichtingen van cliënte zijn én vooral op grond waarvan. Eerst dan kan cliënte aangeven of de betreffende verplichtingen inderdaad moeten worden nagekomen.
(…)’.
(…) uw cliënte (wil) bepaalde werkzaamheden niet uitvoeren en schuift hiervoor de verantwoordelijkheid af op haar onderaannemer. Cliënte heeft niets deze onderaannemers te maken. Deze zijn de verantwoordelijkheid van uw cliënte.
(…)’.
4.Het geschil
5.De beoordeling
er echt wel het een en ander aan schort’. Bovendien blijkt uit de beoordelingspunten onder onderdeel 8 van het rapport dat de acceptatie daarvan voldoende is, ‘
mitsde aanbevelingen onder punt 9 zijn opgevolgd’. Het betreft daarbij steeds de waterdichtheid van de dakdetails. Dat betekent dat het niet opvolgen van die aanbevelingen meebrengt dat de uitvoering van die werkzaamheden wel degelijk ‘onvoldoende’ is. Dat blijkt ook uit de bijbehorende inspectiepunten in het rapport, waarin de staat van de constructie steeds is gekwalificeerd als ‘matig’ of ‘slecht’. Het standpunt van Van Middendorp dat het rapport niet meer dan ‘aanbevelingen’ geeft om de constructies te verbeteren en dat geen verplichting is aan te wijzen op grond waarvan zij de genoemde herstelwerkzaamheden zou moeten verrichten, kan niet worden gevolgd. Blijkens het rapport heeft de beoordeling immers plaatsgevonden op basis van de Vakrichtlijn ‘Gesloten dakbedekkingssystemen’. Het niet voldoen aan die vakrichtlijn, waarin is vastgelegd wat naar de laatste stand van de techniek van (de uitvoering van) een dakbedekkingssysteem mag worden verwacht, kan worden aangemerkt als een tekortkoming. Daarin lag de verplichting voor Van Middendorp om de herstelwerkzaamheden genoemd onder de aanbevelingen van punt 9 van het rapport uit te voeren. Daarmee kon zij (alsnog) voldoen aan de richtlijn uit de branche.
Op grond van artikel 82 lid 1 BW treedt het verzuim in, wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
Voor toewijzing van de gestelde kosten als schade is in elk geval vereist dat de kosten in causaal verband staan tot de toerekenbare tekortkoming van Van Middendorp.
Dat het in dit geval redelijk is dat Van Middendorp in plaats daarvan de volledige declaratie van de advocaat van Depa Vastgoed moet vergoeden, heeft Depa Vastgoed onvoldoende toegelicht. Daarbij komt dat onvoldoende inzichtelijk is in hoeverre die declaratie op buitengerechtelijke dan wel gerechtelijke kosten betrekking heeft.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
- huur hoogwerker: € 377,22
- kosten onderzoek Vebidak € 1.548,80
- herstelwerkzaamheden [bedrijf 2]
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)