ECLI:NL:RBNHO:2021:6163

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
21 juli 2021
Zaaknummer
8556381
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van minderuren met vakantie- en ATV-uren in arbeidszaak

In deze arbeidszaak heeft de kantonrechter op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, Deen Distributie B.V. De zaak draait om de vraag of de werkgever de minderuren van de werknemer terecht heeft verrekend met haar vakantie- en ATV-uren. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever dit op een juiste manier heeft gedaan. De werknemer had geklaagd over een onterechte verrekening van minderuren, een te lage opbouw van vakantie- en ATV-uren, en een onjuiste functie-indeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever de contracturen correct heeft uitbetaald en dat de werknemer op de hoogte was van de werkwijze van de werkgever met betrekking tot de verrekening van uren.

De procedure begon met een tussenvonnis op 6 januari 2021, waarin de kantonrechter om nadere inlichtingen vroeg. Na een zitting op 9 juni 2021, waarin beide partijen hun standpunten toelichtten, heeft de kantonrechter de vorderingen van de werknemer afgewezen. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer voldoende gelegenheid had om haar gewijzigde eis voor de zitting te bestuderen en dat de werkgever niet onredelijk in haar verdediging was bemoeilijkt.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werknemer niet in de verkeerde functie was ingedeeld en dat de werkgever de juiste cao toepaste. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen, en de proceskosten werden aan de werknemer opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en afspraken tussen werkgever en werknemer over werktijden en verlof.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8556381 \ CV EXPL 20-2352 (IL)
Uitspraakdatum: 21 juli 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. D. Torres
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Deen Distributie B.V.
gevestigd te Hoorn
gedaagde
verder te noemen: Deen
gemachtigde: mr. K. Vriend
De zaak in het kort
Deze zaak gaat om de vraag of de werkgever te weinig loon aan de werknemer heeft betaald, wegens 1) een onterechte verrekening van de minderuren met de vakantie- en ATV-uren, 2) een te lage opbouw van vakantie- en ATV-uren en 3) een onjuiste functie-indeling. De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is en wijst de vorderingen van de werknemer af.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft op 6 januari 2021 een tussenvonnis uitgesproken en daarin onder andere om nadere inlichtingen gevraagd. Partijen hebben op 27 mei 2021 en 3 juni 2021 stukken toegezonden.
1.2.
Op 9 juni 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Deen heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] nog een productie toegezonden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. In aanvulling daarop merkt de kantonrechter op dat de CAO Slagersbedrijf 2019 is opgevolgd door de algemeen verbindend verklaarde CAO Slagersbedrijf 2020.
Eiswijziging
2.2.
[eiseres] heeft haar vordering in de pleitnota van haar gemachtigde vermeerderd tot € 23.979,46 bruto. Deen maakt bezwaar tegen de eiswijziging gelet op de stand van het geding.
2.3.
De kantonrechter laat de eiswijziging toe, omdat er geen strijd is met de eisen van een goede procesorde. [eiseres] mag haar eis vermeerderen zolang er geen eindvonnis is gewezen. Ze heeft haar eiswijziging bijna twee weken voor de zitting schriftelijk ingediend en op de zitting toegelicht. Deen heeft voldoende gelegenheid gehad om de gewijzigde eis voor de zitting te bestuderen, te bespreken en een reactie voor te bereiden. Ook heeft Deen op de zitting op de eiswijziging kunnen reageren. Deen is door de eiswijziging dus niet onredelijk in haar verdediging bemoeilijkt.
Mag Deen de minder gewerkte uren verrekenen met de verlofuren?
2.4.
[eiseres] vordert € 9.691,06 bruto voor te weinig uitbetaalde contracturen van Deen. [eiseres] stelt dat Deen de volledige contracturen niet heeft uitbetaald en het tekort aan uren heeft aangevuld met verlofuren, terwijl dat niet is toegestaan. Deen geeft aan dat zij de contracturen waarop [eiseres] niet stond ingeklokt, heeft afgeboekt op haar verlofsaldi, omdat dit is overeengekomen en bestendig gebruik is. De kantonrechter is het met Deen eens en licht dat hierna toe.
2.5.
[eiseres] heeft bij indiensttreding in mei 2007 een sleutelverklaring ondertekend. Daarin staat dat het belangrijk is dat ze goed klokt en ze zelf verantwoordelijk is voor haar uren en salaris. Ter zitting heeft [eiseres] gesteld dat ze deze verklaring niet (goed) heeft doorgelezen, maar dat komt voor haar risico.
2.6.
Deen hanteert ook een huishoudelijk reglement. Daarin staat dat pauzes van 15 minuten of langer niet als werktijd gelden en er alleen recht op uitbetaling bestaat op de geklokte tijden. [eiseres] betwist niet dat dit reglement gehanteerd wordt. [eiseres] zegt wel dat zij niet bekend is met het huishoudelijk reglement. De kantonrechter vindt dat ongeloofwaardig. In de eerste plaats omdat [eiseres] dit voor het eerst op de zitting en pas na een vraag van de kantonrechter heeft gezegd. In de tweede plaats omdat in artikel 14 van de arbeidsovereenkomst van [eiseres] staat dat het huishoudelijk reglement onderdeel is van de arbeidsovereenkomst en dat de werknemer door ondertekening verklaart een exemplaar te hebben ontvangen.
2.7.
Verder blijkt uit het dossier dat het binnen Deen bekend en gebruikelijk is dat de niet geklokte (minder)uren worden verrekend met de verlofsaldi. [ttt] (voormalig teamleider) verklaart bijvoorbeeld dat er gedurende het jaar altijd periodes waren waarbij de productie minder druk was, waardoor er minder werk was en velen geen volledige werkdagen hebben kunnen draaien. “
Op deze momenten werd er vanuit het management gestimuleerd om de werknemers te vragen extra verlof te nemen, dan wel eerder naar huis te willen gaan. Niet iedereen was blij met deze vraag en weigerde dit te doen”, volgens [ttt] . Ook [uuu] verklaart dat - als er te weinig werk was en ze vroeg naar huis kon - dit haar haar eigen vakantie uren kostte. En getuige [zzz] verklaart dat als niemand meer werk kon aanbieden om de uren vol te maken, ze genoodzaakt waren om naar huis te gaan en hun uren in te leveren. Daarnaast heeft Deen haar werkwijze via de salarisspecificaties inzichtelijk gemaakt. In die specificaties staat steeds hoeveel uren er gewerkt zijn (inclusief eventuele overwerkuren), hoeveel uren ATV en vakantie worden verrekend en wat de verlofsaldi zijn. Bovendien heeft [eiseres] niet betwist dat de uitdraaien uit het kloksysteem (de uitbetalingslijsten) in ordners in het kantoor liggen en ze deze had kunnen inzien. Maar dat heeft ze niet gedaan.
2.8.
De kantonrechter vindt het ook aannemelijk dat [eiseres] van deze werkwijze van Deen op de hoogte was. Op de zitting heeft de kantonrechter aan [eiseres] gevraagd of ze wist dat de minderuren werden verrekend met de verlofsaldi. [eiseres] antwoordde daarop volmondig ‘ja’. Pas later voegde zij daaraan toe - na een opmerking van haar gemachtigde - dat ze dit pas achteraf wist. Maar de kantonrechter vindt deze aanvulling ongeloofwaardig, omdat [eiseres] eerder spontaan bevestigend antwoordde, Deen de verrekening al jaren inzichtelijk maakt via de salarisspecificaties en de collega’s van [eiseres] (wel) bekend zijn met deze werkwijze.
2.9.
De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de heer [xxx] ( [functie] bij Deen) dat eerst de wettelijke verlofuren (ATV) en daarna de bovenwettelijke verlofuren (vakantie) worden verrekend. [eiseres] heeft deze verklaring niet (voldoende) gemotiveerd betwist, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. Door steeds uit te klokken terwijl ze dit wist, heeft [eiseres] met deze wijze van verrekening ingestemd. Als [eiseres] zich niet kon verenigen met de werkwijze van Deen, had het op haar weg gelegen om dit met Deen te bespreken. Maar dat heeft ze niet gedaan. Daarmee heeft [eiseres] bij Deen ook het vertrouwen opgewekt dat zij met deze feitelijke werkwijze heeft ingestemd.
Geen arbeid, wel loon?
2.10.
[eiseres] stelt dat er structureel te weinig werk was waardoor zij eerder is uitgeklokt, en in feite niet in de gelegenheid is geweest haar contracturen volledig te werken. Volgens [eiseres] komt dit voor rekening van Deen. De kantonrechter oordeelt anders, omdat niet is gebleken dat [eiseres] op instructie van Deen eerder heeft moeten uitklokken als er (te) weinig werk was.
2.11.
Uit de getuigenverklaringen blijkt namelijk dat de werknemers de keuze hadden om eerder uit te klokken als er weinig werk was. [www] verklaart bijvoorbeeld dat “
Door langzaam te werken, meer met collega’s te ouwehoeren en door nog even in de kleedkamer te blijven hangen” de “
acht uur werk per dag net aan” werd gehaald. Hij verklaart ook dat toen de nabestelling eerder kwam, het werk eerder klaar was. “
Je kon ervoor kiezen om andere afdelingen te gaan helpen. (…) Je mocht ook eerder naar huis (…)”, volgens deze getuige. [yyy] verklaart dat de ene leidinggevende “
zei ‘ga binnen maar schoonmaken of zo’ en de ander zei ‘van mijn part ga je in de kleedkamer of kantine zitten’”. [zzz] verklaart dat ze genoodzaakt waren om naar huis te gaan als ze eerder klaar waren met het werk. Maar dat is uiteindelijk een keuze. Als een werknemer ervoor kiest om eerder uit te klokken terwijl dat niet hoeft en hij weet dat de minderuren met de verlofuren worden verrekend, komt dat in redelijkheid voor rekening van de werknemer, in dit geval [eiseres] .
2.12.
De verklaring van de heer [sss] maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders. [sss] verklaart dat een aantal werknemers op een gegeven moment niet meer in de kantine mochten gaan zitten en “
Zodra het werk klaar was, moest iedereen gewoon naar huis”. Deze verklaring is te algemeen en het gebruik van het werkwoord ‘moeten’ te vaag, om aan te nemen dat er sprake is van een instructie van Deen om eerder uit te klokken. Daarbij komt dat anderen iets anders verklaren. [rrr] ( [functie] bij Deen) verklaart bijvoorbeeld dat [eiseres] “
nooit naar huis gestuurd [is], als ze wilde was er altijd wel werk voor haar, extra schoonmaken lijn 5, uitpakken CAT3, kantine werkzaamheden, verpakkingsmateriaal opruimen, koelcel opruimen, voorbereiding volgende dag, etc”. Ook [ppp] ( [functie] bij Deen) verklaart dat er “
nooit mensen naar huis gestuurd [zijn]. Als je wilt is er altijd wel werk in een slagerij aanwezig. Je moet dit dan wel willen (denk aan schoonmaken of cat3)”. Hij verklaart verder dat hij mensen in de kantine heeft zien wachten “
totdat de dienst erop zat” en dat “
best vreemd [vond] omdat er nog wel werk was. Zij werden niet naar huis gestuurd”. De heer [sss] verklaart naar aanleiding hiervan dat de door [rrr] genoemde werkzaamheden “
geen effectieve en duurzame manieren, en dus niet de oplossing, [zijn] om een 8-urige werkdag vol te krijgen”. Maar daarmee ontkent hij niet dat er geen mensen naar huis gestuurd zijn. De kantonrechter is al met al van oordeel dat [eiseres] haar standpunt onvoldoende heeft onderbouwd tegenover de gemotiveerde betwisting van Deen.
2.13.
[eiseres] stelt nog dat Deen misbruik maakt van haar machtspositie en de onwetendheid van het personeel, maar dat blijkt niet uit de getuigenverklaringen of de rest van het dossier. Verder stelt [eiseres] dat Deen haar nooit een officiële waarschuwing heeft gegeven voor het eerder naar huis gaan. De kantonrechter acht dat niet relevant, omdat het eerder naar huis gaan voortvloeit uit de werkwijze van Deen om de eerder uitgeklokte uren te verrekenen met de verlofuren, met andere woorden: Deen is akkoord met het eerder uitklokken. Een waarschuwing is dan niet aan de orde.
Heeft [eiseres] een aaneengesloten periode vakantie opgenomen in overleg met Deen?
2.14.
[eiseres] stelt dat zij geen vakantie (in overleg) heeft opgenomen, Deen het verlofsaldo met haar werkwijze kunstmatig laag houdt en in strijd met de zogenoemde recuperatiefunctie handelt en dat dit in strijd is met de wet en cao. Deen betwist dit.
2.15.
De wettelijke vakantieregeling heeft ten doel de werknemer, met het oog op de werkbelasting die op hem drukt, betaald verlof te verschaffen (recuperatiefunctie). Mede met het oog daarop geldt als hoofdregel dat de werkgever de vakantie vaststelt overeenkomstig de wens van de werknemer, tenzij zich daartegen gewichtige redenen verzetten. Dit kan anders zijn als in de vaststelling van de vakantie is voorzien, bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst of in de cao.
2.16.
In dit geval bepaalt artikel 7 van de arbeidsovereenkomst dat vakantiedagen in overleg met de werkgever worden opgenomen. De CAO Slagersbedrijf bepaalt dat de werknemer en werkgever kunnen overeenkomen dat de aaneengesloten vakantie zal worden gegeven in een aantal aaneengesloten uren en dat daarover overleg moet worden gepleegd. [1]
2.17.
De kantonrechter acht het ongeloofwaardig dat [eiseres] nooit aaneengesloten vakantie heeft opgenomen in overleg met Deen. Uit het overzicht van [eiseres] zelf blijkt dat zij de afgelopen jaren wel degelijk meerdere keren een bepaalde onafgebroken periode vakantie-uren heeft opgenomen, namelijk in periode 7/2015 48 uur, 8/2016 88 uur, 9/2018 40 uur en 8/2019 56 uur. [rrr] verklaart dat [eiseres] in de schoolvakanties veel vrij heeft genomen en in de zomervakantie met toestemming langer dan drie weken naar Turkije ging. Deze verklaring lijkt te kloppen met het overzicht van [eiseres] . Bovendien stelt [eiseres] zelf dat ze over 2020 96 uur vakantie heeft opgenomen en heeft ze op de zitting gezegd dat ze tweemaal vijf weken en verder alleen maar drie of vier weken heeft opgenomen en dat ze wel altijd drie weken achter elkaar vakantie heeft gehad, in de zomer.
2.18.
De kantonrechter stelt dan ook vast dat [eiseres] in de periodes waar het om gaat, steeds haar recht op een aantal aaneengesloten uren vakantie heeft kunnen uitoefenen. Daarmee is voldaan aan de recuperatiefunctie. Voor zover het gaat om de los opgenomen vakantie-uren die Deen heeft verrekend, geldt dat [eiseres] daarmee heeft ingestemd, zoals volgt uit het oordeel van de kantonrechter onder 2.9.
2.19.
[eiseres] stelt nog dat zij in 2016 en 2018 onbetaald verlof heeft opgenomen, omdat haar verlofsaldi ontoereikend waren. Dat kan kloppen. Uit haar eigen overzicht blijkt namelijk dat ze in die jaren (al) 88 en 40 uren vakantie had opgenomen. Verder verklaart [nnn] dat [eiseres] “
in de genoemde periodes niet genoeg uren [had] staan om op vakantie te gaan”. Uit zijn verklaring blijkt dat dit is besproken, daarbij door hem meerdere malen is aangegeven dat zij op vakantie mag maar dit dan als onbetaald verlof afgeschreven zal worden en dat dit volgens [eiseres] eigen woorden geen probleem was. [eiseres] heeft haar standpunt hiertegenover onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter concludeert dat ook in deze jaren aan de recuperatiefunctie is voldaan.
Heeft [eiseres] de ATV-uren opgenomen in overleg met Deen?
2.20.
De recuperatiefunctie speelt geen rol ten aanzien van de ATV-uren. ATV-regelingen zijn in het algemeen namelijk in het leven geroepen om het verlies aan arbeidsplaatsen tegen te gaan en nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. Voor de beoordeling van de vordering van [eiseres] ten aanzien van de ATV-uren zijn daarom niet de wettelijke bepalingen over vakantiedagen relevant, maar wat partijen zijn overeengekomen of is bepaald in de toepasselijke cao.
2.21.
De CAO Slagersbedrijf kent geen ATV-regeling. Op grond van de arbeidsovereenkomst heeft [eiseres] recht op een aantal roostervrije uren. De ATV-uren worden in overleg met de werkgever opgenomen. Deze bepaling is ontleend aan de ADV-regeling van de CAO VGL, maar die cao is niet van toepassing. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval is voldaan aan de bepaling dat de ATV-uren in overleg worden opgenomen. Dat volgt uit het feit dat [eiseres] zelf verantwoordelijk is voor het klokken van haar uren en heeft ingestemd met de feitelijke werkwijze van Deen: ze wist dat de niet gewerkte uren werden verrekend met onder andere de ATV-uren en heeft desondanks uitgeklokt. Onder deze omstandigheden mocht Deen de minderuren verrekenen met de ATV-uren.
Conclusie ten aanzien van de contracturen
2.22.
Deen heeft de minder gewerkte uren terecht verrekend met de verlofsaldi. De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] wegens te weinig uitbetaalde contracturen zal afwijzen.
Heeft [eiseres] te weinig verlofuren opgebouwd?
2.23.
[eiseres] vordert € 1.772,11 bruto voor te weinig opgebouwde vakantie- en ATV-uren van Deen.
2.24.
[eiseres] stelt dat Deen stelselmatig te weinig verlofuren bijschrijft, omdat Deen niet de CAO Slagersbedrijf hanteert en uitgaat van een fulltime dienstverband van 40 uur in plaats van 38 uur. De kantonrechter is het niet met [eiseres] eens. De arbeidsovereenkomst gaat uit van een fulltime dienstverband van 40 uur. Het in de arbeidsovereenkomst vermelde aantal vakantie- en ATV-uren waarop een werknemer recht heeft, is dan ook gebaseerd op een arbeidsomvang van 40 uur en moet voor een deeltijdfactor dus worden gedeeld door 40 uur. Dat de CAO Slagersbedrijf uitgaat van een fulltime dienstverband van 38 uur, maakt dat niet anders. [eiseres] deelt de uren dus ten onrechte door 38 uur.
2.25.
[eiseres] stelt verder dat Deen te weinig verlofuren heeft bijgeschreven voor de uren die de arbeidsomvang overstijgen. Deze uren vallen volgens [eiseres] onder het loonbegrip en daarover bouwt zij verlofuren op. De kantonrechter oordeelt anders. [eiseres] heeft aanspraak op verlof over de overeengekomen arbeidsduur en niet over de overuren. Dat de overuren worden uitbetaald, betekent niet dat [eiseres] daarover vakantie of ATV opbouwt.
2.26.
De kantonrechter zal deze vordering daarom ook afwijzen.
Is [eiseres] in de verkeerde functie ingedeeld?
2.27.
[eiseres] stelt dat zij in de verkeerde functie en salarisschaal is ingedeeld en vordert daarom € 5.957,90 bruto voor te weinig ontvangen uurloon van Deen.
2.28.
Het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor de functie-indeling bij de werkgever ligt. Daarbij heeft de werkgever een zekere beleidsvrijheid. De kantonrechter moet daarom beoordelen of Deen bij het waarderen van de functie van [eiseres] binnen de grenzen van het toepasselijke systeem is gebleven en in redelijkheid tot haar besluit om haar in de functie in te delen heeft kunnen komen. Verder zijn de in de CAO Slagersbedrijf genoemde (referentie)functies een uitgangspunt. Bij de functie-indeling moet de best passende (referentie)functie worden gezocht, dat wil zeggen de functie die qua inhoud het meest op de in te delen bedrijfsfunctie lijkt.
De feitelijke werkzaamheden
2.29.
[eiseres] stelt dat haar werkzaamheden bestonden uit het bedienen van de productielijn c.q. de machines. Volgens [eiseres] was zij verantwoordelijk voor de functionering van de gehele productielijn. Daarvoor bediende ze de tramper, ontnester, espera etiketteermachine en CSB computer. Haar werkzaamheden waren het opstarten, bedienen, instellen, afstellen, ombouwen, onderhouden, controleren, proefdraaien en afsluiten van de productielijn. Daarnaast legde zij de gedraaide aantallen vast op de bon en mat zij of het gas en de zuurstof de juiste waarden hebben. Na haar dienst maakte [eiseres] de machines grondig schoon, waarbij alle onderdelen verwijderd moesten worden, en dekte zij de machine af met een zeil. Ook loste [eiseres] kleine storingen op, bijvoorbeeld als de mal niet goed sealt, waarbij vaak nieuwe rubbertjes werden geplaatst. Verder was [eiseres] een van de lijnverantwoordelijken van lijn 5, wat betekent dat zij collega’s aanstuurde en nieuwe medewerkers inwerkte, alles volgens [eiseres] .
2.30.
Ter onderbouwing van haar stelling verwijst [eiseres] naar de verklaringen van [ggg] , [hhh] en [zzz] . Samengevat verklaren zij dat lijn 5 een zware lijn was en vertellen zij welke werkzaamheden zij onder andere verrichtten. [ggg] verklaart bijvoorbeeld, zakelijk weergegeven, dat de werkzaamheden ook bestonden uit het oplossen van kleine storingen van de machine, ontnester, folierol of stickerapparaten en dat ze, als de storingen groter waren, de monteur belden. [zzz] verklaart hierover, zakelijk weergegeven, dat [eiseres] problemen vaak wel wist te verhelpen en anders een monteur werd ingeschakeld. De kantonrechter leidt hieruit af dat het gaat om kleine storingen die inherent zijn aan het werk met een machine. Het gaat niet om zelfstandige monteurs- of onderhoudswerkzaamheden.
2.31.
Verder blijkt niet uit de getuigenverklaringen dat [eiseres] ook leidinggevende werkzaamheden verrichtte, zoals het aansturen van mensen en het inwerken van nieuwe mensen. [ggg] en [hhh] verklaren wel over leidinggevende werkzaamheden, maar dan hebben ze het over zichzelf en niet over [eiseres] .
2.32.
De kantonrechter gaat er daarom – net als Deen – van uit dat de werkzaamheden van [eiseres] in de kern bestonden uit het opleggen/inpakken van (door de ‘slagers’ bewerkte) vleesproducten en het aan het einde van de lijn oppakken en wegleggen van de producten voor het transport daarvan. Daarbij bediende [eiseres] de (machine)apparatuur, controleerde zij een en ander en loste zij kleine storingen of onderhoudsproblemen op. Verder had [eiseres] geen bijzondere (leidinggevende) taken, bevoegdheden en/of verantwoordelijkheden.
De functie-indeling voor 1 juli 2018
2.33.
Partijen zijn het erover eens dat de functie-indeling voor 1 juli 2018 moet plaatsvinden op basis van de CAO Slagersbedrijf 2017-2018. In deze cao is geregeld welke functies er bestaan voor het personeel in de centrale slagerij. Daaronder vallen de functies van productiemedewerker en inpakker/oplegger.
2.34.
Onder productiemedewerker wordt verstaan: “
De werknemer, die werkzaam is in de productie en kennis en vaardigheden bezit op het gebied van het bewerken van rund- en varkensvlees tot en met het verdelen. Hij is geschoold op het gebied van productkennis, hygiëne, machineleer, arbo en elementaire EHBO. Facultatief voor de productiemedewerker zijn de aandachtsgebieden culinaire technieken en uitbenen.”
2.35.
Onder inpakker/oplegger wordt verstaan: “
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees inpakt volgens de juiste snit en normering.”
2.36.
[eiseres] stelt dat haar werkzaamheden zijn aan te merken als productiewerkzaamheden, omdat in de centrale slagerij vlees geproduceerd wordt om in de winkels verkocht te worden aan de consument. Volgens [eiseres] zijn haar werkzaamheden niet eenvoudig en is een zekere mate van kennis en ervaring van cruciaal belang. Deen betwist dit. Deen voert aan dat haar werkzaamheden het beste passen bij de functie van inpakker/oplegger. Volgens Deen voldoet [eiseres] ook niet aan de geldende vereisten van een productiemedewerker.
2.37.
De kantonrechter volgt het standpunt van Deen. Het enkele feit dat [eiseres] in de centrale slagerij werkt waar vlees geproduceerd wordt, is onvoldoende om haar werkzaamheden aan te merken als productiewerkzaamheden. Daarbij weegt mee dat [eiseres] niet heeft toegelicht of onderbouwd waarom het door haar genoemde doorstroomtraject ook op haar van toepassing is, zoals zij stelt. Deen betwist dat dit het geval is en het blijkt ook nergens uit. Ook als de werkzaamheden van [eiseres] niet eenvoudig zijn en daarvoor een zekere kennis en ervaring van belang zijn, betekent dat niet persé dat deze als productiewerkzaamheden zijn aan te merken. [eiseres] houdt zich niet bezig met het bewerken van vlees. Haar taken bestaan, samengevat, uit het opleggen/inpakken en oppakken/wegleggen van vleesproducten die door anderen (de slagers) zijn bewerkt en het in verband daarmee bedienen van apparatuur en oplossen van kleine storingen of onderhoudsproblemen. [eiseres] heeft niet onderbouwd dat zij kennis en vaardigheden bezit op het gebied van het bewerken van rund- en varkensvlees tot en met het verdelen en/of geschoold is op bijvoorbeeld het gebied van productkennis.
2.38.
De kantonrechter oordeelt daarom dat Deen in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de functie van [eiseres] is aan te merken als die van inpakker/oplegger (met loongroep A2).
De functie-indeling na 1 juli 2018
2.39.
Partijen zijn het erover eens dat de functiewaardering na 1 juli 2018 moet plaatsvinden op basis van het functiewaarderingssysteem ORBA en dat Deen daarbij het Handboek Functiewaardering Slagersbedrijf (hierna: het functiehandboek) moet toepassen. De referentiefuncties waar het om gaat zijn productiemedewerker II en operator productie II.
2.40.
De functie productiemedewerker II houdt, kort samengevat, onder meer in: Het verrichten van verschillende soorten handmatige werkzaamheden (productie en/of inpak en/of controle) eventueel gebruikmakend van eenvoudige machinale randapparatuur. Deze functie kent vier resultaatgebieden. Tenminste twee van resultaatgebieden 1 tot en met 3 (productie, verpakking en controle en opvolging) zijn van toepassing op de productiemedewerker II. Het vierde resultaatgebied is schoonmaak en onderhoud met als kerntaken: opmerken en melden van technische problemen; schoonhouden van de werkplek en -omgeving; verwijderen van product-, olie- en vetresten en oliën/smeren van bewegende delen.
2.41.
De functie operator productie II houdt, kort samengevat, onder meer in: Het verantwoordelijk zijn voor het instellen, in de gaten houden en bijstellen en omstellen/-bouwen van een groep met stand-alone-machines of delen van een productielijn. Het verhelpen van storingen aan deze installaties en het verzorgen van het productiegebonden onderhoud. Deze functie kent vier resultaatgebieden, namelijk voorbereiding en afbouw, bewaking en bijregeling, reiniging en gebruikersonderhoud en vastlegging. Een van de kerntaken van resultaatgebied bewaking en bijregeling is het uitvoeren van kwaliteitscontroles van halffabricaten en eindproducten. De kerntaken van resultaatgebied reiniging en gebruikersonderhoud bestaan onder andere uit het verrichten van gebruikersonderhoud, (de)monteren van onderdelen, vervangen van eenvoudig te verwisselen onderdelen. De kerntaken van resultaatgebied vastlegging zijn: het vastleggen van gegevens en het verantwoorden en verklaren van afwijkende gegevens.
2.42.
[eiseres] stelt dat haar werkzaamheden onder de functie van operator productie II vallen, omdat de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de functieomschrijving “een op een” overeenkomen met haar werkzaamheden en verantwoordelijkheden. Deen voert aan dat de werkzaamheden van [eiseres] hooguit aansluiten bij de functie productiemedewerker II, omdat zij geen lijnverantwoordelijke was, niet zelfstandig storingen verhielp en onderhoud verrichtte en de voor de functie van operator productie II benodigde kennis en vaardigheden niet heeft.
2.43.
De kantonrechter volgt het standpunt van Deen. Zoals gezegd was de kerntaak van [eiseres] het verpakken (inpakken en opleggen) van vleesproducten. Uit de toelichting van [eiseres] op de zitting blijkt dat ze ook eenvoudige storingen oploste en onderhoudswerkzaamheden verrichtte, zoals het vervangen van een rubbertje en het vastlopen van de ontnester en stickermachine. Dat is meer dan de kerntaken van het resultaatgebied schoonmaak en onderhoud van de functie productiemedewerker II voorschrijven. Het door [eiseres] bedoelde gebruikersonderhoud valt onder de kerntaken van resultaatgebied 3 van de functie operator productie II. Maar dat betekent niet dat die functieomschrijving het beste bij de werkzaamheden van [eiseres] past. De andere (kerntaken van de) resultaatgebieden gaan verder dan de werkzaamheden van [eiseres] . Gesteld noch gebleken is bijvoorbeeld dat [eiseres] (ook) kwaliteitscontroles van halffabricaten en eindproducten verrichtte en verantwoording aflegde over bepaalde gemeten gegevens of dat ze kennis en ervaring op die gebieden heeft. De enkele omstandigheid dat het werk aan lijn 5 door [eiseres] als zwaar wordt ervaren vergeleken met de andere lijnen en dat [eiseres] erop wordt aangesproken als het fout gaat, acht de kantonrechter onvoldoende.
2.44.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat Deen in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de functie van [eiseres] is aan te merken als die van productiemedewerker II (met salarisschaal 3).
Conclusie ten aanzien van de functie-indeling
2.45.
Op grond van het bovenstaande zal de kantonrechter de vordering van [eiseres] wegens te weinig ontvangen uurloon afwijzen.
Overige
2.46.
[eiseres] stelt nog dat Deen opzettelijk de verkeerde cao heeft toegepast en daarmee bewust in haar nadeel heeft gehandeld. Volgens [eiseres] blijkt dat uit het gesprek wat haar gemachtigde op 17 mei 2019 met de heer [xxx] van Deen heeft gevoerd, omdat hij toen heeft gezegd dat Deen van twee walletjes eet door het beste van twee werelden te pakken. Daarbij verwijst [eiseres] naar de geluidsopname van het gesprek. Deen betwist een en ander. Volgens Deen heeft de heer [xxx] in dat gesprek (ook) aangegeven dat ze met droge ogen kunnen vertellen dat de werknemers er ten opzichte van de CAO VGL niet op achteruit gaan [2] en dat als de gemachtigde vindt dat zij tekort komt dat moet zeggen, omdat ze de werknemers niet willen benadelen [3] . Hiertegenover heeft [eiseres] haar stelling dat Deen bewust in haar nadeel heeft gehandeld door de verkeerde cao toe te passen, onvoldoende onderbouwd. De verwijzing door [eiseres] naar de opname van het gesprek is onvoldoende, omdat daarbij niet concreet is aangegeven welke passages van het gesprek (of de opname) van belang zijn. Dat had [eiseres] wel moeten doen.
2.47.
De eindconclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] zal afwijzen.
2.48.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij kent de kantonrechter voor het salaris van de gemachtigde van Deen 3,5 procespunten toe en € 498,00 per punt. Daarbij zal [eiseres] ook worden veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Deen worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Deen worden vastgesteld op een bedrag van € 1.743,00 aan salaris van de gemachtigde van Deen;
3.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Deen worden gemaakt;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld artikel 33a lid 4 van de CAO Slagersbedrijf 2018 (dagvaarding, productie 5) en artikel 28 lid 4 van de CAO Slagersbedrijf 2020.
2.In minuut 4.25 van het gesprek.
3.In minuut 5.40 van het gesprek.