Uitspraak
RECHTBANK noord-holland
1.De procedure
- het vonnis van deze rechtbank van 20 april 2017 waarin aan de betrokkene voorwaardelijk de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van twee (2) jaren;
- de beslissing na voorwaardelijke veroordeling van deze rechtbank van 5 oktober 2020 waarin de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is gelast;
- het verzoek van de betrokkene tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel van 26 april 2021, ingediend door de raadsman van betrokkene, mr. J.H. van Dijk, advocaat te Haarlem;
- de ingevolge artikel 6.6.14 van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte rapportage van 23 juni 2021, opgemaakt door [casemanager ISD] , onder verantwoordelijkheid van [naam] , vestigingsdirecteur (plv.) van de penitentiaire inrichting (PI) Alphen aan den Rijn, met daarbij als bijlage gevoegd een door de betrokkene ondertekend ‘Verblijfsplan ISD’, gedateerd 27 november 2020.
2.Het standpunt van de inrichting
3.Het standpunt van de betrokkene en zijn raadsman
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.De beoordeling
6.De beslissing
[de betrokkene]geboren op [geboortedatum] 1985 wordt voortgezet, nu de rechtbank voortzetting daarvan noodzakelijk acht.