ECLI:NL:RBNHO:2021:6624

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2021
Publicatiedatum
6 augustus 2021
Zaaknummer
9036443 BM VERZ 21-411
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag testamentair bewindvoerder en verzoek tot opheffing van bewind

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de opheffing van testamentair bewind en beschermingsbewind van betrokkene. Betrokkene, die onder bewind staat vanwege zijn geestelijke en lichamelijke toestand, heeft verzocht om zelf een belastingadviseur te mogen kiezen en om € 15.749 uit het testamentair bewind ter beschikking te stellen voor de aanschaf van een MAX-mobiel. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende reacties van betrokkenen, waaronder de testamentair bewindvoerder en de mentor van betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2021 heeft betrokkene zijn verzoeken toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij meer betrokken wil worden bij zijn financiën en dat hij zijn huidige MAX-mobiel niet meer veilig kan gebruiken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelfstandig te behartigen, gezien de complexiteit van zijn vermogen en de betrokkenheid van meerdere partijen. Het verzoek tot opheffing van het beschermingsbewind en testamentair bewind is afgewezen. Echter, de kantonrechter heeft gewichtige redenen gevonden om de testamentair bewindvoerder te ontslaan, gezien de verstoorde familieverhoudingen en het gebrek aan samenwerking tussen de betrokkenen. De rechtbank heeft besloten om Stichting Bewindvoering "Tot Plaatselijk Nut" aan te stellen als nieuwe bewindvoerder, zowel voor het testamentair bewind als het beschermingsbewind, om zo de belangen van betrokkene beter te kunnen behartigen.

De beslissing van de rechtbank omvat ook de machtiging voor de nieuwe bewindvoerder om de kosten voor de MAX-mobiel te dekken en de jaarbeloning van de bewindvoerder vast te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 9036443 \ BM VERZ 21-411 GS
Uitspraakdatum: 6 augustus 2021

Beschikking van de rechtbank

op verzoek van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift van betrokkene, ter griffie ingekomen op 7 januari 2021;
  • de reactie van [ttt] , ingekomen op 15 januari 2021;
  • de reactie van [rrr] , de zus tevens mentor van betrokkene, hierna ook te noemen: de mentor, ingekomen op 10 februari 2021;
  • een aanvullend verzoekschrift van betrokkene, ingekomen op 3 maart 2021;
  • de reactie van [sss] , de broer tevens testamentair bewindvoerder van betrokkene, ingekomen op 10 maart 2021;
  • een aanvullende reactie van de mentor, ingekomen op 7 juni 2021;
  • de reactie van [ttt] , ingekomen op 12 juli 2021.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 13 juli 2021.
Op het verzoek tot opheffing van het testamentair bewind is op grond van artikel 4:178, tweede lid BW, de rechtbank bevoegd te beslissen. Nu de kantonrechter ook tot rechter is benoemd in deze rechtbank ziet de kantonrechter aanleiding om de zaak niet naar de rechtbank te verwijzen, maar het verzoek tot opheffing van het testamentair bewind gelijktijdig te behandelen en, gelet op de verwevenheid van de verzoeken, in één beschikking af te doen.

de feiten

Bij beschikking van 9 oktober 1995 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand. [ttt] , kantooradres: [adres] , hierna ook te noemen:
[ttt] , is bij beschikking van 10 mei 2012 benoemd tot beschermingsbewindvoerder in de zin van artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Op 3 juli 2001 is te [plaats] overleden: [uuu 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , de vader van betrokkene. Bij testament van 11 september 2000 heeft de vader [sss] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , benoemd tot testamentair bewindvoerder over hetgeen betrokkene verkrijgt uit zijn nalatenschap.
Op 28 november 2008 is te [plaats] overleden: [vvv] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , de moeder van betrokkene. Bij testament van 13 oktober 2000 heeft de moeder [sss] benoemd tot testamentair bewindvoerder over hetgeen betrokkene verkrijgt uit haar nalatenschap.

de verzoeken

Betrokkene heeft toestemming verzocht om zelf een belastingadviseur te kiezen voor de aangifte inkomstenbelasting, omdat zijn civiele bewindvoerder en zijn testamentair bewindvoerder daar niet mee instemmen. Verder heeft hij verzocht € 15.749 uit het testamentair bewind ter beschikking te stellen voor de aanschaf van een MAX-mobiel.
Daarnaast heeft betrokkene verzocht het beschermingsbewind op te heffen. Ter zitting heeft hij verzocht ook het testamentair bewind op te heffen. Betrokkene heeft zijn verzoeken als volgt toegelicht. De indiening van de aangifte inkomstenbelasting gebeurt nu helemaal buiten betrokkene om. De huidige belastingadviseur is drie keer zo duur als gemiddeld. Betrokkene wil de kans krijgen om zich te ontwikkelen door persoonlijk betrokken te worden bij zijn geldzaken.
Betrokkene is vanwege COPD voor zijn vervoer volledig afhankelijk van een 45-km auto. Zijn huidige MAX-mobiel is niet meer veilig op de weg. De testamentair bewindvoerder weigert de aanschafprijs van € 15.749 ter beschikking te stellen uit het door betrokkene geërfde vermogen. Een veilig vervoermiddel is essentieel voor betrokkene en de omvang van het vermogen maakt de aanschaf een meer dan verantwoorde uitgave.
Met betrekking tot het opheffingsverzoek van het beschermingsbewind heeft betrokkene, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard. De reden voor onderbewindstelling was dat betrokkene jarenlang verslaafd en psychotisch was. Inmiddels is hij al meer dan tien jaar niet meer verslaafd, functioneert hij mentaal goed en heeft hij een stabiel en gezond sociaal netwerk. De afgelopen jaren is gebleken dat hij in staat is zijn eigen geld te beheren binnen een vastgesteld budget. De enige reden dat het bewind in stand is gehouden zijn de voortdurende problemen tussen de testamentair bewindvoerder (zijn broer [sss] ) en de mentor (zijn zus). Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek heeft betrokkene verklaard dat hij inziet dat hij een ingewikkeld en groot vermogen heeft geërfd en dat hij niet alleen kan beheren. Hij heeft niet echt belangstelling voor het uitkiezen van een andere belastingadviseur, maar is hierin meegegaan in de wensen van zijn zus.
Indien de kantonrechter beslist dat het bewind in stand moet worden gehouden legt betrokkene zich daarbij neer. Hij wil alleen meer betrokkene worden en inzage krijgen in zijn financiën, zodat hij weet wat de mogelijkheden zijn. Hij wil niet perse meer geld te besteden hebben. Zijn wensen beperken zich tot een vakantie, geld waarmee hij spullen kan kopen om kleding te maken en een bedrag waarmee hij zelf mag beleggen. In beleggen is hij altijd goed geweest, dit deed hij samen met zijn vader en het heeft nog altijd zijn belangstelling. Zijn overige geldzaken worden feitelijk beheerd door zijn zus, bij wie hij tot zijn grote tevredenheid inwoont. Hij zou graag zien dat de verhoudingen in de familie genormaliseerd worden. Hij heeft nu het gevoel klem te zitten tussen zijn broer en zus.

de standpunten van partijen

[ttt] heeft, mede naar aanleiding van de verzoeken van betrokkene, zijn ontslag als beschermingsbewindvoerder ingediend en een nieuwe bewindvoerder voorgesteld. De belangrijkste reden voor het ontslagverzoek is dat hij wegens zijn leeftijd van 69 jaar heeft besloten om zijn bewindvoerderspraktijk geleidelijk te gaan afbouwen. In zijn later reactie heeft [ttt] verklaard dat hij onder de volgende voorwaarden bereid is om aan te blijven als bewindvoerder:
  • er moet een oplossing worden gevonden voor de MAX-mobiel;
  • het verzoek om zelf een belastingadviseur te mogen kiezen moet worden afgewezen.
Indien aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, handhaaft [ttt] zijn ontslagverzoek.
De testamentair bewindvoerder heeft, zakelijk weergegeven, als volgt gereageerd op de verzoeken van betrokkene. Het zelfstandig kiezen van een andere belastingadviseur lijkt hem een slecht idee. De historie leert dat de mentor het helaas niet kan laten zich keer op keer met de financiën van betrokkene te bemoeien en dat zij daarbij steeds confronterend en escalerend te werk gaat. Het ‘zelfstandig’ door betrokkene kiezen van een adviseur zal die neiging alleen maar versterken. Dit lijkt niet in het belang van betrokkene. Mocht er wel een andere adviseur moeten worden benoemd, dan wenst de testamentair bewindvoerder daarin medezeggenschap. De uitgave voor de MAX-mobiel betreft een uitgave van 40% van het jaarbudget van € 40.000 waarvan al jaren te voorzien was dat dit eraan zat te komen. Dergelijke grote, maar ook voorspelbare, uitgaven vallen onder de gewone financiële huishouding. Daarvoor kan gespaard worden of dient op zijn minst overleg plaats te vinden over een andere vorm van financiering. De testamentair bewindvoerder heeft in december twee voorstellen aan betrokkene gedaan. Het voorstel om € 12.000 ter beschikking te stellen waarvan € 6.000 als eenmalige aanvulling op het jaarbudget en € 6000 als renteloze lening (of voorschot), terug te betalen over 3 of 5 jaar. Het bedrag is inmiddels, zonder overleg, voorgeschoten door de mentor. De testamentair bewindvoerder constateert dat er door de mentor kennelijk voor wordt gekozen om te escaleren naar de rechtbank in plaats van te proberen er onderling uit te komen. Dat acht de testamentair bewindvoerder kwalijk, omdat dit alleen maar meer stress veroorzaakt bij betrokkene. De mentor houdt de testamentair bewindvoerder zo ver mogelijk bij betrokkene vandaan en wil niet dat hij op bezoek komt bij betrokkene thuis. De enige vorm van communicatie vindt plaats via de rechtbank. De testamentair bewindvoerder beleeft geen plezier aan de uitvoering van het testamentair bewind en ervaart het uitvoeren van het bewind als onprettig.
De mentor steunt betrokkene van harte voor wat betreft zijn keuze om zijn eigen belastingadviseur te kiezen. Betrokkene is er aan toe om verder te groeien in zijn zelfstandigheid en is – met hulp – prima in staat om zaken te begrijpen. Het spaargeld dat betrokkene zelf beheert rendeert met gemiddeld 4% en het geld bij de testamentair bewindvoerder rendeert niet of nauwelijks. De keuze welk geld hij wilde gebruiken voor de aanschaf van de MAX-mobiel was dan ook snel gemaakt. Betrokkene is klaar met zijn behandeling bij de Parnassia. Dat laat zien hoe goed het met hem gaat. Hij wil betrokken worden bij zijn financiën. Bij de huidige belastingadviseur is dat niet mogelijk. De beschermingsbewindvoerder doet niets. Betrokkene heeft twee tot drie jaar geen vakantiegeld gekregen.

de beoordeling

Met betrekking tot het opheffingsverzoek dient te worden beoordeeld of betrokkene aannemelijk heeft gemaakt dat hij in staat is zijn belangen van vermogensrechtelijke aard zelf te behartigen. Alle partijen, waaronder betrokkene zelf, zijn het erover eens dat betrokkene zonder hulp van derden niet in staat is om zijn belangen van vermogensrechtelijke aard te behartigen. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zelfstandig zijn financiën op een verantwoorde wijze zal kunnen beheren. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat betrokkene een groot en gecompliceerd vermogen heeft dat voor het grootste deel bestaat uit aandelen in een B.V. De kantonrechter zal het verzoek tot opheffing van het beschermingsbewind en het testamentair bewind daarom afwijzen.
Op grond van artikel 4:164, tweede lid BW, kan de kantonrechter de testamentair bewindvoerder ontslaan wegens gewichtige redenen. Betrokkene heeft een aanzienlijk vermogen geërfd. Gezien zijn leeftijd en gezondheid zal betrokkene zijn vermogen nooit kunnen opsouperen als hij per jaar de beschikking krijg over € 40.000,-. Dat de testamentair bewindvoerder onder deze omstandigheden weigert de MAX-mobiel te betalen is naar het oordeel van de kantonrechter niet begrijpelijk. Immers de MAX-mobiel is een voor betrokkene noodzakelijk vervoermiddel en betrokkene heeft de vorige MAX-mobiel volledig “op” gereden. De eis van de testamentair bewindvoerder om voor een dergelijk voertuig te sparen is, dan wel een deel te lenen, is gelet op het omvangrijke vermogen van betrokkene niet te begrijpen. De kantonrechter overweegt voorts dat de zeer getroebleerde verhouding tussen de testamentair bewindvoerder en de mentor in de weg staat aan het opstellen van een goed vermogensplan. De testamentair bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat hij het aanbod van de mentor om het onderlinge contact te verbeteren middels een mediator, onredelijk vindt en daar niet aan wil meewerken. De testamentair bewindvoerder ziet een zitting bij de kantonrechter als een goede manier om het gesprek aan te gaan met de mentor over de manier waarop geld besteed moet worden. De kantonrechter deelt deze mening niet. Een kantonrechter is geen mediator, maar een beslisser. Zittingen om deze reden zijn een onevenredige belasting zowel voor het rechtssysteem als voor betrokkene. Het onvermogen om te communiceren heeft er toe geleid dat een advocaat als beschermingsbewindvoerder is aangesteld die in de praktijk alleen als intermediair heeft gediend tussen broer en zus. De kantonrechter acht dit een ongewenste situatie.
Daarbij lijkt het er op dat de onenigheid over geld en besteding daarvan een behoorlijke relatie tussen de broers onderling in de weg staat en ook de relatie tussen broer [sss] en zus zou kunnen verbeteren als het testamentair bewind door [sss] wordt beëindigd.
Uit de behandeling ter zitting is gebleken dat niemand gelukkig is met dit testamentair bewind.
Gelet op het hiervoor overwogene is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van gewichtige redenen die het ontslag van de testamentair bewindvoerder rechtvaardigen.
Gelet op de verstoorde familieverhoudingen acht de kantonrechter het in het belang van betrokkene dat een onafhankelijke, professionele bewindvoerder wordt benoemd zodat de familie zich kan richten op het verbeteren van de onderlinge verhoudingen. De kantonrechter is voorts van oordeel dat het in het belang van betrokkene is om de te benoemen bewindvoerder zowel tot testamentair bewindvoerder als tot beschermingsbewindvoerder te benoemen zodat de verantwoordelijkheid over het beheer van het gehele vermogen bij dezelfde persoon komt te liggen. Daarbij overweegt de kantonrechter dat de te benoemen bewindvoerder rekening en verantwoording dient af te leggen aan de kantonrechter. De te benoemen bewindvoerder is geen rekening en verantwoording verschuldigd aan de familie. Betrokkene dient, voor zover dit binnen zijn mogelijkheden ligt, betrokken te worden bij de uitvoering van het bewind. Dit echter alleen voor zover hij daar zelf behoefte aan heeft. De te benoemen bewindvoerder dient er voor zorg te dragen dat de goederen waarop het testamentair bewind betrekking heeft, gescheiden blijven van het overige vermogen van betrokkene. Gelet op de bezwaren die ter zitting zijn geuit tegen [ttt] en zijn verzoek tot ontslag zal de kantonrechter een andere onafhankelijke, professionele bewindvoerder benoemen. Stichting Bewindvoering "Tot Plaatselijk Nut" heeft zich bereid verklaard benoemd te worden als beschermingsbewindvoerder en testamentair bewindvoerder van betrokkene, zodat de kantonrechter in die zin zal beslissen.
De kantonrechter te Amsterdam heeft op 20 juni 2018 bepaald dat betrokkene op jaarbasis
€ 40.000 beschikbaar krijgt gesteld door de testamentair bewindvoerder. De kantonrechter ziet vooralsnog geen aanleiding om hier verandering aan te brengen zodat de te benoemen bewindvoerder dit kan voortzetten door het bedrag vanuit het vermogen waarop het testamentair bewind ziet in maandelijkse termijnen ter beschikking te stellen aan betrokkene. Betrokkene zal er vervolgens zelf voor zorg blijven dragen dat van dit budget zijn vaste lasten worden betaald alsmede zijn levensonderhoud. Betrokkene dient maandelijks een overzicht van zijn bankrekening (leefgeldrekening) naar de te benoemen bewindvoerder toe te zenden.
Betrokkene dient de betalingen die hij maandelijks aan zijn zus doet te specificeren.
De te benoemen bewindvoerder dient deze gegevens op zijn beurt mee te nemen in de jaarlijkse rekening en verantwoording zodat voor de kantonrechter inzichtelijk wordt waaraan het budget wordt besteed.
De kantonrechter bepaalt dat betrokkene voortaan vooraf toestemming dient te vragen aan de te benoemen bewindvoerder indien hij uitgaven van meer dan € 1.500 wil doen, ook wanneer hij dat kan betalen uit zijn maandelijkse budget. De te benoemen bewindvoerder dient op zijn beurt hiervoor machtiging te vragen aan de kantonrechter.
Met betrekking tot het verzoek van betrokkene om zelf een belastingadviseur te kiezen overweegt de kantonrechter dat dit een beheershandeling betreft waartoe uitsluitend de bewindvoerder bevoegd is. Het verlenen van machtiging is daarbij niet aan de orde nu het kiezen van een belastingadviseur geen beschikkingshandeling betreft zoals bedoeld in artikel 1:441, tweede lid BW. De beslissing hierover is gelet op het bovenstaande aan de te benoemen bewindvoerder.
De kantonrechter verleent de te benoemen bewindvoerder hierbij machtiging om de MAX-mobiel voor € 15.749 te betalen uit het vermogen van betrokkene. Uit de stukken is gebleken dat de mentor dit bedrag heeft voorgeschoten zodat de te benoemen bewindvoerder hierbij machtiging krijgt om dit bedrag uit het vermogen van betrokkene aan de mentor te betalen.

de beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek tot opheffing van het testamentair bewind af;
De kantonrechter:
  • wijst het verzoek tot opheffing van het beschermingsbewind af;
  • ontslaat, met ingang van twee weken na heden, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [betrokkene] : [ttt] , kantooradres: [adres] ;
  • ontslaat, eveneens met ingang van twee weken na heden, als testamentair bewindvoerder over de erfdelen van [betrokkene] in de nalatenschappen van [uuu 1] en [vvv] : [sss] ;
  • benoemt, met ingang van twee weken na heden, tot bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [betrokkene] : Stichting Bewindvoering "Tot Plaatselijk Nut", Kvkno. 41232017, correspondentieadres: Czaar Peterstraat 1, 1506SK Zaandam;
  • benoemt, eveneens met ingang van twee weken na heden, tot testamentair bewindvoerder over de erfdelen van [betrokkene] in de nalatenschappen van [uuu 1] en [vvv] : Stichting Bewindvoering "Tot Plaatselijk Nut", Kvkno. 41232017, correspondentieadres: Czaar Peterstraat 1, 1506SK Zaandam;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder, tevens testamentair bewindvoerder, vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder, tevens testamentair bewindvoerder, voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 559,00 (exclusief btw);
  • verleent de bewindvoerder machtiging om het door de mentor voorgeschoten bedrag van € 15.749 voor de aanschaf van een MAX-mobiel terug te betalen uit het vermogen van [betrokkene] ;
  • wijst het meer of anders verzochte af;
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De (kanton)rechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).