Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
FBTO Zorgverzekeringen N.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen FBTO Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in detentie heeft gezeten. De kern van het geschil betreft de vraag of de gedaagde verplicht is om verzekeringspremies te betalen over de periode van 30 december 2019 tot 1 april 2020, ondanks zijn deelname aan een elektronisch detentieprogramma. De gedaagde betwistte de vordering van FBTO, stellende dat hij in detentie was en daarom geen premie verschuldigd was. De kantonrechter oordeelde echter dat deelname aan elektronische detentie niet betekent dat de rechten en plichten uit de zorgverzekering worden opgeschort. De rechter concludeerde dat de gedaagde vanaf 30 december 2019 weer premieplichtig was en dat FBTO terecht de zorgverzekering had hervat na de detentieperiode. De kantonrechter heeft de vordering van FBTO tot betaling van € 287,23 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen omdat FBTO niet voldoende had aangetoond dat de aanmaningen correct waren verzonden.