Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
(i) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van:
- twee eigen bijdrages voor de toevoeging advocaat van € 478 en € 533;
- informatiekosten exploot van 19 november 2020 van € 2,07;
- explootkosten van 19 november, 25 november en 2 december 2020, van respectievelijk € 97,09, € 211,46 en € 85,41;
- bankbeslagkosten van € 70 voor het eerste beslag en van € 70 voor het tweede beslag;
- de vermeende alimentatieachterstand van € 1.224;
- schade tweede onterechte beslag conform het exploot van 17 mei 2021 van € 1.100,09;
- een immateriële schadevergoeding van € 1.000 voor het eerste beslag en € 1.000 voor het tweede beslag;
(iii) [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, begroot op € 85 aan griffierecht indien de vorderingen tot betaling van de eigen bijdrages toevoeging advocaat worden toegewezen en te vermeerderen met € 1.011 aan salaris gemachtigde indien de gevorderde toevoegingskosten worden afgewezen.