ECLI:NL:RBNHO:2021:7302

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 juli 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
C/15/318291 / KG ZA 21-392
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • P.W.M. de Wolf MSM
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor reis van moeder met kinderen naar het Verenigd Koninkrijk

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over vervangende toestemming voor een reis naar het Verenigd Koninkrijk. De moeder verzocht om toestemming om met haar minderjarige kinderen van 3 augustus 2021 tot 14 augustus 2021 naar het Verenigd Koninkrijk te reizen voor een familiebezoek. De vader verzette zich tegen deze reis, omdat hij vreesde dat het een te groot risico voor de gezondheid van hun zoon zou vormen, gezien de Covid-19 situatie. De rechtbank oordeelde dat de reis noodzakelijk was, aangezien de moeder haar ouders sinds 2015 niet had gezien en de gezondheid van de grootouders zorgwekkend was. De rechtbank stelde vast dat de vader onvoldoende bewijs had geleverd dat de reis een te groot risico voor de gezondheid van de kinderen met zich meebracht. De rechtbank verleende de moeder vervangende toestemming voor de reis en voor het aanvragen van paspoorten voor de kinderen, aangezien de vader zijn toestemming had onthouden. De rechtbank benadrukte dat de moeder zich moest houden aan de geldende Covid-19 maatregelen en dat de toestemming van de vader voor de reis en het aanvragen van paspoorten door de rechtbank werd vervangen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/318291 / KG ZA 21-392
Vonnis in kort geding van 28 juli 2021
in de zaak van
[eiseres] ,wonende op een geheim adres, eiseres,
advocaat mr. P.J. van de Pol te Haarlem, tegen
[gedaagde] ,wonende te [woonplaats] , gedaagde.
Partijen zullen hierna de moeder en de vader genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met bijlagen;
1.2.
De mondelinge behandeling van het kort geding heeft plaatsgevonden op 26 juli 2021. Aanwezig waren de moeder, bijgestaan door mr. A. Muller, waarnemer van mr. P.J. van de Pol, en de vader.
De vader heeft ter zitting stukken overgelegd.

2.De feiten

2:1.Partijen zijn gehuwd geweest, welk huwelijk is geëindigd op 13 augustus 2018 door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van 29 november 2017.
2.2.
Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen [XX] , op [geboortedag] te [geboorteplaats] ;
[YY] ), op [geboortedag] te [geboorteplaats] .
Partijen hebben het gezamenlijk gezag over de minderjarige kinderen. De hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen is bij de moeder.
2.3.
Bij vonnis kort geding van 8 maart 2021 is door de voorzieningenrechter een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld waarbij de vader het ene weekend op
2.4.
zaterdag van 10.00 uur tot 12.00 uur en het andere weekend op zondag van 10.00 uur tot
12
uur omgang met de kinderen zal hebben, de eerste vier keer in aanwezigheid van de moeder.
2.5.
Bij vonnis kort geding van 9 april 202 l van de voorzieningenrechter is de moeder
- kort samengevat - veroordeeld tot nakoming van voornoemd vonnis kort geding van 8 maart 202 l met een dwangsom indien de moeder de omgangsregeling niet nakomt.
2.6.
Bij beschikking van deze rechtbank van 25 april 202 l is tot nader wordt beslist, de bij vonnis van 8 maart 202 l vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gehandhaafd met dien verstande dat het contact begeleid wordt door (een hulpverlener van) Humanitas BOR en is de definitieve beslissing aangehouden tot 22 oktober 2021 PRO FORMA. Tevens heeft de rechtbank blijkens proces-verbaal doorverwijzing van 13 april 2021 doorverwijzen van partijen naar het zogenoemd Uniform Hulpaanbod plaatsgevonden met als doelen: oudercommunicatie en omgangsbegeleiding.

3.Het geschil

3.l. De moeder vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1) haar vervangende toestemming verleent om met de minderjarige kinderen in de periode vanaf 3 augustus 2021 tot 14 augustus 2021 te mogen afreizen naar het Verenigd Koninkrijk met als reden familiebezoek;
2) haar vervangende toestemming te verlenen tot het aanvragen van paspoorten voor de minderjarige kinderen.
3.2.
De moeder legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag.
De moeder heeft meermaals geprobeerd om met de vader in overleg te treden over zijn toestemming voor de reis naar het Verenigd Koninkrijk. De vader heeft deze toestemming echter niet willen verlenen. De moeder en de kinderen hebben nu een aantal jaren de grootouders niet gezien, hetgeen hen veel verdriet doet. De moeder begrijpt niet waarom de vader haar en de kinderen tegenhoudt om naar de grootouders te gaan. Nu de maatregelen omtrent Covid-19 zijn versoepeld meent de vrouw dat zij met de kinderen naar haar ouders kan gaan. Er is geen sprake van een toeristische reis van de moeder naar het Verenigd­ Koninkrijk. Zij heeft haar ouders al sinds 2015 niet meer gezien omdat de vader het voor de kinderen niet noodzakelijk vond om te reizen. De ouders van de moeder zijn echter niet jong meer en hun gezondheid laat ook te wensen over. De grootmoeder van de kinderen is de laatste zes maanden heel erg ziek, zij heeft een ziekenhuisopname gehad, en twee zussen
van de moeder zijn ook overleden. De grootmoeder heeft het erg moeilijk en zij wenst de kinden om zich heen. De moeder meent dan ook dat het gaat om een noodzakelijke reis met name waar het gaat om het zien van haar ouders, de grootouders van de kinderen. De moeder stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij deze vordering omdat het belang om met de kinderen afte reizen naar haar familie in het Verenigd Koninkijk gelet op het voorgaande dusdanig urgent is. De gezondheisdssituatie van de grootouders is niet stabiel en zij zijn beiden op leeftijd.
Ten aanzien van de vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort heeft de moeder gesteld dat de kinderen een identiteisbewijs nodig hebben, onafhankelijk van de gewenste reis naar het Verenigd Koninkrijk, en de vader ondanks verzoeken daartoe
weigerachtig is gebleven om hieraan zijn medewerking te verlenen.
3.3.
De vader voert ter zitting als meest verstrekkend verweer tegen de vordering van de moeder met betrekking tot de vervangende toestemming aan dat de reis te risicovol is voor zijn zoon. Op de website van Rijksoverheid staat vermeld dat het Verenigd Koninkrijk een zeer hoog risico gebied is en het advies van de overheid is om alleen noodzakelijke reizen te maken naar het Verenigd Koninkrijk. De vader heeft aangegeven dat zijn zoon gezondheidsklachten heeft; hij is astmatisch en slikt hiervoor medicijnen. De vader is van mening dat de gezondheid van zijn zoon in het gedrang komt als hij met de moeder naar het Verenigd Koninkrijk reist.
Tegen de vordering van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen tot het aanvragen van paspoorten voor de minderjarige kinderen heeft de vader aangevoerd dat de kinderen tot en met 30 sept 2021 ook zonder paspoort naar het Verenigd Koninkrijk kunnen reizen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 254 Wetboek van Rechtsvordering is de voorzieningenrechter in alle spoedeisende zaken, waarin gelet op de belangen van partijen een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd deze te geven.
Gelet op de geplande reis begin augustus van de moeder heeft de moeder spoedeisend belang bij haar vordering. De moeder is in zoverre ontvankelijk in haar verzoek.
vervangende toestemming (reizen naar het Verenigd Koninkrijk)
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het gezag over de kinderen door partijen gezamenlijk wordt uitgeoefend. Dit betekent dat de moeder toestemming nodig heeft van de vader om met de kinderen naar het buitenland te reizen. Tot op heden heeft de vader zijn toestemming hiervoor niet gegeven.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de reis van de moeder met de kinderen naar het Verenigd Koninkrijk als noodzakelijk worden aangemerkt, gelet op de omstandigheid dat de moeder, zoals zij onweersproken heeft gesteld, haar ouders sinds 2015 niet heeft gezien, hetgeen eveneens geldt voor [XX] ten aanzien van haar grootouders, die op leeftijd zijn en gezondheidsklachten hebben, terwijl [YY] zijn grootouders nog nooit heeft gezien. Daar komt bij dat de vader, gelet op het gemotiveerde verweer door de moeder, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de reis naar het Verenigd Koninkrijk een te groot risico vormt voor de gezondheid van de zoon. Bovendien heeft te gelden dat de kinderen respectievelijk 7 en 5 jaar oud zijn en daarmee, gelet op hun leeftijd, weinig risico lopen op besmetting met Covid 19 en ernstige gevolgen daarvan.
De rechtbank zal de moeder gelet op het voorgaande dan ook vervangende toestemming voor de door haar geplande reis naar het Verenigd Koninkrijk verlenen.
De rechtbank wijst er daarbij op dat zij in haar overwegingen met name het kader van de vervangende toestemming van de vader beoordeelt en in mindere mate de feitelijke toestand van de Covid-19 pandemie in Nederland en het Verenigd Koninkrijk en de gevolgen daarvan, die per dag, week en maand sterk wisselend zijn. Immers, de betrokken overheden
dragen daarvoor uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid met daartoe telkens wisselende, passende, maatregelen, die voor de moeder en haar kinderen, evenals alle overheidsmaatregelen, bindend zijn en dienen te worden nagekomen. Het is in dat verband derhalve uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid van de moeder om zich - onafhankelijk van de te verlenen vervangende toestemming - te houden aan de actuele Covid-19 maatregelen van de relevante overheden. De moeder heeft overigens ter zitting uitdrukkelijk verklaard dit ook te zullen doen.
vervangende toestemming (aanvragen paspoort)
4.3.
Artikel 34 lid 2juncto artikel 38 lid 2 Paspoortwet voorziet in de mogelijkheid, indien een van de personen die het gezag over een kind uitoefent weigert een verklaring van toestemming voor het aanvragen van een paspoort afte geven, deze verklaring te vervangen door een verklaring van de rechter, die een zodanige beslissing geeft als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
4.4.
Het hebben van een identiteitsbewijs is voor iedereen verplicht, zodat ook voor beide kinderen een identiteitsbewijs dient te worden verkregen. Nu de moeder onweersproken heeft gesteld dat de vader weliswaar tweemaal via een formulier toestemming heeft verleend voor de afgifte van een paspoort voor de kinderen, maar uiteindelijk zijn noodzakelijke handtekening daarvoor heeft onthouden, zal diens toestemming, gelet op het belang voor de kinderen van het hebben van een identiteitsbewijs, door die van de rechtbank worden vervangen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat de moeder vervangende toestemming wordt verleend om met de minderjarigen [XX]
, geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] ;
[YY] , geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] ,
afte reizen naar het Verenigd Koninkrijk in de periode van 3 augustus 2021 tot 14 augustus 2021;
5.2.
bepaalt dat aan de moeder vervangende toestemming wordt verleend om een paspoort aan te vragen voor de minderjarigen [XX]
, geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] ;
[YY] , geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] ;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W.M. de Wolf MSM en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Schuth op 28 juli 2021.
\
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het gereclusnofte Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat. Omdat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.
-0 -
1. _ c
';
Pl'2.lt..'%