Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Jan Keezer B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2021 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Jan Keezer B.V. Het geschil betreft de vernietiging van de opzegging van een arbeidsovereenkomst die door de werkgever was gedaan voordat de werknemer met zijn werkzaamheden was begonnen. De kantonrechter oordeelt dat er wel degelijk een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, ondanks het ontbreken van een handtekening van de werknemer. De werkgever had de arbeidsovereenkomst opgezegd via een e-mail, wat door de kantonrechter als een geldige opzegging werd beschouwd. Echter, de opzegging werd ongeldig verklaard omdat de werknemer niet had ingestemd met de opzegging en er geen toestemming van het UWV was verkregen.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de werknemer recht heeft op loon, aangezien hij ziek was vanaf de datum van aanvang van de arbeidsovereenkomst. De werkgever erkende dat de werknemer recht had op 100% van het loon volgens de geldende CAO, ondanks dat er een Ziektewetuitkering was toegekend. De kantonrechter heeft de wettelijke verhoging gematigd tot nihil, maar de wettelijke rente werd toegewezen vanwege te late betaling. De proceskosten werden door de kantonrechter verdeeld, waarbij iedere partij zijn eigen kosten moest dragen. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.