ECLI:NL:RBNHO:2021:6619

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 juli 2021
Publicatiedatum
6 augustus 2021
Zaaknummer
8672999
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot ontbinding koopovereenkomst tweedehands auto wegens non-conformiteit

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee particulieren over de koop van een tweedehands auto. De eiser, die de auto op 12 september 2018 had gekocht, vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding op grond van non-conformiteit. De eiser stelde dat de auto mankementen vertoonde en niet voldeed aan de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde echter dat de eiser niet kon aantonen dat de auto een gebrek vertoonde of dat deze niet geschikt was voor normaal gebruik. De kantonrechter wees erop dat de eiser niet aan zijn onderzoeksplicht had voldaan en dat de gebreken die hij noemde niet wezenlijk van aard waren. De rechter concludeerde dat de vordering van de eiser moest worden afgewezen, en dat de proceskosten voor rekening van de eiser kwamen. De uitspraak benadrukt het belang van de onderzoeksplicht van de koper bij de aankoop van een tweedehands auto en de rol van de rechter bij het beoordelen van non-conformiteit.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8672999 \ CV EXPL 20-3721 (IL/WT)
Uitspraakdatum: 28 juli 2021 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: J.K.M. Vissers, gerechtsdeurwaarder
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon
Samenvatting van de zaak en de uitspraak
Deze zaak gaat om de koop van een tweedehands auto tussen twee particulieren. De kantonrechter oordeelt dat de koper geen beroep op non-conformiteit toekomt. In de eerste plaats omdat de kantonrechter niet kan vaststellen dat de auto een gebrek vertoont of afwijkt van de overeenkomst. In de tweede plaats omdat niet is gebleken dat het gaat om wezenlijke gebreken die het normaal gebruik van de auto belemmeren. In de derde plaats omdat de koper niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 15 juli 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
1.2.
Op 7 juli 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] en zijn gemachtigde hebben via een Skype verbinding aan de zitting deelgenomen. [gedaagde] is verschenen in persoon. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 12 september 2018 een auto van [gedaagde] gekocht voor € 3.500,00. Het gaat om een Fiat Barchetta met bouwjaar 1995.
2.2.
De koop is gesloten via de veilingsite Catawiki. De advertentie op Catawiki is in de Duitse taal. De advertentie houdt in, vertaald naar het Nederlands:
2.3.
De auto is op 2 november 2018 bij [gedaagde] opgehaald door een transportbedrijf.
2.4.
Op 4 februari 2019 heeft [eiser] [gedaagde] aangeschreven en in gebreke gesteld op grond van (vrij vertaald) aangetroffen mankementen, waaronder een opgegeven kilometerstand die niet kan kloppen en het feit dat de auto meerdere aanrijdingen bleek te hebben gehad. In de brief heeft [eiser] gesteld, samengevat, dat sprake is van non-conformiteit en de koopovereenkomst om die reden ontbonden.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht verklaart dat de tussen partijen gesloten overeenkomst per 4 februari 2019 is ontbonden met veroordeling van [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 5.313,18 te vermeerderen met wettelijke rente van 2,00% per jaar vanaf de dag der dagvaarding.
3.2.
[eiser] stelt dat de auto bij aflevering vele mankementen vertoonde en niet voldoet aan de overeenkomst. Er is sprake van non-conformiteit. [gedaagde] heeft de overeenkomst ontbonden en maakt aanspraak op terugbetaling van de koopprijs (€ 3.500,00). [eiser] maakt daarnaast aanspraak op de veilingkosten (€ 315,00), transportkosten (€ 639,28), advocaatkosten (€ 492,54), expertkosten (€ 101,15) en kosten huur garage (€ 120,00).

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] betwist dat de auto mankementen vertoonde en voert aan dat de auto in nieuwstaat verkeerde, oftewel in zeer goede originele staat. [gedaagde] heeft bij de verkoop van het voertuig niet geconstateerd dat de kilometerteller niet kloppend is en de auto overgespoten is. [eiser] heeft zijn onderzoeksplicht verzaakt. Verder heeft de auto na het ophalen een week op het terrein van de transporteur gestaan. Het is aannemelijk dat de eventuele beschadigingen daar zijn ontstaan.

5.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
5.1.
[eiser] woont in Duitsland. [gedaagde] woont in Nederland. Het geschil heeft dus een internationaal karakter. Daarom moet eerst de vraag worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen en zo ja, welk recht op de vordering van toepassing is.
5.2.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht, omdat [gedaagde] in Nederland woont (artikel 2 Rv). Meer specifiek is de rechtbank Noord-Holland bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat [gedaagde] in Alkmaar woont.
5.3.
De kantonrechter oordeelt dat het Nederlands recht op de vordering van toepassing is, omdat de kenmerkende prestatie door de verkoper (de verkoop en levering) in Nederland is verricht en niet is gebleken dat de overeenkomst nauwer verbonden is met Duitsland.
Beantwoordt de auto aan de overeenkomst?
5.4.
In deze zaak moet de kantonrechter beoordelen of de door [gedaagde] aan [eiser] geleverde auto aan de koopovereenkomst beantwoordt.
5.5.
Het gaat om de koop van een tweedehands auto tussen twee particulieren. Op grond van artikel 7:17 lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet een afgeleverde zaak – in dit geval de auto – aan de overeenkomst beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst als deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de afwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
5.6.
[eiser] draagt de stelplicht en, zo nodig, bewijslast dat de auto bij aflevering een gebrek had, of tenminste de eigenschappen miste die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
5.7.
De kantonrechter oordeelt dat [eiser] niet aan zijn stelplicht heeft voldaan. Dit wordt als volgt toegelicht.
5.8.
In de dagvaarding stelt [eiser] dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat deze “vele mankementen” heeft. Daarbij geeft hij niet concreet aan welke mankementen het betreft. Wel verwijst [eiser] concreet naar zijn brief van 4 februari 2019. Daarin staat dat er mankementen zijn aangetroffen waaronder, vrij vertaald, een opgegeven kilometerstand die niet kan kloppen en het feit dat de auto meerdere aanrijdingen bleek te hebben gehad. Ook verwijst [eiser] concreet naar zijn brief van 9 april 2020, waarin staat dat de auto niet in nieuwstaat verkeert, meerdere aanrijdingen heeft gehad en is overgespoten en dat [gedaagde] dat had moeten meedelen. In het dossier ontbreekt een onderbouwing van deze gestelde gebreken, terwijl [gedaagde] de gebreken betwist. Zonder nadere onderbouwing door [eiser] kan de kantonrechter niet vaststellen dat de auto een gebrek vertoont of afwijkt van de overeenkomst.
5.9.
Op de zitting heeft [eiser] - op de vraag om welke gebreken het gaat - gesteld dat de auto meerdere gebreken vertoont, namelijk: sterk olieverlies, de belichting van het handschoenenkastje is defect, de handrem werkt niet naar behoren, slijtage aan het stuur en de versnellingspook, de deurbekleding aan de bestuurderskant is defect, een scharnier in de motorkap is verbogen, diverse lakbeschadigingen aan de auto, de voorkant van de linker en rechter zijpanelen zijn beschadigd, de remschijven zijn totaal versleten, het deurslot aan de bestuurderskant is defect, de kofferbak heeft schimmelsporen door lekkages en er zijn roestsporen op de bodem van de binnenkant van de auto. De kantonrechter constateert dat dit andere gebreken zijn, dan de gebreken die hierboven zijn besproken. [eiser] had deze andere gebreken al in de dagvaarding moeten noemen en toelichten (artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Omdat hij dat heeft nagelaten, laat de kantonrechter deze gebreken verder buiten beschouwing. Op de zitting heeft de gemachtigde gesteld dat de gebreken genoemd staan in een expertiserapport dat abusievelijk niet bij productie 9 van de dagvaarding is gevoegd. Dit maakt de gevolgtrekking van de kantonrechter niet anders. In de dagvaarding stelt [eiser] namelijk alleen maar dat hij als productie 9 een aantal nota’s overlegt. Hij verwijst daarbij niet naar een expertiserapport. Daarmee heeft [eiser] zijn vordering niet gebaseerd op gebreken die kennelijk in het expertiserapport zijn vermeld. [gedaagde] heeft ter zitting gesteld dat hij het expertiserapport niet heeft ontvangen. De kantonrechter zal [eiser] niet in de gelegenheid stellen om het expertiserapport alsnog te verstrekken, omdat dit in strijd is met de eisen van een goede procesorde.
5.10.
Los daarvan oordeelt de kantonrechter dat niet is gesteld of gebleken dat de door [eiser] op de zitting genoemde gebreken wezenlijk van aard zijn of dat de auto niet normaal gebruikt kon worden. Voor non-conformiteit moet sprake zijn van een gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden hersteld en zodanig is dat gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert, althans niet de eigenschappen bezit die voor normaal gebruik daarvan nodig zijn. In dit verband is van belang dat de auto ten tijde van de koop APK goedgekeurd was tot februari 2019. Daarnaast geldt dat een auto bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is. In het algemeen is de kans dat mankementen optreden groter naarmate de auto ouder is. Dat gegeven is verdisconteerd in de koopprijs van een tweedehands auto, die – afhankelijk van de ouderdom – doorgaans lager is dan die van een nieuwe. De koper van een tweedehands auto moet er daarom in het algemeen op bedacht zijn dat de auto eerder gebreken kan vertonen dan een nieuwe auto. Gelet op de aard van de zaak, de leeftijd van de auto, de kilometerstand en de aanschafprijs mocht [eiser] niet - zonder meer - verwachten dat de auto vrij zou zijn of blijven van gebreken of geen reparatie zou behoeven. Als [eiser] de auto voorafgaand aan de koop had bezichtigd of daarmee een proefrit had gemaakt, had hij de door hem genoemde zichtbare gebreken kunnen opmerken (zoals het defect aan de belichting van het handschoenenkastje, de deurbekleding en het deurslot, de diverse beschadigingen aan de auto, de schimmelsporen in de kofferbak en roestsporen op de bodem van de binnenkant van de auto). Als [eiser] het risico op gebreken die niet zonder meer kenbaar zijn had willen verminderen, had hij een (technisch) onderzoek naar de staat van de auto moeten (laten) uitvoeren, alvorens tot koop over te gaan (zoals het olieverlies, de handrem die niet naar behoren werkt en de slijtage aan het stuur, de versnellingspook en de remschijven). Omdat [eiser] dat alles heeft nagelaten, komen de eventuele gebreken aan de auto in beginsel voor zijn rekening en risico. De door [gedaagde] in de advertentie gedane mededelingen dat de auto in zeer goede staat verkeert, vallen onder de noemer van algemene aanprijzingen. Daaruit blijkt niet dat [gedaagde] bekend was of behoorde te zijn met de gestelde gebreken, of daarover verkeerde mededelingen heeft gedaan. De kantonrechter oordeelt daarom dat, voor zover wel sprake is van gebreken, [eiser] geen beroep op non-conformiteit toekomt.
Conclusie
5.11.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] zal afwijzen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter