In deze zaak heeft verzoekster, die in dienst was bij Hairless Laser Clinics B.V., een verzoek ingediend om veroordeling tot betaling van een transitievergoeding, vakantiedagen en een billijke vergoeding. De arbeidsovereenkomst van verzoekster eindigde op 30 juni 2020, en zij stelde dat zij recht had op een transitievergoeding op basis van artikel 7:673 BW. Hairless betwistte de ontvankelijkheid van het verzoek, omdat dit na de vervaltermijn zou zijn ingediend. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat het verzoek tijdig was ingediend, omdat verzoekster voldoende bewijs had geleverd dat het verzoekschrift op 30 september 2020 was ingediend.
De kantonrechter heeft vervolgens de hoogte van de transitievergoeding vastgesteld op € 717,39 en de betaling van € 1.173,92 voor niet genoten vakantiedagen toegewezen. De verzoekster vroeg ook om een billijke vergoeding op grond van artikel 7:673 lid 9 BW, omdat zij meende dat het niet verlengen van haar arbeidsovereenkomst het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van Hairless. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen, omdat de werkgever niet in ernstige mate de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst had geschonden. De billijke vergoeding werd daarom afgewezen.
De proceskosten werden toegewezen aan verzoekster, omdat Hairless had erkend dat vakantiedagen moesten worden uitbetaald, maar dit niet had gedaan, waardoor verzoekster genoodzaakt was om juridische stappen te ondernemen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek voor het overige werd afgewezen.