Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker] ,
[verzoeker] ,
[verzoeker] ,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de nalatenschap van een erflaatster. De verzoekers, die erfgenamen zijn van de erflaatster, hebben op 23 juni 2021 een verzoekschrift ingediend bij de griffie, waarin zij ontheffing vroegen van de verplichting om de boedelbeschrijving van de nalatenschap ter inzage te leggen. De verzoekers hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard, wat betekent dat zij de nalatenschap onder de voorwaarden van beneficiaire aanvaarding hebben aanvaard, waarbij de wettelijke vereffening van toepassing is. Dit houdt in dat zij als vereffenaars verantwoordelijk zijn voor het opmaken en ter inzage leggen van een boedelbeschrijving.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de nalatenschap een positief saldo kent, zoals blijkt uit de overgelegde voorlopige boedelbeschrijving. Daarnaast is er geen onbekendheid met de crediteuren, aangezien de enige crediteuren de erfgenamen zelf zijn. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter besloten om de vereffenaars te ontheffen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft de verzoekers ontheffing verleend van de wettelijke verplichting.