Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ATFM due to WHEATHER AT DESTINATION.De vervoerder heeft overtuigend toegelicht dat deze regulatie is opgelegd vanwege de weersomstandigheden te Palma de Mallorca
.Uit het log volgt verder dat het CTOT is bijgesteld naar 12:12 UTC. De vervoerder heeft ook het log van de vlucht van Palma de Mallorca-Rotterdam overgelegd. Ook uit dit log valt op te maken dat het CTOT meerdere keren werd herzien. Het toestel kreeg uiteindelijk om 14:13 UTC het CTOT van 15:26 UTC met als reden code 81
: “ATFM due to ATC ENROUTE DEMAND/CAPACITY”.De vervoerder heeft naar het oordeel van de kantonrechter met de door haar overgelegde stukken en haar toelichting daarop voldoende aangetoond dat de luchtverkeersleiding meerdere CTOT’s aan het toestel heeft opgelegd. Niet is gebleken dat de CTOT’s door eigen toedoen van de vervoerder zijn opgelegd. Wanneer een toestel een CTOT krijgt opgelegd, heeft het toestel niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een CTOT moet immers altijd worden opgevolgd. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn in dit geval de opgelegde CTOT’s voor de vluchten Rotterdam-Palma de Mallorca en Palma de Mallorca-Rotterdam aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Het CTOT is in dit geval immers niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening en ligt buiten de macht van de luchtvaartmaatschappij.