In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een evenementenvergunning voor de Kermis Zuid-Scharwoude, die gepland was van 14 tot en met 17 september 2019. Eiseres, een omwonende, had eerder al beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Langedijk, waarin het bezwaar tegen de vergunning ongegrond werd verklaard. De rechtbank had op 3 februari 2021 het beroep gegrond verklaard en de burgemeester opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het bestreden besluit van 26 maart 2021 werd wederom de vergunning verleend, maar zonder voldoende motivering waarom van het beleid werd afgeweken. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester onvoldoende had gemotiveerd waarom de geluidsnormen en eindtijden voor de kermis niet in lijn waren met het geldende evenementenbeleid. De rechtbank stelde vast dat de belangen van de omwonenden niet adequaat in kaart waren gebracht en dat de motivering van de gekozen geluidsnormen en eindtijden ontbrak. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de burgemeester op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de omwonenden beter in overweging moeten worden genomen. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.