ECLI:NL:RBNHO:2021:7063
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing van een minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kind naar een andere plaats. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M.A.M. Ansink, verzocht om toestemming om met haar kind naar [plaats] te verhuizen en hem in te schrijven op een basisschool aldaar. De vader, vertegenwoordigd door mr. B. Beekman, verzet zich tegen deze verhuizing, stellende dat dit niet in het belang van het kind is en dat het de bestaande zorgregeling ernstig zou verstoren.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen. De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over hun minderjarige kind, dat bij de moeder woont. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verhuizing een aanzienlijke impact zou hebben op de zorgregeling en het contact tussen het kind en de vader. De afstand van 125 kilometer zou de uitvoering van de zorgregeling bemoeilijken en de mogelijkheid voor de vader om betrokken te blijven in het leven van zijn kind aanzienlijk verminderen.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de redenen van de moeder voor de verhuizing, waaronder haar wens om een gezinsleven op te bouwen met haar nieuwe partner. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze redenen niet voldoende waren om de belangen van het kind en de vader te negeren. De rechtbank concludeerde dat de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming voor de verhuizing en inschrijving op de basisschool in [plaats] moesten worden afgewezen, omdat het belang van het kind om in zijn vertrouwde omgeving te blijven en het contact met de vader te behouden zwaarder woog.