Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
CSU Personeel B.V.
1.De gronden van de beslissing
Stichting Kolom)).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 juli 2021 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen een werkneemster, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, CSU Personeel B.V. De kern van het geschil was of [verzoekster] recht had op een transitievergoeding na een vermindering van haar arbeidsuren. De werkneemster was voorheen 39,75 uur per week in dienst bij CSU, maar na een overname van een project van Asito, kreeg zij een aanbod voor een arbeidsovereenkomst van maximaal 48 uur per week, wat resulteerde in een verlies van 6,75 uur per week aan arbeidsuren.
De kantonrechter oordeelde dat [verzoekster] geen recht had op een transitievergoeding, omdat het verlies van arbeidsuren minder dan twintig procent van haar oorspronkelijke uren betrof. De Hoge Raad heeft in een eerdere uitspraak (ECLI:NL:HR:2018:1617) bepaald dat er pas recht op een transitievergoeding bestaat bij een substantiële vermindering van de arbeidstijd van ten minste twintig procent. Aangezien [verzoekster] slechts 6,75 uur per week had verloren, wat minder was dan de vereiste 10,95 uur (twintig procent van 54,75 uur), werd haar verzoek afgewezen.
De kantonrechter besloot dat iedere partij de eigen proceskosten moest dragen en verklaarde de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.