Aan de hand van maximalisatie van de bouw- en gebruiksmogelijkheden onder het oude en nieuwe planologische regime is SAOZ in haar advies ingegaan op de schadefactoren uitzicht, schaduwwerking, karakter van de bestemming, privacy en hinder (waaronder verkeer).
Het uitzicht van eiser is volgens SAOZ door de toename van de (mogelijke) bouwmassa in zowel noordwestelijke (nieuwe supermarkt) als noordoostelijke richting (nieuw appartementengebouw) in (verdergaande) mate beperkt. Aan de noordwestzijde was volgens de SAOZ onder het oude planologische regime een transparante, niet volledig doorzichtige, overkapping van een tuincentrum met een hoogte van maximaal 4,00 meter toegestaan, terwijl in de nieuwe situatie, op wat grotere afstand van eisers perceel, een gebouw met dichtbij een hoogte van maximaal l4,80 meter en iets verder terugliggend 8,70 meter is toegestaan. Aan de noordoostzijde was volgens de SAOZ onder het oude planologische regime een gebouw met een hoogte van 10,00 meter toegestaan dat boven de 10,00 meter mocht worden voorzien van een kap tot een nok- of kaphoogte van 12,00 meter. SAOZ tekent hierbij aan dat van een maximale invulling dient te worden uitgegaan en dat dit slechts anders is indien de invulling met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is uitgesloten. Daarvan is hier volgens SAOZ geen sprake. De stelling van eiser dat het plaatsen van de kap niet in de lijn der verwachting lag, kan SAOZ niet plaatsen, omdat enkel verwachtingen bij de maximale invulling volgens haar geen rol spelen. Ook waren aan de noordoostzijde achter het gebouw bergingen met een goothoogte van 2,50 meter toegestaan. Onder het nieuwe planologische regime is aan die zijde op dezelfde afstand van de onroerende zaak van eiser, zo is ook niet in geschil, een appartementengebouw met een hoogte van 10,30 meter toegestaan, zij het dat het nieuwe gebouw wat breder mag zijn (20,00 meter inclusief galerijen en balkons) dan onder het oude plan (10 meter vermeerderd met balkons en luifels tot 1,50 meter breed.
Daarnaast is volgens SAOZ onder het nieuwe planologische regime sprake van een beperking van de daglichtinval, hoewel het schaduweffect op zich beperkt is, gelet op de ligging van de mogelijk gemaakte bebouwing ten noordwesten en -oosten van de woning van eiser.
Voorts is de situeringswaarde van de woning van eiser volgens SAOZ in verdergaande mate aangetast. Hoewel de directe omgeving van de woning van eiser onder het oude planologische regime al werd gekenmerkt door relatief intensieve bebouwing en gebruiksmogelijkheden, is als gevolg van de toename van de bouwmassa op korte afstand achter en naast de woning volgens de SAOZ sprake van een beduidend meer ingesloten ligging.
Verder is volgens SAOZ sprake van een verdergaande aantasting van de privacy onder de nieuwe planologische situatie. Vanuit noordoostelijke richting (de oude supermarkt en appartementen) kon bij een maximale invulling van het bestemmingsplan al een behoorlijke druk op de privacy van de woning van eiser uitgaan, maar door de grotere gevelbreedte en het verder in zuidwestelijke richting gesitueerd zijn van de galerijen is dit effect wat groter in de nieuwe situatie, aldus de SAOZ. Wat betreft de noordwestelijke zijde was in de oude situatie sprake van een privacy effect vanwege de aanwezigheid van het tuincentrum, maar van inkijk vanuit bebouwing was geen sprake. In de nieuwe situatie zijn hier appartementen voorzien. Hoewel deze, op de eerste verdieping, een behoorlijke afstand terug liggen van de rand van het nieuwe gebouw aan de zijde van eiser en alleen met de entreezijden op de woning van eiser zijn gericht, wordt hierdoor, aldus SAOZ, toch de privacy bij de woning van eiser beïnvloed, met name omdat voor de woningen ook nog een strook verblijfsgebied ten behoeve van de toegankelijkheid van de woningen is voorzien.
Ten slotte is volgens SAOZ sprake van toename van hinder. In de oude situatie kon ook al de nodige hinder worden ondervonden van het tuincentrum ten noordwesten en de supermarkt en woningen ten noordoosten van de woning, maar door met name de intensivering van het woongebruik is volgens de SAOZ sprake van enige toename van hinder. Het wonen heeft een meer permanent gebruikskarakter. Van toename van hinder als gevolg van het parkeerterrein ten behoeve van het nieuwe appartementengebouw tussen de bouwdelen 1 (de nieuwe supermarkt met appartementen) en 2 (het nieuwe appartementengebouw) en de toegangsweg tussen de woning van eiser en bouwdeel 2 is volgens SAOZ in planologisch opzicht geen sprake, omdat dat gebruik van die toegang en dat parkeren en dus die hinder als gevolg hiervan, anders dan AGL bepleit, onder het oude planologische regime ook al mogelijk was.
In haar advies van juli 2019 heeft SAOZ in de bijlage verder gereageerd op het aanvullende rapport van G&O Makelaars van 21 mei 2019 en dat van AGL van 27 mei 2019.
SAOZ onderschrijft gelet op het voorgaande niet de kwalificaties van de zijde van eiser dat onder het nieuwe planologische regime, bezien tegen de achtergrond van het oude, sprake is van een ernstige belemmering van het uitzicht, situeringswaarde, privacy en hinder, althans een groter nadeel dan zij heeft ingeschat.