Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
SliepenbeekVanCoolwijkVanGaalen,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de burgerlijke maatschap SliepenbeekVanCoolwijkVanGaalen (hierna: SCG) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert. SCG heeft bij dagvaarding van 10 februari 2021 een vordering ingesteld, omdat de gedaagde een bedrag van € 3.760,60 aan onbetaalde facturen voor juridische bijstand niet heeft voldaan. SCG heeft in de periode van 19 juni 2017 tot en met 8 januari 2018 juridische bijstand verleend aan de gedaagde en heeft hiervoor facturen gestuurd. De gedaagde heeft slechts een deel van het factuurbedrag betaald en heeft de rest onbetaald gelaten.
De gedaagde heeft betwist dat hij de aanmaningen heeft ontvangen, omdat deze naar een oud adres zijn gestuurd. Hij stelt dat SCG hem had moeten aanmanen op zijn e-mailadres, dat SCG niet heeft gebruikt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat SCG er vanuit mocht gaan dat de gedaagde op het opgegeven adres woonde en dat de brief van 25 februari 2020, waarin de gedaagde werd aangemaand, hem heeft bereikt. De kantonrechter heeft de vordering van SCG grotendeels toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten, omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij een verhuisbericht heeft gestuurd.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 4.533,53, inclusief rente en proceskosten. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.094,44. Het vonnis is uitgesproken op 28 juli 2021 door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.