Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van RIBW inclusief 15 producties van 16 juli 2021,
- de nagezonden producties 16 t/m 23 van RIBW van 22 juli 2021,
- de mondelinge behandeling op 23 juli 2021 en de door de griffier bijgehouden aantekeningen,
- de spreekaantekeningen van RIBW,
- de spreekaantekeningen van [gedaagden].
- mr. Nabben en mr. Dubach voornoemd,
- [gedaagden], bijgestaan door mr. Jongeling voornoemd.
3.Feiten
De Algemene Leveringsvoorwaarden ggz onderdeel uitmaken van deze overeenkomst. Deze zijn te vinden op www.ribw-kam.nl/leveringsvoorwaarden en/of indien gewenst kosteloos en per omgaande op papier te verkrijgen.”
De overeenkomst eindigt:
bij overplaatsing naar een andere zorginstelling;
met instemming van beide partijen;
na een eenzijdige, ondubbelzinnige opzegging van de overeenkomst door de client;
na een eenzijdige opzegging door de zorginstelling met inachtneming van het bepaalde in artikel 30;
overlijden van de client;
op de einddatum genoemd in het indicatiebesluit;
wanneer de geldigheidsduur van de beschikking waarop de overeenkomst is gebaseerd is afgelopen;
indien de overeenkomst mede inhield het bieden van zelfstandige verblijfsruimte op grond van een huurovereenkomst, eindigt de overeenkomst uiterlijk na een kalendermaand na het moment van beëindigen van de overeenkomst conform het eerste lid van dit artikel.
De zorginstelling is gerechtigd de overeenkomst op te zeggen, indien:
de financiering, de verwijzing, de indicatie of een geldende beschikking voor de zorg komt te ontbreken; de zorginstelling gaat hier evenwel niet toe over indien de instelling meent dat het stopzetten van de zorg op dat moment onverantwoord is omdat sprake is van noodzakelijke zorg;
de client herhaaldelijk diens verantwoordelijkheden uit de overeenkomst niet nakomt of kan nakomen, daarop herhaaldelijk is aangesproken maar hij of zij zijn of haar gedrag niet verandert en dit heeft geleid tot een zodanige situatie dat het langer voortduren van de overeenkomst in redelijkheid niet langer van de zorginstelling kan worden gevergd;
de client zodanig ernstige strafbare feiten begaat die een duidelijke weerslag hebben op de relatie met de zorgverleners of de medecliënten, dat het voortduren van de overeenkomst niet langer in redelijkheid van de zorginstelling kan worden gevergd;
door toedoen van naasten van de client ernstige spanningen met de zorgverleners ontstaan, waardoor voortzetting van zorgvuldige zorg al dan niet in combinatie met verblijf ernstig wordt bemoeilijkt;
indien de zorgvraag van de client dusdanig verandert dat het niet meer van de zorginstelling kan worden verlangd dat zij de zorg verleent zoals is overeengekomen en is vastgelegd in het zorgplan.
Bij beëindiging van de overeenkomst neemt de zorginstelling een redelijke termijn in acht als mede die zorgvuldigheid betreffende de nazorg, die in redelijkheid van de instelling mag worden verwacht.
Bij het beëindigen van de overeenkomst spannen de zorginstelling en de client zich in om in onderling overleg tijdig de randvoorwaarden te regelen die nodig zijn voor het ontslag en/of de nazorg indien continuïteit van zorg noodzakelijk is. De zorginstelling stelt op de hoogte van het ontslag vóór het daadwerkelijke vertrek:
de contactpersoon of vertegenwoordiger van de client;
betrokken zorgverleners, al dan niet binnen dezelfde zorginstelling.
Indien de overeenkomst gepaard gaat met verblijf, is de zorginstelling behulpzaam bij het vinden van eventuele huisvesting en – indien nodig – het regelen van een uitkering voor de client.”
Deze overeenkomst geldt voor de duur van de begeleiding van de huurder/deelnemer door RIBW K/AM. Op deze overeenkomst zijn derhalve niet van toepassing de artikelen 7:201 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. Door het einde van de begeleiding – om welke reden dan ook – eindigt derhalve van rechtswege ook deze huurovereenkomst.
De woning wordt door RIBW K/AM gehuurd van een woningcorporatie zodat RIBW K/AM hoofdhuurder en huurder/deelnemer onderhuurder is. (…)
De medewerkers van RIBW K/AM zijn verplicht de huurder/deelnemer te begeleiden en te ondersteunen. De deelnemer is verplicht van de begeleiding gebruik te maken.
RIBW K/AM is in geval van wanprestatie (achterstallige betaling, onderhoud) van de huurder/deelnemer of in geval van onbehoorlijk gedrag (overlast) door de gebruiker of bij een negatieve tussentijdse evaluatie in het kader van het begeleidingstraject bevoegd deze huurovereenkomst (en daarmee ook de begeleidingsovereenkomst of bereidheidsverklaring (alleen van toepassing bij HFH)) met onmiddellijke ingang op te zeggen. De huurder/deelnemer is alsdan verplicht de woning met al het hare c.q. al het zijne te verlaten onder afgifte van de sleutels van de woning aan RIBW K/AM. (…)”
4.Het geschil
5.De beoordeling
1.016,00