In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de opheffing van testamentair bewind en beschermingsbewind van betrokkene. Betrokkene, die onder bewind staat vanwege zijn geestelijke en lichamelijke toestand, heeft verzocht om zelf een belastingadviseur te mogen kiezen en om € 15.749 uit het testamentair bewind ter beschikking te stellen voor de aanschaf van een MAX-mobiel. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende reacties van betrokkenen, waaronder de testamentair bewindvoerder en de mentor van betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2021 heeft betrokkene zijn verzoeken toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij meer betrokken wil worden bij zijn financiën en dat hij zijn huidige MAX-mobiel niet meer veilig kan gebruiken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelfstandig te behartigen, gezien de complexiteit van zijn vermogen en de betrokkenheid van meerdere partijen. Het verzoek tot opheffing van het beschermingsbewind en testamentair bewind is afgewezen. Echter, de kantonrechter heeft gewichtige redenen gevonden om de testamentair bewindvoerder te ontslaan, gezien de verstoorde familieverhoudingen en het gebrek aan samenwerking tussen de betrokkenen. De rechtbank heeft besloten om Stichting Bewindvoering "Tot Plaatselijk Nut" aan te stellen als nieuwe bewindvoerder, zowel voor het testamentair bewind als het beschermingsbewind, om zo de belangen van betrokkene beter te kunnen behartigen.
De beslissing van de rechtbank omvat ook de machtiging voor de nieuwe bewindvoerder om de kosten voor de MAX-mobiel te dekken en de jaarbeloning van de bewindvoerder vast te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Amsterdam.