In deze zaak heeft verzoeker op 29 maart 2021 een melding voor een passende maatwerkvoorziening gedaan bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. Tevens heeft hij op 11 mei 2021 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag en verzocht om een voorlopige voorziening. Op 31 mei 2021 heeft verzoeker zowel het beroep als het verzoek tot voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om verweerder te veroordelen in de kosten van de procedure op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, maar verweerder heeft niet gereageerd. De rechtbank overweegt dat de veroordeling in de kosten alleen kan plaatsvinden als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de verzoeker is tegemoetgekomen. Aangezien verzoeker zelf heeft aangegeven dat het spoedeisend belang aan de procedures is ontvallen omdat hij geholpen is door een derde, concludeert de rechtbank dat verweerder niet aan het verzoek van verzoeker is tegemoetgekomen. Daarom wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding af.