In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 augustus 2021 een spoedbeschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van de zorg- en omgangsregeling voor de minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam) heeft verzocht om de omgang van de kinderen met (pleeg)vader [pleegvader 2] per direct op te schorten. Dit verzoek is gedaan in het kader van de bestaande zorg- en omgangsregeling, waarbij de kinderen op dat moment bij (pleeg)vader [pleegvader 2] verbleven.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend en onverwijld actie nodig was om de zorg- en omgangsregeling te wijzigen, gezien het risico op onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarigen. De kinderrechter heeft besloten dat de zorg- en omgangsregeling tussen de minderjarigen en (pleeg)vader [pleegvader 2] voor de duur van twee weken wordt opgeschort. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de wijziging onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele verdere rechtsmiddelen.
De kinderrechter heeft tevens bepaald dat de GI en de belanghebbenden hun mening kunnen geven op een nader te bepalen zitting, die uiterlijk binnen twee weken na de beschikking zal plaatsvinden. De zitting zal worden gehouden in het gerechtsgebouw De Appelaar in Haarlem. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. E.C.M. van Mierlo, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier S.M. Ouwehand.