ECLI:NL:RBNHO:2021:7029

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
C/15/313348 / JU RK 21-313
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in gezinsopnamezaak met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 6 juli 2021 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) die haar verplichtte mee te werken aan een gezinsopname. De schriftelijke aanwijzing was gericht op het verbeteren van de opvoedsituatie van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht stonden van de GI. De rechtbank oordeelde dat de schriftelijke aanwijzing gedeeltelijk vervallen moest worden verklaard op basis van het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de kans van slagen van de gezinsopname niet kon worden ingeschat en dat er geen draagvlak was voor de gezinsopname bij de gezinsleden. De bijzondere curator had in haar rapport aangegeven dat er alternatieven voorhanden waren die door beide ouders werden gedragen, en dat de mogelijke voordelen van de gezinsopname niet opwogen tegen de nadelen en risico's. De rechtbank heeft ook overwogen dat de GI onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van de kinderen en de alternatieven die beschikbaar waren. De rechtbank heeft de bijzondere curator ontslagen uit haar functie, aangezien haar betrokkenheid niet langer nodig was. De rechtbank deed een dringend appel op de ouders om zich in te spannen om de ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen weg te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/313348 / JU RK 21-313
Datum uitspraak: 6 juli 2021
Beschikking van de meervoudige kamer over de schriftelijke aanwijzing
in de zaak van
[de moeder],
wonende te [plaats] , hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. L.N. Hermes, kantoorhoudende te Noord-Scharwoude,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [plaats] ,
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
hierna te noemen: de GI,
wonende te Amsterdam,
[de bijzondere curator],
hierna te noemen: de bijzondere curator,
kantoorhoudende te [plaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
Bij tussenbeschikking van 6 april 2021 heeft de rechtbank de beslissing op het verzoek van de moeder aangehouden in afwachting van reactie van partijen op de door de rechtbank opgestelde vragen voor Horizon te Harreveld en de voorgenomen vragen voor de bijzondere curator. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 14 april 2021 hun reacties in te dienen.
1.2.
Bij tussenbeschikking van 16 april 2021 heeft de rechtbank vragen geformuleerd voor Horizon te Harreveld en tevens de beslissing op het verzoek van de moeder aangehouden tot een nadere mondelinge behandeling op 14 juni 2021 om 09:30 uur, in afwachting van aanvullende informatie van de GI en/of de moeder omtrent de in deze beschikking onder 3.5 en 3.6 geformuleerde vragen.
1.3.
Bij beschikking van 16 april 2021 heeft de rechtbank:
- [de bijzondere curator] , werkzaam als mediator, kantoorhoudende te Sassenheim, tot bijzondere curator voor de minderjarigen benoemd en verzocht binnen zes weken schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen en daarbij een standpunt over het verzoek in te nemen;
- de ouders verzocht om binnen tien dagen na ontvangst van het advies van de bijzondere curator schriftelijk hun standpunt ten aan zien van het verslag van bevindingen van de bijzonder curator kenbaar te maken;
- bepaald dat de mondelinge behandeling van de zaak zal plaatsvinden op 14 juni 2021 om 09:30 uur.
1.4.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de e-mail met bijlagen van de GI van 26 mei 2021, ingekomen bij de griffie op 26 mei 2021;
- het rapport van de bijzondere curator van 1 juni 2021, ingekomen bij de griffie op 2 juni 2021.
1.6.
Op 14 juni heeft de meervoudige kamer van de rechtbank de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de bijzondere curator.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2.
Bij beschikking van 14 juli 2016 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] uitgesproken. De ondertoezichtstelling is nadien telkens verlengd, laatstelijk tot 14 oktober 2021.
2.3.
De gecertificeerde instelling heeft op 4 februari 2021 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Hierin is het volgende opgenomen:
“- U draagt er zorg voor dat u op 24 februari om 14:00 uur deelneemt aan het intakegesprek met Horizon. U zorgt dat u digitaal aanwezig bent of op kantoor van DJGB in Alkmaar. U laat vóór 22 februari weten of u digitaal of op kantoor aansluit.
- U neemt deel en werkt mee aan de gezinsopname van Horizon, wanneer zij gezinsbehandeling voor jullie geschikt bevinden.”

3.Het verzoek

3.1.
De moeder heeft verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de schriftelijke aanwijzing van de GI geheel vervallen te verklaren. De moeder is van mening dat de schriftelijke aanwijzing strijdig is met het recht aangezien een gezinsopname een therapie is die alleen in het kader van de wet verplichte geestelijke gezondheidszorg(hierna: Wvggz) kan worden opgelegd. Voorts is de moeder van mening dat de GI niet bevoegd is om de schriftelijke aanwijzing te geven, aangezien de gezinstherapie geen betrekking heeft op de verzorging en opvoeding van de kinderen, maar verder gaat dan dat. De moeder is daarnaast van mening dat een gezinsopname strijdig is met het evenredigheidsbeginsel vanwege de inbreuk die het zal maken op het sociale- en schoolleven van de minderjarigen, evenals op de persoonlijke levenssfeer van de moeder. De moeder stelt in dat kader dat zij voor de duur van de gezinsopname, te weten twaalf tot zestien weken, geen onbetaald (zorg)verlof kan opnemen in verband met haar vaste lasten en voorts haar sociale leven in die periode stil ligt. De GI heeft niet uitgelegd waarvoor de gezinsopname bedoeld is en welke therapie er toegepast zal worden en heeft evenmin uitgelegd hoe de gezinstherapie zich verhoudt tot de geschetste belangen van de kinderen en van haarzelf, waardoor de schriftelijke aanwijzing ondeugdelijk is onderbouwd en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Voorts is de moeder van mening dat er nog alternatieven aanwezig zijn die moeten worden onderzocht voordat de gezinsopname wordt toegepast. Er wordt namelijk pas sinds kort uitvoering gegeven aan de nieuwe zorgregeling en het solo-parallel ouderschap en daarnaast biedt de gemeente sinds kort het hulpverleningstraject ‘samenwerking voor gezinnen’ aan. De ouders zouden eerst dit traject eerst moeten doorlopen voordat de gezinstherapie wordt ingezet.

4.Het verweer

4.1.
De GI heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Tussen de ouders is al langere tijd sprake van ernstige strijd. Het is daardoor voor de kinderen niet mogelijk om onbelast contact met hun vader te hebben, waarbij de GI signalen ziet van ouderverstoting. Er zijn volgens de GI op dit moment geen alternatieve hulpverleningstrajecten meer beschikbaar die de situatie van de ouders zou kunnen verbeteren en die minder impact hebben dan de gezinsbehandeling. Ambulante gezinshulpverlening heeft namelijk gefaald en het solo-parallel ouderschap komt niet van de grond. Daarbij heeft de gemeente laten weten niet langer andere hulpverleningsvormen te ondersteunen vanwege het uitblijven van resultaat. Indien de ouders niet naar een gezinsopname zullen gaan, kan de veiligheid van de kinderen bij de moeder niet worden gegarandeerd en zal een uithuisplaatsing worden overwogen. Er is geen sprake van verplichte opname, maar van een hulpverleningsvorm vallende onder de Jeugdwet, welke hulpverlening gericht is op het veranderen en verbeteren van opvoedershandelen vanuit de ouders. Daarbij is de GI van mening dat zij het besluit zorgvuldig hebben genomen. Tijdens de intake op 24 februari 2021 - waaraan de moeder niet heeft deelgenomen - zou worden besproken wat een gezinsopname inhoudt en was er voor de moeder ruimte tot het stellen van vragen. Horizon heeft vooraf aangegeven in de afgelopen jaren meerdere ervaringen te hebben opgedaan met situaties waarin de ouders uit elkaar zijn en de kinderen tussen de ouders klem zitten en loyaliteitsproblemen hebben.

5.Het rapport van de bijzondere curator

5.1.
De bijzondere curator heeft de rechtbank als volgt gerapporteerd. De impact van een gezinsopname voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zal groot zijn. [minderjarige 1] bouwt op school een sociaal leven op en kan nu de scholen volledig open gaan eindelijk ‘normaal’ contact hebben met de mensen van school. Zij wil geen uitzondering worden. Daarnaast bestaat er een groot risico dat [minderjarige 1] de gezinsopname haar vader zal verwijten. Bij [minderjarige 2] zou een gezinsopname tot gevolg hebben dat zij nog meer het gevoel krijgt dat zij voor iedereen moet zorgen en het terugkomen in de ‘gewone’ wereld zal na de opname moeilijk voor haar zijn. Zij heeft het fijn op school en gaat naar een belangrijk schooljaar. Een gezinsopname zou de kinderen daarentegen kunnen opleveren dat hun weerstand naar de vader wordt doorbroken, [minderjarige 1] meer loskomt van de moeder en [minderjarige 2] leert dat zij niet verantwoordelijk is voor haar moeder en zus.
De bijzondere curator heeft naar aanleiding van de gesprekken gezien dat er bij geen van de gezinsleden draagvlak is voor een gezinsopname en heeft aangegeven dat de mogelijke voordelen niet opwegen tegen de nadelen en risico’s.
Op de vraag naar mogelijke alternatieven heeft de bijzondere curator geantwoord dat er op dit moment nog een traject voor solo-parallel ouderschap loopt en dat er een zorgregeling is gestart die nog een kans moeten krijgen. Hierbij is het belangrijk dat de zorgregeling niet wordt aangepast en de kinderen gedurende de zomervakantie conform de gemaakte afspraken drie aaneengesloten weken bij hun vader verblijven. De bijzondere curator heeft gezien dat de moeder in staat is om de kinderen te ondersteunen en naar hen de boodschap af te geven dat zij gewoon naar hun vader gaan. Om beter grip te krijgen op het gezin en de posities die [minderjarige 2] en [minderjarige 1] innemen ten opzichte van beide ouders wordt een vorm van systeemeducatie geadviseerd. Als laatste middel staat een uithuisplaatsing bij de vader open, maar voordat een uithuisplaatsing wordt ingezet zal eerst naleving van de huidige zorgregeling moeten worden betracht. In dat kader is het belangrijk dat de ondertoezichtstelling in oktober 2021 verlengd zal worden, zodat daarmee geen vrijblijvendheid voor de ouders bestaat en niet van de gemaakte afspraken zal worden afgeweken.

6.De antwoorden van Horizon

6.1.
In antwoord op de vragen van de rechtbank uit de beschikking van 16 april 2021 heeft Horizon te Harreveld als volgt gereageerd. Op basis van de aanmelding is Horizon van mening dat de kinderen klem zitten tussen de ouders, aangezien de ouders hen blijven belasten met zorgen over de situatie en de andere ouder. Het doel van de gezinsopname is dat de kinderen bij de moeder blijven wonen en er zal tijdens de opname worden bezien of de moeder in staat is de kinderen een veilig emotioneel opvoedingsklimaat te bieden, dan wel of zij voldoende leerbaar is op dat punt. De andere behandeldoelen bestaan uit: het zorgen voor ruimte om prettig contact te hebben met beide ouders, het zorgen voor aansluiting van de ouders bij de kinderen, het zorgen voor emotionele toestemming en gelegenheid vanuit de ouders naar de kinderen om prettig contact te hebben met de andere ouder. Het is de bedoeling dat de ouders en de kinderen in beginsel gedurende twaalf weken bij Horizon verblijven, deze periode kan worden verkort of verlengd. In deze twaalf weken zal de zorgregeling door blijven lopen en zal de moeder doordeweeks voor de kinderen zorgen en de vader in het weekend. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zullen naar een reguliere school gaan in de buurt van Harreveld en er is ook ruimte voor hen om bij de lokale verenigingen hun sportactiviteiten uit te oefenen. De behandeling bestaat uit drie fases, te weten observatie en vaststellen begeleidingsplan, veranderingsfase en consolidatiefase. Of de doelen kunnen worden behaald is afhankelijk van onder andere de motivatie en het beschikken over reflectief- en lerend vermogen bij de betrokkenen. De afgelopen jaren heeft Horizon veel gezinnen behandeld waarin sprake was van vechtscheidingsproblematiek. De ervaring heeft geleerd dat er na een opname langdurige ondersteuning nodig blijft om zicht te blijven houden op de problematiek. Het is uiteindelijk afhankelijk van de ouders hun inzet en bereidheid om mee te willen werken in hoeverre deze nazorg tot stand kan komen.

7.De standpunten ter zitting

7.1.
Door en namens de moeder wordt aanvullend het volgende aangevoerd.
De antwoorden van Horizon komen volgens de moeder niet overeen met de bespreking tijdens de intake van 16 april 2021. Tijdens deze intake bleek namelijk dat Horizon ervan uit ging dat de gezinsopname gericht was op opvoedondersteuning. Toen bleek dat de hulpvraag daarop niet was gericht, vroeg Horizon zich af of een opname dan wel mogelijk was. Daarbij blijkt niet dat de doelen van Horizon voldoende SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) zijn. De moeder staat achter het rapport van de bijzondere curator en wil overal aan meewerken, ook aan systeemtherapie. De moeder heeft daarbij wel het gevoel dat de focus wederom op haar wordt gelegd terwijl de signalen vooral vanuit de situatie bij de vader vandaan komen.
7.2.
Namens de GI wordt aanvullend het volgende aangevoerd.
De GI handhaaft de schriftelijke aanwijzing. Door de vastgelegde zorgregeling en met de inzet van solo-parallel ouderschap is de situatie nu iets verbeterd, maar nog niet voldoende om een gezinsopname te voorkomen. De gezinsopname is voor de GI een laatste redmiddel om de situatie te doorbreken en te verbeteren voor de kinderen. De GI vraagt zich af of de alternatieven genoemd door de bijzondere curator voldoende zullen brengen voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , al ziet de GI ook de bezwaren en het gebrek aan draagvlak voor de gezinsopname. Desgevraagd acht de GI de kans van slagen van een gezinsopname beperkt, maar blijft de GI van mening dat het geprobeerd moet worden.
7.3.
Door de bijzondere curator wordt aanvullend het volgende aangevoerd.
De timing van de gezinsopname is volgens de bijzondere curator niet juist. De omgang is onlangs uitgebreid en niet alleen de moeder, maar ook de kinderen werken daaraan mee, waardoor een gezinsopname voor hen niet te begrijpen zal zijn. Als de zorgen echt zo groot waren, had de GI de gezinsopname moeten laten plaatsvinden vóór deze uitbreiding. De moeder heeft, zij het langzaam, in het kader van solo-parallel ouderschap stappen gezet en zij laat de kinderen naar de vader gaan op de afgesproken momenten. Ondanks de weerstand van met name [minderjarige 2] bij de begeleiding van [naam] is het niet in het belang van de kinderen om een andere hulpverlener te zoeken voor het solo-parallel ouderschap, omdat [naam] inmiddels goed op de hoogte is van de situatie van het gezin. Vanuit de bijzondere curator zijn er geen zorgen over de veiligheid van de kinderen bij de vader, maar moeten de signalen van de kinderen over de thuissituatie bij de vader worden verklaard vanuit het loyaliteitsconflict waar zij in zitten. De zomervakantie, waarin de kinderen drie weken aaneengesloten naar de vader zullen gaan, zal de vader de ruimte geven om de omgang meer zelf vorm te gaan geven. Als de omgang goed blijft verlopen zal er daardoor wat veranderen in de loyaliteit van de kinderen. Dat heeft weer tot gevolg dat ook de moeder haar houding zal gaan veranderen. De bijzondere curator heeft systeemtherapie geadviseerd omdat de kinderen het gevoel hebben dat zij een keuze moeten maken en [minderjarige 2] het gevoel heeft haar moeder en haar zus te moeten beschermen. Dat komt in dit geval met name van de moeder omdat zij met de kinderen een drie-eenheid vormt. Omdat zij de primaire opvoeder is, ligt het veranderen van het gevoel van de kinderen ook voornamelijk in haar invloedssfeer. Zij kan de kinderen helpen door te leren hoe zij hen emotionele toestemming kan geven. Desgevraagd geeft de bijzondere curator aan dat zij zich kan voorstellen dat een uitbreiding van de reguliere omgang met een extra nacht tussen de vader en de kinderen meer rust kan brengen, maar dat dit in het kader van de hulpverlening van [naam] besproken moet worden. Het uiteindelijke doel waar iedereen naartoe zou moeten werken is dat de kinderen ontspannen naar hun vader gaan en er onbelaste omgang komt. Gelet op de gesprekken met beide ouders heeft de bijzondere curator er vertrouwen in dat zij uiteindelijk op dit punt zullen komen.
7.4.
Door de vader wordt het volgende aangevoerd.
De vader merkt dat het contact met de kinderen beter gaat, zo heeft hij aan het einde van de meivakantie een knuffel van ze gekregen. Ook de vader vraagt zich af wat een gezinsopname het gezin gaat brengen en of dit niet te schadelijk zal zijn voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . De zorgregeling wordt nagekomen, al blijven de kinderen wel negatieve dingen zeggen. De vader begrijpt dat dit voortkomt uit hun loyaliteitsconflict. Vanwege het positieve verloop hoopt de vader dat de reguliere omgang uitgebreid kan worden naar twee nachtjes, zodat de vader meer tijd met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kan doorbrengen en er in ieder geval één volle dag is zonder overdracht.

8.De beoordeling

8.1.
De rechtbank heeft in de beschikking van 6 april 2021, voor zover thans van belang, het volgende overwogen:

4.3 Tijdens de mondelinge behandeling van 30 maart 2021 is afgesproken dat de intake en de eventuele gezinsopname worden losgekoppeld. Pas als er een volledige intake heeft plaatsgevonden en deze ertoe leidt dat Harreveld het gezin geschikt vindt voor een gezinsopname aldaar, kan mede op grond van een concreet plan van aanpak van Horizon worden beoordeeld of het tweede onderdeel van de schriftelijke aanwijzing van de GI – de gezinsopname – aan de wettelijke vereisten voldoet.”
Gelet op het voorgaande dient de rechtbank thans nog te beslissen of de gezinsopname aan de wettelijke vereisten voldoet.
8.2.
Op grond van artikel 1:263, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan, voor zover in deze zaak van belang, de GI ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Artikel 1:264, eerste lid, van het BW bepaalt, voor zover van belang, dat de kinderrechter op verzoek van een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar of ouder een schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen kan verklaren.
8.3.
Een schriftelijke aanwijzing op grond van artikel 1:263 van het BW kan alleen worden gegeven indien het gaat om de uitvoering van de taak van de GI, het de verzorging en opvoeding van de minderjarige betreft, de gezaghebbende ouder(s) of de minderjarige niet instemmen met de uitvoering van het plan van aanpak of daaraan niet of onvoldoende medewerking verlenen en dit noodzakelijk is om concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.
8.4.
De rechtbank zal allereerst ingaan op de vraag of de moeder haar verzoek tijdig heeft ingediend en daardoor in haar verzoek kan worden ontvangen. Vervolgens zal worden beoordeeld of de GI in beginsel bevoegd is een schriftelijke aanwijzing met deze inhoud te geven. Hierna zal de rechtbank beoordelen of in plaats van het opleggen van een schriftelijke aanwijzing een andere rechtsregel kan worden toegepast met een vergelijkbaar resultaat. Ten slotte zal de rechtbank ingaan op de aanwending van de bevoegdheid van de GI, waarbij marginaal aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur wordt getoetst omdat een schriftelijke aanwijzing op grond van artikel 1:263 BW dient te worden beschouwd als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Ontvankelijkheid
8.5.
Artikel 1:264 lid 3 van het BW bepaalt dat de termijn voor indiening van een verzoek tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing twee weken bedraagt. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beslissing is verzonden of uitgereikt. Het verzoek van de moeder tot vervallenverklaring is op 18 februari 2021 ingekomen bij de rechtbank. Dat is binnen veertien dagen na 5 februari 2021, zijnde de dag na die waarop de aanwijzing aan de moeder is verstuurd. De moeder is dan ook ontvankelijk in haar verzoek.
Bevoegdheid
8.6.
De rechtbank is van oordeel dat de GI in beginsel bevoegd is een schriftelijke aanwijzing met deze inhoud te geven. De schriftelijke aanwijzing heeft een direct verband met de taak van de GI en is gericht op het wegnemen van ontwikkelingsbedreigingen, te weten de loyaliteitsproblematiek van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en het uitblijven van onbelast contact met beide ouders. Bovendien is de maatregel gericht op de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] doordat de gezinsopname gericht is op het verkrijgen van inzicht in de gezinssystemen en het daarin aanbrengen van noodzakelijke verandering.
Andere bijzondere rechtsregel
8.7.
De moeder heeft aangevoerd dat een gezinsopname een therapie is die alleen in het kader van de Wvggz kan worden opgelegd, waardoor de schriftelijke aanwijzing strijdig is met het recht. De rechtbank overweegt dat de Wvggz alleen kan worden toegepast bij psychische stoornissen en niet voorziet in gezinsopnames. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat uit een schriftelijke aanwijzing geen verplichte zorg voortvloeit die ondanks verzet kan worden uitgevoerd, in tegenstelling tot een machtiging in het kader van de Wvggz.
Aanwending van de bevoegdheid
8.8.
De moeder heeft aangevoerd dat de gezinsopname bij Horizon te Harreveld in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank zal dit toetsen aan de criteria van subsidiariteit (zijn er alternatieven beschikbaar waardoor het verstrekkende middel van de gezinsopname kan worden voorkomen?) en proportionaliteit (staat het middel van de gezinsopname in verhouding tot de te behalen doelen?).
8.9.
Ten aanzien van de proportionaliteit overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat gezinsopname een zwaar en ingrijpend middel is. Voor de duur van 12 tot 16 weken zullen de moeder en de kinderen op weekdagen worden opgenomen en de vader en de kinderen op weekenddagen. Nog daargelaten wat de impact is van deze langdurige en intensieve bemoeienis in de gezinssituatie, worden de kinderen en de ouders hiermee voor langere duur uit hun vertrouwde omgeving gehaald, waardoor de kinderen niet naar hun eigen school kunnen, de moeder haar werk niet kan uitvoeren en de sociale contacten voor alle betrokkenen worden bemoeilijkt.
Uit de beantwoording van de vragen van de rechtbank door Horizon is niet gebleken welke concrete resultaten worden verwacht van de opname van de ouders en de kinderen. De beantwoording bestaat uit algemeenheden en is niet toegespitst op deze moeder, deze vader en deze kinderen. Blijkens het verhandelde tijdens de laatste zitting is tijdens de intake van de moeder ook niet ingegaan op de specifieke omstandigheden van dit gezin, aangezien de betrokken intakemedewerker meende dat gezinsopname niet aan de orde is bij loyaliteitsproblematiek zoals hier. Kennelijk heeft de beantwoording van de vragen plaatsgevonden na een gesprek van de GI met Horizon. De rechtbank weet nog steeds niet of Horizon de gezinsopname op voorhand kansrijk acht en kan daarmee zelf ook niet inschatten of te verwachten valt dat opname tot een doorbraak in de problematiek van het gezin zal leiden.
Daarnaast heeft de bijzondere curator in haar rapport geconcludeerd dat er op voorhand bij de kinderen en de ouders geen draagvlak is voor een gezinsopname en dat de mogelijke voordelen van een gezinsopname niet opwegen tegen de nadelen en de risico’s daarvan.
8.10.
Ten aanzien van de subsidiariteit overweegt de rechtbank als volgt. De bijzondere curator heeft in haar rapport beschreven welke alternatieven er nog voorhanden zijn, die bovendien door beide ouders worden gedragen. Allereerst moet volgens de bijzondere curator worden ingezet op verdere naleving van de huidige zorgverdeling, waarbij de kinderen geen ruimte moeten ervaren om vroegtijdig terug naar de moeder te gaan op het moment dat zij het bij de vader moeilijk hebben. De bijzondere curator heeft ter zitting geadviseerd de huidige weekendregeling uit te breiden naar een regeling waarbij de kinderen vanaf vrijdagmiddag bij de vader zijn, zodat er meer rust in dat contact kan komen. Bovendien wordt de opvoedsituatie bij de vader door de bijzondere curator als voldoende veilig gezien. Ten tweede heeft de bijzondere curator geadviseerd in verband met de communicatie tussen de ouders het solo-parallel ouderschap en de bijbehorende hulpverlening van [naam] voort te zetten. Ten derde heeft de bijzondere curator systeemtherapie voor de moeder, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geadviseerd, waarbij de vader mogelijk in een later stadium zal kunnen aansluiten. Ten slotte heeft de bijzondere curator aangevoerd dat voornoemde stappen in een dwingend kader moeten worden gezet en zal de ondertoezichtstelling aan het einde van het jaar moeten worden verlengd.
De rechtbank is van oordeel dat niet valt uit te sluiten dat de beoogde doelen alsnog kunnen worden bereikt met de geschetste alternatieven, Daarbij is nog van belang dat is gebleken dat de vastgestelde zorgregeling inmiddels wordt nageleefd door alle partijen, zij het niet ‘onbelast’. Bovendien is deze zorgregeling de eerste die in alle jaren van hulpverlening is vastgesteld, zodat er geen reden is om te vrezen voor een neergaande lijn als onderdeel van een patroon. Ook ziet de rechtbank dat het solo-parallel ouderschap, voor zover gebaseerd op een door beide partijen ondertekend ouderschapsplan en begeleid door [naam] , nog niet zolang loopt. Dat het weglopen van [minderjarige 1] tijdens omgang met de vader de GI veel zorgen heeft gebaard is begrijpelijk, maar rechtvaardigt nog niet de conclusie dat er geen basis is voor het solo-parallel ouderschap. Tot slot onderschrijft de rechtbank de conclusie van de bijzondere curator over het inzetten van systeemtherapie, nu dat niet eerder is geprobeerd en de moeder daar medewerking aan wil verlenen.
8.11.
Vanwege het voorgaande concludeert de rechtbank dat de schriftelijke aanwijzing in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Gezinsopname is een zeer ingrijpend middel, waarvan de kans van slagen niet kan worden ingeschat en waarvan de mogelijke voordelen niet opwegen tegen de nadelen, mede gelet op de weerstand van alle betrokkenen. Voorts zijn er minder ingrijpende alternatieven die nog kunnen worden ingezet en waarvan niet valt uit te sluiten dat de met een gezinsopname in Harreveld beoogde doelen daarmee ook kunnen worden bereikt. De GI heeft hiermee in haar belangenafweging onvoldoende rekening gehouden. Gelet hierop zal de rechtbank de schriftelijke aanwijzing vervallen verklaren.
8.12.
Voorts overweegt de rechtbank dat bij deze stand van zaken de betrokkenheid van de bijzondere curator niet langer nodig is, waardoor de rechtbank de bijzondere curator zal ontslaan uit haar functie.
8.13.
De rechtbank merkt ten overvloede het volgende op. Hoewel de schriftelijke aanwijzing vervallen wordt verklaard, ziet de rechtbank ook dat de GI tot deze aanwijzing heeft besloten om tot een doorbraak te komen. De ondertoezichtstelling loopt namelijk al sinds 2016 en de ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen zijn nog immer aanwezig. De GI kan de alternatieven die de bijzondere curator heeft aangedragen voor de komende tijd als leidraad gebruiken, waarbij de GI de mogelijkheid heeft om, indien noodzakelijk, opnieuw over te gaan tot het geven van een schriftelijke aanwijzing aan (een van) de ouders. De rechtbank doet een dringend appel op de ouders om zich de komende tijd maximaal in te spannen om de ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen alsnog weg te nemen.

9.De beslissing:

De rechtbank:
9.1.
verklaart de schriftelijke aanwijzing van 4 februari 2021 voor zover deze ziet op het tweede gedachtestreepje, te weten het meewerken en deelnemen aan de gezinsopname bij Horizon te Harreveld, vervallen;
9.2.
ontslaat [de bijzondere curator] , kantoorhoudende te [plaats] van haar functie als bijzondere curator voor de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker, voorzitter, mr. J.L. Roubos, en mr. A.H. Loos-Horstman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Commandeur als griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2021.