Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
RESTRICTIONS AT AIRPORT OF DEPARTURE WITH OR WITHOUT ATFM RESTRICTIONS’en dat deze vertragingscode alleen op het vluchtrapport kan worden vermeld, omdat het naar de kantonrechter begrijpt wordt opgelegd door middel van lokaal radioverkeer op de luchthaven. De kantonrechter is van oordeel dat deze vertraging doorwerkt op de onderhavige vlucht. Uit het vluchtrapport van de vlucht volgt immers dat de vlucht 14 minuten vertraging heeft opgelopen vanwege de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht. Voorts heeft de vervoerder tegenover de betwisting van de passagiers dat sprake is van samenloop tussen de twee vertragingscodes (code 83 en code 5) voldoende onderbouwd dat luchtverkeersbeheer al een nieuw slot had opgelegd, zodat voldoende is gebleken dat de vertraging van de vlucht uitsluitende is opgelopen als gevolg van het intrekken en het opleggen van een nieuw slot. Een beperking of een nieuw slot opgelegd door luchtverkeersbeheer is niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening en ligt buiten de macht van een luchtvaartmaatschappij. De vervoerder dient immers altijd de instructies van luchtverkeersbeheer op te volgen. De kantonrechter oordeelt dan ook dat sprake is van buitengewone omstandigheden. Daarbij is voldoende gebleken dat de uiteindelijke (langdurige) vertraging van de passagiers van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van de voorafgaande en de onderhavige vlucht. De vertraging ontstaan als gevolg van de buitengewone omstandigheden heeft het immers voor de passagiers onmogelijk gemaakt om de aansluitende vlucht naar Skopje te halen.