4.3.De beoordeling
De veroordeelde is veroordeeld voor (kort gezegd) het in vereniging telen van hennepplanten in de periode van 23 juni 2020 tot en met 20 augustus 2020.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de veroordeelde door middel van of uit de baten van dit feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en/of buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld – wat betekent dat ‘voldoende aanwijzingen’ in de zin van artikel 36e lid 2 Sr bestaan – dat de veroordeelde naast dit feit, andere strafbare feiten heeft begaan, namelijk ook het in de periode van 2 oktober 2019 tot 23 juni 2020 telen van hennepplanten.
De rechtbank is op grond van de stukken en het onderzoek ter terechtzitting van oordeel dat buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld – waarmee ‘voldoende aanwijzingen’ in de zin van artikel 36e lid 2 Sr bestaan – dat de veroordeelde naast het feit waarvoor hij is veroordeeld, andere strafbare feiten heeft begaan, namelijk het kweken van 360 hennepplanten in de periode van oktober 2019 tot januari 2020.
De rechtbank is voorts van oordeel dat op grond van de stukken en het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de veroordeelde uit het feit waarvoor hij is veroordeeld en dit andere strafbare feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
Berekening schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Anders dan de officier van justitie neemt de rechtbank de ontnemingsrapportage niet (uitsluitend) als uitgangspunt voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Tijdens de behandeling van de vordering ter terechtzitting, heeft de veroordeelde – kort samengevat – het volgende verklaard.
Ik ben bezig geweest met de kweek van hennep. Ik heb een hennepkwekerij ingericht in de door mij gehuurde loods in een pand aan de [adres 2] te Slootdorp. Ik heb twee keer geteeld en geoogst, namelijk in de periode van oktober 2019 tot januari 2020 en in de periode van juni 2020 tot augustus 2020. Ik heb in de periode tussen januari 2020 en juni 2020 wel opnieuw plantjes gezet, maar ik heb deze plantjes uiteindelijk niet kunnen oogsten omdat de airco kapot was gegaan. Ik heb daarna de kwekerij enige tijd buiten werking gesteld omdat er onderzoek zou worden gedaan naar de elektra van de boerderij en de loods moest worden gekeurd in verband met asbest op het dak.
Bij mijn eerste teelt had ik 360 plantjes, was de oogst uiteindelijk 9,2 kilo en heb ik per gram maar € 3,00 ontvangen, omdat de kleur van de hennep door het machinaal knippen niet goed was. Bij mijn tweede teelt had ik 400 plantjes en was de oogst uiteindelijk 10 kilo. Voor deze plantjes kreeg ik ook maar € 3,00 per gram, maar nu omdat de markt voor dit type plantjes verzadigd zou zijn. Ik heb de oogst droog gewogen met een digitale weegschaal en verpakt in kilopakken. Het aantal kilopakken zou op de camerabeelden ook teruggezien moeten kunnen worden, maar die beelden zitten niet in het dossier.
Tijdens de verhoren, vastgelegd in de processen-verbaal van verhoor van de verdachte bij de politie van 23 augustus 2020 en 19 januari 2021, heeft de veroordeelde tevens verklaard over de periode, het aantal plantjes per teelt, het aantal oogsten en de opbrengst. Deze verklaringen van de veroordeelde met betrekking tot deze onderdelen zijn consistent, concreet en gedetailleerd, en vinden bovendien steun in andere onderdelen van het dossier zoals het proces-verbaal DVR d.d. 5 november 2020 (dossierpagina's 52-57). De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verdachte ten aanzien van de periode, het aantal plantjes per teelt, het aantal oogsten en de daarbij gerealiseerde opbrengst.
De rechtbank gaat derhalve bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor wat betreft de opbrengst uit van de door de veroordeelde ter terechtzitting afgelegde verklaring. Deze verklaring is het wettige bewijsmiddel als bedoeld in artikel 511f Sv waaraan de rechtbank de schatting van het voordeel ontleent. Uit de voornoemde verklaring van de veroordeelde blijkt dat zijn totale opbrengst voor beide oogsten
€ 57.600,00(oogst 1: € 27.600,00 (9,2 kilo a € 3,00/gram) + oogst 2: € 30.000,00 (10 kilo a € 3,00/gram) bedroeg.
Anders dan de veroordeelde houdt de rechtbank geen rekening met de stelling dat de veroordeelde slechts een deel van de opbrengst in cash heeft ontvangen, dat een deel door de afnemers is verrekend met zijn schuld aan hen in verband met de financiering van de investeringen (apparatuur) en dat een deel later nog zou worden verrekend met de aankoopprijs van nieuw in te kopen hennepplanten. Dit is op geen enkele manier concreet onderbouwd door de veroordeelde.
De veroordeelde heeft zich op het standpunt gesteld dat voor de bepaling van het voordeel nog diverse bedragen van de opbrengst moeten worden afgetrokken. De veroordeelde heeft ter terechtzitting de volgende kostenposten genoemd die voor verrekening in aanmerking zouden moeten komen:
-
huisvestingskosten€ 500,00 per maand.
-
kosten aankoop hennepstekken€ 5,00 per stek/plant
-
investeringskosten€ 35.000,00 in totaal.
De veroordeelde heeft voorts verklaard dat hij geen elektriciteitskosten heeft betaald, bij de eerste oogst zelf de planten heeft geknipt en dat bij de tweede oogst andere personen, tegen betaling, de planten hebben geknipt. Volgens de veroordeelde moeten deze
knipkostenook van de opbrengst worden afgetrokken.
Kosten voor huisvesting, hennepstekken, knipkosten en afschrijvingskosten van investeringen komen naar het oordeel van de rechtbank in aanmerking om in mindering te worden gebracht op de opbrengst. Dergelijke kosten zijn ten behoeve van de teelt in hennep gemaakt en houden hiermee dus direct verband. De rechtbank overweegt ten aanzien van deze kosten als volgt:
Huisvestingskosten
De veroordeelde heeft niets verklaard over de precieze duur van een kweek. Uit het BOOMrapport pagina 8 blijkt dat een normale kweekcyclus 10 weken betreft, maar dat de kweekcyclus bij het gebruik van C02 met één tot twee weken kan worden verkort. Uit de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat de veroordeelde gebruik heeft gemaakt van C02 bij de kweek. De rechtbank zal derhalve uitgaan van een kweekcyclus van 8 weken, te weten 56 dagen. De rechtbank berekent daarom de huisvestingskosten per oogst als volgt: € 500,00 x 12 maanden : 365 x 56 dagen = € 920,55 per oogst. De huisvestingskosten, voor beide oogsten, zijn in totaal € 920,55 x 2 =
€ 1.841,10. De rechtbank zal dit bedrag in mindering brengen op de opbrengst.
Kosten aankoop hennepstekken
De verklaring die de veroordeelde ter zitting ten aanzien van de kosten voor de aankoop van hennepstekken heeft gegeven acht de rechtbank niet redengevend voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, nu de veroordeelde bij de politieverhoren, neergelegd in de processen-verbaal van verhoor van de verdachte van 23 augustus 2020 en 19 januari 2021, telkens heeft verklaard dat hij € 4,00 per stek/plant heeft betaald. De rechtbank zal gelet op deze inconsistentie uitgaan van de in het BOOM-rapport op pagina 21 genoemde prijs voor hennepstekken van € 3,81 per stek/plant. Uitgaande van een totaal van 760 planten (oogst 1: 360 planten + oogst 2: 400 planten) bedragen de kosten van aankoop van de hennepstekken, voor beide oogsten, in totaal 760 x € 3,81 =
€ 2.895,60.De rechtbank zal dit bedrag in mindering brengen op de opbrengst.
Knipkosten
De veroordeelde heeft de knipkosten niet nader gespecificeerd. Daarom zal de rechtbank uitgaan van de knipkosten van € 2,00 per stek/plant zoals vermeld op pagina 21 van het BOOM-rapport. De rechtbank gaat verder uit van de verklaring van de veroordeelde dat hij alleen knipkosten had voor de tweede oogst. Dat resulteert in de volgende berekening van de knipkosten: 400 (aantal planten tweede oogst) x € 2,00 =
€ 800,00. De rechtbank zal dit bedrag in mindering brengen op de opbrengst.
Investeringskosten/afschrijvingskosten
De verklaring van de veroordeelde ten aanzien van de investeringskosten acht de rechtbank niet redengevend voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, nu de veroordeelde hierover wisselend heeft verklaard en de veroordeelde deze kosten niet concreet heeft onderbouwd. De rechtbank zal daarom de door de veroordeelde aangeduide investeringskosten niet in mindering brengen, maar zal wel afschrijvingskosten van investeringen in mindering brengen overeenkomstig het BOOM-rapport. Op pagina 3 van het BOOM-rapport staat vermeld dat bij 300-399 planten de afschrijvingskosten € 250,00 per oogst zijn en dat bij 400-499 planten de afschrijvingskosten € 300,00 per oogst zijn. In totaal zal de rechtbank daarom € 250,00 + € 300,00 =
€ 550,00in mindering brengen op de opbrengst.
Variabele kosten
Conform het BOOM-rapport zal de rechtbank tevens variabele kosten in mindering brengen op de opbrengst. Op pagina 3 van het BOOM-rapport staat vermeld dat deze kosten € 3,88 per plant bedragen. In totaal zal de rechtbank daarom € 3,88 x 760 (totaal aantal planten beide oogsten) =
€ 2.948,80in mindering brengen op de opbrengst.
Het voorgaande brengt mee dat het totaalbedrag van het
wederrechtelijk verkregen voordeeldoor de rechtbank wordt
geschatop:
€ 57.600,00 -/- (€ 1.841,10 + € 2.895,60 + € 800,00 + € 550,00 + € 2.948,80)
=€ 48.564,50.
5. Vaststelling van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel en de op te leggen betalingsverplichting
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de maatregel ter ontneming van het wederrechtelijk voordeel moet worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat vooralsnog niet aannemelijk is geworden dat de veroordeelde nu en in de toekomst over onvoldoende financiële draagkracht zal beschikken om aan een hem op te leggen betalingsverplichting te voldoen, nu dit door de verdediging onvoldoende met stukken onderbouwd is. Ook overigens is niet gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan het door de veroordeelde te betalen bedrag lager zou moeten worden vastgesteld dan op het bedrag van het geschatte voordeel.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande het door de veroordeelde te betalen bedrag vaststellen op
€48.564,50.