Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ABN AMRO Bank N.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert ABN AMRO Bank N.V. een bedrag van € 500,00 van haar cliënt, die een kredietovereenkomst met de bank heeft afgesloten. De cliënt heeft een krediet van € 15.342,35 ontvangen, maar stelt dat hij de vordering niet kan betalen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de cliënt in staat van faillissement is geweest, wat de bank het recht geeft om de vordering op te eisen. De cliënt erkent de hoofdsom, maar betwist de kredietvergoeding en vraagt om finale kwijting. De kantonrechter wijst de vordering van de bank toe, omdat betalingsonmacht geen reden is om de vordering af te wijzen. De kantonrechter kan geen betalingsregeling opleggen, en de cliënt moet de proceskosten vergoeden. De bank heeft de vordering beperkt tot € 500,00, maar doet geen afstand van de rest van de vordering. De kantonrechter oordeelt dat de wettelijke rente vanaf de dagvaarding verschuldigd is en dat de proceskosten voor rekening van de cliënt komen.