In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van diefstal en het telen van hennepplanten. De verdachte werd ervan beschuldigd in de periode van 23 juni 2020 tot en met 20 augustus 2020 in Slootdorp, gemeente Hollands Kroon, samen met anderen 400 hennepplanten te hebben geteeld, wat een overtreding van de Opiumwet inhoudt. Daarnaast werd hem verweten dat hij elektriciteit had weggenomen van Liander N.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting op 17 augustus 2021 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd voor het tweede feit en bewezenverklaring voor het eerste feit. De verdediging heeft ook vrijspraak voor het tweede feit bepleit en gedeeltelijke vrijspraak voor het eerste feit.
De rechtbank heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was wat de verdachte onder feit 2 ten laste was gelegd, en heeft hem daarvan vrijgesproken. Wat betreft feit 1 heeft de rechtbank vastgesteld dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de personen van de growshop, die de verdachte hielpen bij het opzetten van de hennepkwekerij. De rechtbank heeft het medeplegen bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht voor het telen van een grote hoeveelheid hennepplanten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 120 uren, met een vervangende hechtenis van 90 dagen bij niet-nakoming.