ECLI:NL:RBNHO:2021:6037
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot bedreiging met een terroristisch misdrijf via sociale media
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot bedreiging met een terroristisch misdrijf. De verdachte had verschillende video’s geplaatst op de sociale media applicatie TikTok, waarin hij bedreigingen uitte richting onbekende personen en medewerkers van de Jeugdzorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten, wat werd ondersteund door een psychiatrisch rapport. Dit rapport gaf aan dat de verdachte leed aan een psychotische stoornis, waardoor hij niet in staat was om de gevolgen van zijn daden te overzien.
Tijdens de zitting op 6 juli 2021 heeft de officier van justitie vrijspraak gevraagd voor het primair ten laste gelegde feit, maar wel bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit. De verdediging voerde aan dat de bedreigingen te algemeen waren om als zodanig te kwalificeren en dat de verdachte niet strafbaar was vanwege zijn geestelijke toestand. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was en sprak hem vrij van het primair ten laste gelegde feit, terwijl het subsidiair ten laste gelegde feit als bewezen werd verklaard. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de verdachte zou worden ontslagen van alle rechtsvervolging voor het feit in de hoofdzaak.