ECLI:NL:RBNHO:2021:6587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
C/15/318258 / HA RK 21-136
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap zonder bekende erfgenamen

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CMIS Nederland B.V. de rechtbank verzocht om een vereffenaar te benoemen voor de nalatenschap van een overleden persoon, hierna te noemen erflater. CMIS heeft een vordering op de nalatenschap, maar deze wordt niet voldaan omdat er geen bekende erfgenamen zijn. De rechtbank heeft op 5 augustus 2021 besloten om het verzoek toe te wijzen en mr. Simone Alsema-Van Duin te benoemen als vereffenaar.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 13 juli 2021 is ingediend, waarin CMIS haar verzoek toelichtte. De nalatenschap van erflater is door alle potentiële erfgenamen verworpen, en het is onduidelijk of er andere erfgenamen zijn. CMIS heeft belang bij de benoeming van een vereffenaar, zodat de woning die tot de nalatenschap behoort kan worden verkocht en haar vordering kan worden voldaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek, aangezien de laatste woonplaats van de erflater in haar rechtsgebied was. Op basis van artikel 4:204 lid 1 BW kan de rechtbank een vereffenaar benoemen als de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bekende erfgenamen zijn en dat de nalatenschap onbeheerd wordt gelaten.

De rechtbank heeft mr. Simone Alsema-Van Duin benoemd als vereffenaar en heeft bepaald dat de benoeming alleen digitaal bekendgemaakt hoeft te worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de griffier is opgedragen om de benoeming in het boedelregister in te schrijven.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/318258 / HA RK 21-136
Beschikking van 5 augustus 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CMIS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
hierna te noemen: CMIS,
advocaat mr. A. Zukanović te Rotterdam,
met betrekking tot de nalatenschap van
[erflater] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
overleden te [plaats] op [datum] ,
hierna te noemen: erflater.

1.De zaak in het kort

CMIS vraagt de rechtbank om een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflater. CMIS heeft namelijk een vordering op de nalatenschap en deze wordt niet betaald, omdat er geen bekende erfgenamen zijn. De nalatenschap kan pas afgewikkeld worden als er een vereffenaar wordt benoemd. De rechtbank wijst het verzoek toe en benoemt mr. Alsema-van Duin tot vereffenaar.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met producties 1 t/m 8, ingekomen op 13 juli 2021, en de e-mail van 22 juli 2021 met bijlage van CMIS.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot het benoemen van een vereffenaar ex art. 4:204 lid 1 aanhef en sub a en b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
3.2.
CMIS heeft haar verzoek – kort gezegd – als volgt toegelicht. De nalatenschap van erflater is door alle potentiële erfgenamen verworpen. Of er andere erfgenamen zijn, is niet bekend. Als deze er al zijn, hebben deze de nalatenschap niet (beneficiair) aanvaard.
Tot de nalatenschap behoort een woning waarop een hypotheekrecht is gevestigd. CMIS heeft uit hoofde van de hieraan gekoppelde hypothecaire geldleningsovereenkomst een vordering op de nalatenschap. Om haar vordering voldaan te krijgen moet de woning verkocht worden. Omdat er geen bekende erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap momenteel niet beheerd en afgewikkeld. CMIS heeft belang bij benoeming van een vereffenaar, zodat deze de woning kan verkopen en de vordering van CMIS kan voldoen.

4.De beoordeling

4.1.
De laatste woonplaats van erflaatster was in [plaats] zodat deze rechtbank bevoegd is kennis te nemen van het verzoek.
4.2.
Op grond van artikel 4:204 lid 1 aanhef en sub a BW kan de rechtbank, als de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, op verzoek van een belanghebbende een vereffenaar benoemen. De rechtbank kan tot die benoeming onder meer besluiten wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten.
4.3.
CMIS is schuldeiser van de nalatenschap en daarmee belanghebbende bij het verzoek. Uit de overgelegde hypotheekakte van 29 december 2006 blijkt namelijk dat CMIS, destijds handelend onder de naam GMAC RFC Nederland B.V., aan erflater en [xxx] (hierna: [xxx] ) een geldlening heeft verstrekt en dat tot zekerheid voor de betaling van de schuld een hypotheekrecht is gevestigd op de woning van erflater en [xxx] . Uit het bij het verzoekschrift overgelegde uittreksel van het Kadaster van 9 maart 2021 blijkt dat erflater enig eigenaar was van de woning (en [xxx] dus geen eigenaar meer is). Uit het bij e-mail van 22 juli 2021 overgelegde uittreksel van het Kadaster van die datum volgt dat CMIS nog steeds hypotheekhouder is van de woning van erflater.
4.4.
CMIS heeft voldoende onderbouwd dat de nalatenschap van erflater niet beheerd wordt, omdat er geen bekende erfgenamen zijn.
4.5.
De rechtbank constateert dat van belang is dat er een vereffenaar wordt benoemd ter afwikkeling van de nalatenschap van erflater. CMIS heeft haar belang bij het benoemen van een vereffenaar voldoende onderbouwd. Zij is schuldeiser van de nalatenschap en deze wordt nu onbeheerd gelaten.
4.6.
De rechtbank kan niet overgaan tot benoeming van een vereffenaar, zonder de in artikel 4:206 BW genoemde personen, voor zover bekend, te horen, althans op te roepen voor een mondelinge behandeling. De rechtbank is van oordeel dat van verhoor of oproeping als bedoeld in voornoemd artikel kan worden afgezien, omdat uit het verzoekschrift en de bijlagen blijkt dat er geen bekende erfgenamen of andere belanghebbenden zijn.
4.7.
Het verzoek is op de wet gegrond en zal worden toegewezen.
4.8.
De rechtbank zal mevrouw mr. Simone Alsema-Van Duin als vereffenaar benoemen. Blijkens het verzoekschrift en de daarbij gevoegde, daartoe strekkende verklaring van 22 juni 2021, heeft Alsema-Van Duin te kennen gegeven bereid te zijn als vereffenaar te worden benoemd.
4.9.
CMIS heeft verzocht ontheven te worden van de publicatieplicht ex artikel 4:206 lid 6 BW en te bepalen dat de beschikking tot benoeming van de vereffenaar alleen op internet bekend hoeft te worden gemaakt. De rechtbank overweegt dat vanaf 1 september 2016 publicatie van de benoeming in een nieuwsblad niet langer nodig is [1] . Volstaan kan worden met digitale publicatie in de Staatscourant, zodat de rechtbank overeenkomstig zal beslissen.
4.10.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat het loon van de vereffenaar te zijner tijd zal worden vastgesteld door de kantonrechter. Conform de aanbevelingen opgenomen in de
‘Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter’, dient het salarisvoorstel van de vereffenaar aan te sluiten bij de
‘Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseance van betaling’.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
benoemt
Mr. Simone ALSEMA-VAN DUIN,
werkzaam op het kantoor van Alsema van Duin notaris & juristen,
adres: Maelsonstraat 26, 1624 NP, Hoorn,
tot vereffenaar van de nalatenschap van:
[erflater],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
laatstelijk wonende te [plaats] ,
overleden op [datum] te [plaats] ,
5.2.
draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven,
5.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2021. [2]

Voetnoten

1.MvT Wet van 8 juni 2016 tot wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet Bescherming erfgenamen tegen schulden)).
2.type: IV