Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘(…)De verwachte duur van het verzuim:Er kan een voorzichtige start worden gemaakt.De mate waarin werkne(e)m(s)ter arbeidsongeschikt is:(…)Werkneemster kan afgebakende taken verrichten, aan de hand van onderstaand opbouwschema. Bij voorkeur op korte afstand van haar woonplaats, [plaats] , i.v.m. concentratie en autorijden.Eventuele adviezen over aanpassingen, werkvoorzieningen of interventies:(…)Zij is herstellende van een werkgerelateerde stoornis, het herstel verloopt langzaam. Naar verwachting kan zij vanaf week 8 een voorzichtige start maken met haar re-integratie. Voorwaarde voor werkhervatting is dat voorafgaand, in week 7, een gesprek plaatsvindt met werkgever (HR) over de te verrichten taken en werkplek. Werkneemster ervaart gedachten aan de werkvloer als zeer stresserend. (…)’
‘Middels dit schrijven delen wij u mede dat uw gedrag van hedenmorgen onacceptabel is en wordt niet op prijs gesteld.Op het moment dat de werknemer de werkvloer betreed hoort deze een ieder uit beleefdheid goedemorgen/middag te wensen, dit ontbrak bij u vandaag.(…)Naar aanleiding van het advies van de bedrijfsarts, die strikt opgevolgd dient te worden, stellen wij u nogmaals in de gelegenheid om morgen 15 april 2020 de geplande uren te hervatten van 12:00 tot 14:00 uur. Indien u hieraan geen gevolg geeft, zijn wij genoodzaakt over te gaan tot loonopschorting.’
‘Oordeel over het verloop van de re-integratie:Werkneemster is uitgevallen met forse claimklachten en beperkingen. Ondanks adequaat behandeltraject is er lange tijd geen ingang geweest om te starten met re-integratie. Er is sprake van ervaren stressgevoelens jegens huidige werkgever. De re-integratie is niet goed van de grond gekomen, mede doordat de plek niet passend was. Nu is sprake van een forse terugval. (…)
3.De vordering
€ 5.000,- en een aanvullende dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of deel van een dag dat gedaagde daaraan niet voldoet na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
€ 6050,00 inclusief 21% BTW aan B&W re-integratie binnen 10 dagen na dagtekening van het vonnis, waarbij een bewijs van kwijting van B&W re-integratie bij uitsluiting als bewijs van betaling door gedaagde kan dienen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- en een aanvullende dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of deel van een dag dat gedaagde daaraan niet voldoet na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
Kamerstuk II2004/05, 30118, nr. 3, p. 157), aldus [werkneemster] .