Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
De duurzame verblijfskaart is om de tien jaar automatisch hernieuwbaar’. Verweerder heeft niet gemotiveerd waarom in dit geval wordt afgeweken van dit artikel en waarom er een onderscheid wordt gemaakt tussen meerderjarigen en minderjarigen, dit onderscheid is in de richtlijn niet te vinden. Omdat in de Nederlandse regelgeving niets te vinden is met betrekking tot de geldigheidsduur van het verblijfsdocument, moet, nu de implementatietermijn van de Verblijfsrichtlijn is verlopen, en het bepaalde in het artikel voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is, de richtlijn op dit punt direct worden toegepast. Verweerder heeft in het bestreden besluit verwezen naar de Wet op de Identificatieplicht, de Paspoortwet en de Paspoortuitvoeringsregelingen. Deze regelingen vormen echter geen implementatie van de Verblijfsrichtlijn, gelet op de transponeringstabel bij de wijziging van het Vreemdelingenbesluit van 26 april 2020. Bovendien, al zou dit een implementatie zijn van de Verblijfsrichtlijn, dan zouden deze bepalingen volgens eiser buiten beschouwing moeten worden gelaten vanwege strijd met de Verblijfsrichtlijn.