Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
6.De beslissing
griffierecht € 83,00
salaris gemachtigde € 240,00 ;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiseres, de zus van de overledene [XX], een vordering ingesteld tegen haar ouders, de gedaagden, tot uitbetaling van haar erfdeel in de nalatenschap van [XX]. De overledene is op 21 september 2018 overleden, en de erfgenamen zijn eiseres en de gedaagden, die ieder recht hebben op een derde van de nalatenschap. Eiseres heeft bij dagvaarding van 25 mei 2020 haar vordering ingesteld, nadat er onenigheid was ontstaan over de afwikkeling van de nalatenschap. Gedaagden hebben een tegenvordering ingediend en betwisten de vordering van eiseres. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de overgelegde bankafschriften en de verklaringen van de betrokken partijen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagden de nalatenschap hebben afgewikkeld zonder voldoende overleg met eiseres en zonder deugdelijke verantwoording. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen tot een bedrag van € 38,76, te vermeerderen met wettelijke rente, en de proceskosten aan de zijde van eiseres toegewezen. De tegenvordering van gedaagden is afgewezen.