In deze zaak heeft Drenth Fijnmetaal B.V. (hierna: Drenth) een vordering ingesteld tegen Bultsma Automatisering B.V. (hierna: Bultsma) wegens tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst. Drenth heeft bij dagvaarding van 10 april 2017 Bultsma aangeklaagd, nadat zij in maart 2016 had aangegeven de overeenkomst te willen beëindigen. De overeenkomst betrof het onderhoud en beheer van een ICT-systeem, dat Bultsma sinds mei 2014 beheerde op basis van een Service Level Agreement (SLA). Drenth heeft de SLA met Bultsma beëindigd op 21 juni 2016 en is overgestapt naar een andere beheerder, Biesenbeek IT.
Na de beëindiging van de overeenkomst heeft Drenth te maken gekregen met een ransomware-aanval op 19 juli 2016, waarbij zij losgeld heeft betaald om toegang tot haar systemen te herstellen. Drenth stelt dat Bultsma tekortgeschoten is in haar verplichtingen, omdat er geen bruikbare back-ups waren, waardoor het systeem niet kon worden hersteld. Drenth vordert een schadevergoeding van € 17.262,27, plus buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
Bultsma betwist de vordering en stelt dat zij niet meer verantwoordelijk was voor het systeembeheer na de beëindiging van de overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Drenth onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat Bultsma tekortgeschoten is. De kantonrechter heeft de vordering van Drenth afgewezen en Drenth veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Daarnaast heeft Bultsma een tegenvordering ingesteld voor een onbetaalde factuur van € 236,55, die door de kantonrechter is toegewezen.