ECLI:NL:RBNHO:2021:6284

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
9222163 / EJ VERZ 21-155
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Provisioneel verzoek tot schorsing van de executeur in een nalatenschapszaak

In deze zaak hebben de verzoeksters op 6 mei 2021 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, met een provisioneel verzoek tot schorsing van de executeur. De verzoeksters, vertegenwoordigd door mr. I.W. van Osch, hebben aangevoerd dat de handelswijze van de notaris nadelige gevolgen heeft voor de nalatenschap en hun belangen. De verweerders, die als executeurs optreden, hebben een verweerschrift ingediend. Belanghebbenden hebben op 25 juni 2021 gereageerd op het verzoek. Gezien de aard van het verzoek is besloten om af te zien van een zitting.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat een schorsing van de executeur voor de duur van de bodemzaak geen doel dient. Dit is gebaseerd op het feit dat de verzoeksters conservatoire beslagen hebben gelegd op de registergoederen die tot de nalatenschap behoren, waardoor de verweerders niet kunnen overgaan tot verdeling of afgifte van legaten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verweerders zelf hebben verklaard niet verder te zullen gaan met hun werkzaamheden als executeur totdat er een beslissing is genomen over het ontslag van de executeur. Hierdoor hebben de verzoeksters geen belang bij het provisionele verzoek.

De kantonrechter heeft het verzoek om de provisionele voorziening tot schorsing van de executeur afgewezen en bepaald dat partijen hun verhinderdata voor een mondelinge behandeling in de bodemzaak uiterlijk op 21 juli 2021 moeten opgeven. De beslissing over de proceskosten zal worden genomen bij de einduitspraak in de bodemzaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9222163 / EJ VERZ 21-155
Uitspraakdatum: 7 juli 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats]
2.
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeksters]
gemachtigde: mr. I.W. van Osch
tegen

1.[verweerder] ,

2.
[verweerder] ,
beiden werkzaam ten kantore van Janssen & Commenée Notarissen
verweerders
verder te noemen: [verweerders]
en de belanghebbenden:

1.[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats]
2.
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats]
verder te noemen: [belanghebbende 1 en 2]
gemachtigde: mr. Th.F. Roest

3.[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats]
verder te noemen: [belanghebbende 3] .
inzake
de nalatenschap van […] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op 28 juni 2019 te [plaats] ,
laatstelijk gewoond hebbende te [plaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeksters] hebben een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 6 mei 2021. Onderdeel van dit verzoekschrift is een provisioneel verzoek tot schorsing executeur.
1.2.
[verweerders] hebben een verweerschrift ingediend.
1.3.
Bij brief van 25 juni 2021 hebben [belanghebbende 1 en 2] gereageerd op het verzoek.
1.4.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.

2.Het verzoek

2.1.
[verzoeksters] verzoeken provisioneel om te bepalen dat [verweerder 1] als executeur/afwikkelingsbewindvoerder en [verweerder 2] als daartoe door [verweerder 1] gevolmachtigd, onmiddellijk (althans met ingang van datum indiening verzoek) worden geschorst in de uitvoering van hun taak als executeur/afwikkelingsbewindvoerder. [verzoeksters] stelt – kort gezegd – dat hiermee kan worden voorkomen dat verder nadeel aan de nalatenschap c.q. hun belangen wordt toegebracht door de handelswijze van de notaris.
2.2.
Daarnaast verzoeken [verzoeksters] (in de bodemzaak) – kort gezegd – ontslag van [verweerders] als executeur/afwikkelingsbewindvoerder.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is met verweerders en belanghebbenden van oordeel dat een schorsing voor de duur van de bodemzaak (ontslag executeur) geen doel dient. Er zijn namelijk door [verzoeksters] conservatoire beslagen gelegd op de tot de nalatenschap behorende registergoederen om [verzoeksters] te verzekeren van mogelijke toekomstige rechten op levering. Zonder opheffing van dit beslag kunnen [verweerders] niet tot afgifte van legaten of verdeling overgaan. [verweerders] hebben bovendien zelf verklaard dat er tot de beslissing op het ontslag executeur niet over wordt gegaan tot verdeling of tot het afgeven van legaten. Dit betekent dat verweerders feitelijk niet verder zullen gaan met hun werkzaamheden als executeur/afwikkelingsbewindvoerder. [verzoeksters] heeft dan ook geen belang bij het provisionele verzoek.
3.2.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van [verzoeksters] zal afwijzen.
3.3.
De zaak zal wat betreft de bodemzaak (ontslag executeur) worden voorgezet tijdens een mondelinge behandeling. In dat kader zal in de beslissing worden bepaalt dat partijen hun verhinderdata moeten opgeven aan de kantonrechter.
3.4.
Over de proceskosten zal beslist worden bij de einduitspraak in de bodemzaak.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst het verzoek om de provisionele voorziening tot schorsing van de executeur af,
4.2.
bepaalt dat partijen uiterlijk 21 juli 2021 aan de kantonrechter hun verhinderdata moeten opgeven voor de periode augustus tot en met november 2021,
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter